
 
        
         
		rotsen  en  versloegen  bij  de  herhaalde  aanvallen  bijna  de  helft  der  
 vijanden.  Toen  de  barbaren  dit  zagen,  vlugtten  zij  in  allerijl,  maar  
 werden  door  de woedende patriotten vervolgd,  en gezamenlijk,  vermits  
 zij  niet  over  den  stroomenden  Tsien  lang  konden  zwemmen  ,  op  den  
 oever  verslagen  of  in  de  rivier  geworpen,  zoodat  het  geheele  leger ,  
 dat  Hang  tscheu  veroverd  had,  omkwam.  ln  dezen  merkwaardigen  
 slag  lia(j  geen  mandarijn  bevel  gevoerd;  maar  enkel  pachlers  en  
 grondbezitters  waren  de  aanvoerders,  en  de  wapenen  bestanden  in  
 dorschvlegels,  hooivorken  en  pieken.  Zoo  waar  is  h e t,  dat  in  alle  
 landen  een  volk,  hetwelk  hart  en  hand  aan de  verdediging  des  vader-  
 lands wijdt,  onoverwinnelijk  is. 
 Wij  moeten  nu  weder  eenigzins  teruggaan  in  de  geschiedenis.  Bij  
 het  begin  der  onlusten  had  zieh  een  aantal  zeeroovers  op  de  kusten  
 van  Fo  kien  en  Kuang  tong  verzameld,  die  onder  het  bevel  van  een  
 zeer  woesten  piraat  stonden.  De  keizerlijke  vaartuigen  poogden  de  
 overwinning  wel  te  behalen  ,  maar  de  roovers  dreven  hen  in  elk  ge-  
 vecht  terug  en  hadden  thans  geheel  ongestoord  het  overwigt  ter  zee.  
 Onder  deze  verachtelijke  menschen waren  twee broeders — de  oudste  
 heette  Tsching  tschi  long  — die bij hunne makkers hooggeeerd waren;  
 want  zij  waren  zonen  van  een  mandarijn,  leefden  eertijds  in  zeer  
 armoedige  omstandigheden ,  en  onderscheidden  zieh  naderhand zoowel  
 door  hunnen  moed  als  door  hunne  schoone  gestalte.  Toen  nu  de  aan-  
 voerder  gestorven  was,  kwamen beide  in  zijne plaats ; maar  de  oudste  
 verkreeg  het  opperbevel.  In  deze  betrekking  pleegde  hij  veel  grooter  
 rooverijen  dan  al  zijne  voorgangers,  en  alzoo  verzamelde  hij  aanzien-  
 lijke  rijkdommen  en  werd  zeer  magtig.  Men  rekende  het  volslrekt  
 onmogelijk  hem  met  het  zwaard  tot  onderwerping  te  dwingen,  en  de  
 gouverneur  der  provincie  Fo  kien  besloot  daarom  Tsching  tschi  long  
 op de  zijde der regering te  brengen. Hij  zond  tot  dat  oogmerk  een  geheimen  
 agent,  die  hem  door  groote  beloften overreedde ,  om  zieh aan  
 ’s’keizers  dienst  te  wijden  en voortaan met zijne woeste makkers  onder  
 de  vlag  van  den  aulokraat  te  strijden.  Hij  werd  nu  tot  admiraal  be-  
 noemd  en  ontving  tweemaal  volmagt  om  de  zee  van  roovers  te  
 zuiveren,  bij  welke  gelegenheid  hij  zieh  bijzonder  onderscheidde,  en  
 zijne  oude  kameraden,  die  zeer  vertoornd  op  hem  waren,  in  den  
 grond  boorde.  Toen  zijn  aanzien  den  hoogsten  top  bereikt  had,  viel  
 de  dynastie  der  Ming,  en  zijn  eskader  werd  dus  naar  den  Jang  tse  
 gezonden, om  den  overtogt  der  Tartaren  te  verhinderen.  Bij  deze  gelegenheid  
 gedroeg  Tsching  tschi  long  zieh  als  een  verrader;  in  plaats  
 van  hen  in  hunne  overwinnende  vaart  te  siuilen,  helgeen  hij  zeer  
 gemakkelijk  had  kunnen  doen,  want» zij  konden  de  kleinste  boot  niet  
 sturen,  vlugtte  hij  met  al  zijne  jonken,  en  begaf  zieh  naar  den  
 prins  van  Tang.  Deze  was  door  zijne  bloedverwanten,  uithoofde  van  
 zijn  siecht  gedrag,  in  den  ban  gedaan,  en  toen  men  bij  eene  nieuwe  
 troonsbeklimming  eene  algemeene  amnestie  bekend  maakte,  deelde hij  
 ook  in  dit  gunslbewijs.  Hij  vesligde  zieh  in  Fo  kien,  maar  woelziek  
 van  aard ,  trok  hij  naar  het  tooneel  van  den oorlog  ; ter naauwernood  
 zag  hij  echter  de  Tartaren  in  groot aantal  naderen,  of hij  keerde  terug  
 naar  Fo  kien  en  liet  zieh  bij  den  dood  van  den  prins  van  Lu  gan  tot  
 keizer  uitroepen,  terwijl  zijn  neef,  de  prins van  Lu ,  hetzelfde  deed.  
 In  plaats  van  thans,  na  de  overwinning der  boeren  ,  met  vereenigde  
 krachten  tegen  de  Tartaren  te  strijden,  waren  deze beide  vorsten  on-  
 d’erling  verdeeld. 
 De  prins  van  Tang  hatf  eene  zeer  dappere  volksmenigte  onder  zijn  
 bevel,  die  een  verbitterden  haat  koesterde  tegen  het  juk der Tartaren  
 en  tevens  tegen  Tsching  tschi  long, den  beheerscher  der  zee.'Deze  had  
 van  zijn  kant  plan  gemaakt  om  den  keizerstroon  te  faestijgen;  daar  
 dit mislukt  was,  deed  hij  den  voorslag  dat  zijn  zoon,  een  uitstekend  
 jongeling,  door  den  kinderloozen  vorst van  Tang  als  zoon  zou worden  
 aangenomen,  om  zieh  later,  als  prins  uit  het geslacht  der  Ming,  be-  
 roemd  te  maken.  Dit  werd  hem  geweigerd,  en  daarop  wendde  de  
 trouwelooze  Tsching  tschi  long  zieh  tot  den  vorst  van  L u ,  om  hem  
 zijn  volledigen  bijsland  te  beloven.  Er  kwam  dus  een  bode  van  genen  
 te  Fu  tscheu,  de  hoofdstad  van  Fo  kien,  om  over  den  veldtogl'  te  
 raadplegen;  maar  in  schijn  om  met  den  vorst  van  Tang  onderhande-  
 lingen  aan  te  knoopen.  De  Jaatste  wist  niets  van  het  plan,  behan-  
 delde  hem  met  de  grootste  minachting,  en  vermoordde  hem  in  een  
 aanval  van  ijverzucht.  Toen  Tsching  tschi  long  dit  hoorde,  gaf  hij  
 duizend  oncen  zilver  voor  eene  prächtige  begrafenis,  en  zwoer  bij  
 het  graf  van  den  gezant,  zijnen  vriend,  gelijk  hij  hem  noemde,  
 ontzettend  te  wreken.  —  In  allerijl  begaf  hij  zieh met eene vloot naar  
 den  Tsien  tang,  om  daar  den  prins  van  Lu  tegen  de  Tartaren  te  
 ondersleunen.  Dezen hadden ,  na hunne  totale nederlaag, weder nieuwe  
 krachten  verzameld ,  en  wilden  het  weder  wagen  naar den  zuidelijken  
 oever  over  te  steken.  Maar  daar  lag  Tsching  tschi  long  met  zijne  
 schepen;  hij  sloeg  hunne  aanvallen  te  water  a f,  en  toonde  dat  hij