
r .í l i l i '
: 5
i .
Í .
r '
t 1
I t s
1202
büdcm alsbezaaid was. Ecnigen dezer puiabrokken, van welke
sommigen cen rondacliLigen, anderen een hoekigen vorm hadden
en uit eene trachietische rotssoort bestonden, hadden eene ontzaggelijke
grootte; zij waren hooger dan inlandsche huizen, doch
lagen echter geheel en al los op de oppervlakte des bodems.
Zij bragten ons die blokken voor den geest, welke, insgelijks
geheel los en vrij, op het bovenste gedeelte van den smallen
kam der Loesonggo-keten liggen en elken oogenblik dreigen
neder te störten. Misschien ontstonden zij door het verbrijzelen
van eene steile berghelling, ten gevolge van hevige aardbeving,
en rolden zij tot hier heen, tenzij dezelven, en deze veronderstelling
heeft meer waarschijnlijkheid, als wrijvings-produkten
moeten beschouwd worden, ontstaan bij de opheffing van
de naburige, met scherpen kam gevormde traehiet-keten? Door
de Javanen wordt beweerd, dat velen der blokken door den
goenoeng XMoet hier heen werden geslingerd? en deze vulkaan
hgt minstens op een lijnregten afstand van 10 palen van
deze plaats verwijderd.
Door dergelijke streken zetteden wij onzen togt te paard
voort, daalden in de rigting van het westen allengs lager en
lieten de ki^li Fang ten noorden van ons liggen; eindelijk kwamen
wij bij een breeden, gebaanden weg, die in eene dwarsche —
evenwijdige — rigting längs den voet des bergs heenliep en welken
wij nu in eene zuid-zuidwestelijke rigting volgden. Ten lO^k ure
reden wij (van den regter- naar den linkeroever) over de bamboes
brug, welke over de groote kah Konto ligt; deze kah stroomt,
te dezer plaatse in eene noord-oostelijke rigting, over eenbed
bezaaid met groote vulkanische rolsteenen van eene grijze kleur;
zijne oevers bestonden ter wederzijde uit op elkander gehoopt
Zand en rolsteenen, die zieh op enkele plaatsen ter hoogte van
15 voet verhieven; zij stört zieh even als de kaU Fang, doch
beiden afzonderlijk, in de groote rivier van Rediri, namelijk,
in de kali Brantes.
Verder op loopt de weg in zijne vorige, namelijk, zuid-zuidwestelijke
rigting aan de overzijde der kali Konto door de vlakte,
welker verzengend heeten dampkring wij thans weder inademden;
1203
:
11 " M!
hij voert ons vervolgens tusschen koffijtuinen heen, die op pas
ontgonnen gedeelten van het woud zijn aangelegd geworden.
Zwarte, half verbrande boomstammen lagen nog overal op den
bodem verstrooid in het rond en vervulden de zoele lucht met
hunne rookwolken. Zelden mogten wij ons verlustigen in het
ontwaren van het vervrolijkende schouwspel van hier of daar een
dorpje aan te treffen, dat eenzaam in deze woudwoestijn gelegen
was.
Ten 12'/4 ure bereikten wij desa Paré, alwaar ik een bejaarden,
vriendelijken Javaan aantrof, den Raden Pati van Kediri, die
mij het voorstel deed om gezamenlijk de reis naar Kediri voort
te zetten. Na het nemen van een behoorlijk middagslaapje, dat
zulk een deftige Javasche mijnheer voor niets ter wereld zou
willen verzuimen, vingen wij onze reis ten 2 ure wederom aan;
binnen 3 uren tijds leiden wij den weg, welke in eene zuidwestelijke
rigting door de vlakte naar Kediri loopt, met rijtuig af.
De bodem bestaat bijna overal uit een geel, helder grijskleurig
zand, vermengd met eene groote hoeveelheid fijn, vulkanisch
gruis, rapilh, dat van tijd tot tijd door den Keloet hier over de
vlakte is uitgebraakt geworden en thans zulk eene dikke laag
vormt, dat de diepste beekkloven, welke eene diepte van 30 a
35 voet bereiken, dezelve niet geheel en al doorsnijden. Misschien
heeft deze laag in de vlakte eene dikte van verscheidene honderd
voet, want zij is meer dan honderd voet dik aan de hellinyen
van den Kéloet, en deze zijn toch altijd min of meer steil. Aan
gene zijde, in het oosten en noordoosten van desa Paré vertoont
de zandgrond eene bruinere kleur en is dezelve met eene grootere
hoeveelheid teelaarde. vermengd.
Ten 5 ure kwam ik weder te Kédiri aan, welke plaats ik den
15'''=" September verlaten had en alwaar ik thans ten huize van
den Resident een even vriendelijk onthaal genoot als voor 2'/2
maand.
Ik had nu mijne omzwervingen voor dit jaar geéindigd. Het
plan, dat ik mij had voorgesteld, om de vulkanen van Oost-Java
te onderzoeken, was in zekere mate ten uitvoer gelegd. Maar
het bevi-edigen van vroeger gekoesterde wenschen baart immer
1 u> ,
' , 1
i
-
M4
mi!
J"f
-M B 1 1|
'I n