
558
oosLclijke grenskelcu vau Garoet, de gücnocng Ki'atjak ofSavigjaiig
tjiah, ligt rcgtstreeks in het zuidcii; zijne noordoostelijkc
iielft draagt insgelijks den afzonderlijken naam van Lingaratoe;
(de Tjikorai ligt van daar in het zuiden 35° tcn westen, de
Sida kêling in het noorden 35° ten oostcn en de Telagabodas
in het zuiden 65 tot 85° ten oosten). Van hier voerde ons de
weg, aanvankelijk naar het noorden, vervolgens, naar het noord
ten Westen loopende, over de grensbeek tji Tarnen, welke de
beide distrikten van elkander Scheidt; geene andere beek van
eenig aanbelang wordt aan de regierzijde van het dal, welker
gemis aan water in vergelijking van de linkerzijde zeer m het
oog loopend is, aangetroffen. (Aan deze zijde vlieten op eene
gelijke lengte-nitgestreklheid, alleen tusschen Trogon en Tjisiroepan,
iwaa(/"waterrijke beken benedenwaarts.) Uolsteenen van
vulkanischen oorsprong vullen hare breede, doch niet zeerdiep
uitgespoelde bedding. Misschien moet dit gemis aan water worden
toegeschreven aan de geringe uitgestrektheid en de stellte,
welke de dalwand aan deze zijde bezit, dewijl het gebergte zieh
meer naar de andere, naar de zuidoostelijke zijde, in de rigting van
Tasik malajoe heeft ontwikkeld. Verscheidene nitgebreide streken,
die in een ander geval, even als de overige deelen van den
dalbodem, in sawa's zouden herschapen zijn geworden, ziet men
uit dien hoofde onbebouwd, als weide- en grasvelden liggen, of
slechts met aanplantingen, die ook op een droogen grond tieren,
b. V. met Cytisus cajan bedekt.
Wanakerta, de voornaamste plaats in het benedengedeelte
der regier helft van het dal, ligt op eenen geringen a fstand van
den westelijken voet van den Sida kêling, diezijnen stompen, onregelmatig
in toppen verdeelden schedel ongeveer 2,000 voet hoog
boven den dalbodem verheft. Hij is de laatste (de noordelijkste)
van de vier bergmassa's (Tjikorai, Kratjak, Telagabodas, Sida
kêling), die, door tusschenzadels met elkander verbonden, de
regier-, oostelijke (juister gezegd de zuidoostelijke) grensketen
van het dal uilmaken. Hij daalt westwaarts in den nog vlakken
dalbodeni bij Wanakêrta en noordwaarts in een goUVormig
oneffen hoogland benedenwaarts, lietwelk, slechts door de kloof
der Iji Manoek doorsneden, den voet van den Bandongschen
goenoeng Roejong te gemoct loopt; terwijl hij daarentegen in
het noordweslen door het tusschenland van Malèmbong n)et de
oostelijke Malêmbongsche bergketen (Sangjang ponté) verbonden
is. Van deze vier is slechts de Tjikorai een werkelijke kegelberg;
de anderen zijn bergmassa's, met breede, in een aantal toppen verdeelde
schedels, welke alléén dan kegels genoemd mögen worden,
wanneer men hun uitei'lijk in zijnen ganschen omvang bcschouwt.
Dat deze bergen, gelijk met één, namelijk, den Telagabodas en den
Galoenggoeng, (welke zieh met de aan de overzijde gelegen, d. i.
de zuidoostelijke helling van den eerstgenoemden vereenigt) nog
heden het geval is, eenmaal vulkanen waren, dat kraters hnnne
verbrijzelde schedels doorboord hadden, hebben wij rceds vroeger
als ons vermoeden doen kennen, aan hetwelk veel waarschijnlijks
wordt bijgezet door de nog aanwezige lava-strooinen aan de
zijden der bergen en door eene warme bron, welke aan den
voet van den eerstgenoemden opwelt.
Deze bron, tji Panas i), ligt in de nabijheid van den znidwestelijken
voet van den Sida kêling, in eene oostzuidoostelijke
rigting, op een afstand van i/j paal van hier verwijderd en
schijnt geene zeer bijzondere eigenschappen te bezitten. Naar
de waarneniingen van den heer Maier, die dezelve voor2dagen
bezocht, heeft het water reuk noch smaaken was de temperatuur
van hetzelve tcn 10 ure, bij eenen warmtegraad van den dampkring
van 20,3° R. (of 77,8° Fahr.), 29,3° R. (of 98,0° Fahr.). In
de omstreken is dezelve beroemd als heilzaam tegen rhnmatismen
en huidziekten en door een om de bron gebouwd huisje van
bamboes tot badplaats ingei-igt ; het water loopt in een bekken te
zamen, waarin deszelfs te hooge warmtegraad getemperd wordt.
Nadat het distriktshoofd ons op de gebruikelijke wijze op
een ontbijt, bcstaandc uit soep, keri, rijst, gebraden eenden,
aardappelen en gehakt vleesch (hier Frikatel genoemd) en andere
niet te versmaden kostelijkheden, onthaald en ik mijne waarne-
') DU wooril oorspronkolijk zamcngostold uit tji : bcek on panas ; warm, wordt op
Java mcriigvuldig liorhaald cn dan als cigonnaam gobczigd, ongovcer op golijke wijzc
als lict duitschc ,, Warmbruun."