
Kaotsu, dit was de naam dien Lieuju nadörhand verkreeg, had het top-
puntdes zoolang gewenschten geluks bereikt; doch in zijne borst blaakte
de eerzucht, een hartstogt, die hem reeds vreeger tot zoo groote misdaden
vervoerd had. Nog leefde de afgezette keizer, en hij moest uit den weg
geruimd worden. Het was de tijd, waarop de nieuwe monarch zijn offer
aan het Opperwezen wilde brengen; misdadig mengde hij vergift onder
den wijn des drankoifers en zond het zijnen voorganger. Een trouwe
dienaar, die het gevaar vermoedde, nam zelf den scheerling, en stierf
weldra aan de gevolgen. Kaotsu, vergramd dat dit schandelijk bedrijf
mislukt was, overreedde thans Kongti’s schoonbroeders, om medepligtig
tezijn aan den vorstenmoord. Zij begaven zieh naar het paleis onder voor-
wendsel om hunne zuster, Kongti’s gemalin, te bezoeken. Terwijl zij
met haar spraken, klommen de Soldaten over de muren in zijn vertrek en
reikten hem den giftbeker. De fei vervolgde vorst maakte de tegenwer-
ping, dat hij geen zelfmoord begaan kon, want dit streed tegen de
grondstellingen van het Boeddhismns, waarvan hij een aanhanger was.
Men worgde hem alzoo met koelbloedige wreedheid. Zoodra het gerucht
van zijnen dood algemeen bekend werd, stelde Kao tsu zieh aan als on-
troostbaar; hij bestrafte zelfs de daders en verordende eene prächtige
lijkslaatsie; doch heimelijk verbiijdde hij zieh, dat hij eindelijk in het on-
gestoord bezit des lands geraakt was. Doch in deze wereld is alles ijdel;
het bezit der goederen, door zoovele gruwelen verkregen, hield in het-
zelfde oogenblik op, toen Lieuju zieh daarvan volkomen zeker waande,
want ook hem raakte de koude hand des doods aan (422). Hij was een
voortreffelijk staatsman, een onwrikbaar held, matig in hetgenot, niet
onderworpen aan den invloed der vrouwen, maar gewetenloos in de keuze
der middelen om zijne oogmerken te bereiken.
Vier der bekwaamste ministers aan zijn hof waren bestemd, om gedu-
rende de minderjarigheid zijns zoons het bestuur waar te nemen. Naau-
welijks hadden de Tartaren in den Staat Wei vernomen, dat Kaotsu, met
wien zij de vriendschappelijkste betrekkingen onderhouden hadden,
gestorven was, of hun Khan besloot, ondanks de tegenbedenkingen zijner
beste raadslieden met een magtig leger in China een inval te doen.
Deze benden, zeker van de overwinning, werden voor de vestingen met
dapperheid ontvangen; in plaats van het gansche landte overstroomen,
moesten zij derhalve voor de steden blijven staan en duizenden van hunne
ruiterij opofferen. De jonge keizer Schaoti, in wien zijn vader eene voor-
treffelijke keus meende gedaan te hebben, droeg, tot groote ergernis der
geheele natie, het rouwgewaad niet zoolang als behoorlijk was, en in
plaats van zieh aan meer ernstige bezigheden te wijden, ging hij liever op
de jagt en zocht de vermaken van het hof. De aanzienlijken besloten
daarom zijnen breeder, die onder den naam van Wenti bekend is, in zijne
plaats tot keizer te maken (424), en bragten vervolgens den ligtzinnigen
Schaoti om het leven.
De breeder was echter niet zoo gemakkelijk te overreden, om zieh op
een troon te plaatsen, die slechts door moord ledig geworden was. Vruch-
teloos bezigden de schuldige ministers hunne welsprekendheid, om den
jongen vorst tot het aannemen van den keizerstitel te bewegen; zij ver-
wijderden zieh, daar zij bespeurden dat hunne tegenwoordigheid hem
angst inboezemde. Wenti gevoelde zieh te jong om zelf te regeren, en
behield daarom de vorige raadslieden.
Hij zocht vooreerst met de Tartaren van Wei in goede verstandhouding
te komen, en zond een gezant, om hen tot een wapenstilstand over te
halen. Doch woorden baatten niet, en bedreigingen bleven insgelijks
zonder gevolg. Hoe groot ook te.voren de hoop geweest was om zieh
weder in het bezit der noordelijke landen te stellen, alle verwachtingen
werden verijdeld; want nietlegenstaande de levendige deelneming aan
dezeoorlogen, ende groote opofferingen, die men zieh getroostte, maakten
denomadenbelangrijke vorderingen, en vermeesterden eindelijk de geheele
schoone provincie Honan. Nu was het hoog tijd om vrede te sluiten, die
ook eindelijk tot stand kwam door de toezegging, dat men eene keizerlijke
prinses aan den Khan zou ten huwelijk geven.
De blijdschap over deze gelukkige gebeurtenis werd zeer spoedig
getemperd door de tijding van een opstand in Sse tschuen. Daar had men
een priester der Rede ged wongen zieh voor een nakomeling der familie
van Tzin uit te geven. Het heldhaftig gedrag van den kommandant der
hoofdstad dezer provincie, die de vijanden gedurende den nacht overviel,
maakte een eind aan dit oproer.
Het Boeddhismus had reeds sedert eeuwen den weg gevonden naar
China; maar nog vestigde men de aandacht niet op deze godsdienst. Zij
had zieh buitendien zoozeer verzusterd met de dienst der Rede, dat het
onderscheid voor den oppervlakkigen beschouwer niet duidelijk was. Na
zoovele oorlogen was echter de strijdlust bij het volk uitgeput, en men
zocht naar ietsbeters, om de behoeften van den menschelijken geest te be-
vredigen. Dit was de oude Chinesche letterkunde, ende Song wedij verden
met de Tartaarsche vorsten om haar te bevorderen. Toen vestigden de