
zeer gemakkelijk hen in menigen veldslag te overwinnen, en door de hulp
der Mongolen uit de eertijds veroverde landen te verdrijven. Maar nu kwam
het na den dood van den vorst der Ein tot eene verdeeling der veroverde
slreken; daar men den Chinezen de geheele provincie Honan beloofdhad,
namen dezen daarvan ook zonder verdere tegenspraak bezit. De voordeelen,
die men behaald had, maakten de generaals zeer trotsch; zoodat twee
Grooten Li tsong ten raad gaven om de Mongolen over de gele rivier te
jagen en zieh meester te maken van de voornaamste vestingen en uitge-
breidste slreken. Hoe dwaas zulk een onderneming ook schijnen mögt,
vond zij niettemin voorstanders, en zonder eens den oorlog te verklären,
taslte men den vreesselijken vijand aan. Dezen kon niets meer gewenscht
zijn, en het werd nu aan Hu pi lai opgedragen, om het rijk der Song
in bezit te nemen. De Chinesche bevelhebbers werden als gewoonlijk
spoedig afgeslagen, en nu rukte een ontelbaar leger der nomaden in
drie afdeelingen China binnen. Dit had men volstrekt niet verwacht;
daarom had Li tsong berouw over zijn’ stap, toen het reeds te laat was.
Zoo weinig nam men buitendien het volkenregt in acht, dal een Mon-
goolsche gezant werd gegrepen en gevangen gezet. — De Soldaten, die het
eerst in den oorlog gezonden werden, waren ontbloot van levensmiddelen,
en moesten dus terug trekken. Zelfs in de hoofdstad van China heerschte
een bongersnood en eilende, gelijk men nog nooit aanschouwd had. Er
was verscheidene jaren misgewas geweest, en men at niet slechts allerlei
gewormte, maar verslond zelfs menschenvleesch. Een zeer groote stad,
waar belangrijke magazijnen en schatten aanwezig waren, werd den
Mongolen in handen geleverd, en de mandarijnen, welke tot hen over-
geloopen waren, werden hunne leidslieden.
"Wat kon het ongelukkige China dus verwachten, toen drie groote
legers het land overvielen en voornamelijk in Sse tschuen groote ver-
woestingen aanrigtlen? Ogo tai wilde nu niet langer een barbaar geheeten
worden; daarom nam hij een Chineschen wijze, om hem de levens- en
staatsregelen van Kong fu tse dapper voor te houden, ten einde hij zieh
in zijne overwinningen mögt bevestigen. Men leverde een’ vreesselijken
slag in de gebergten dier provincie, waar de Chinezen als helden streden
en het veld met de lijken hunner vijanden bedekten. Maar zij moesten
wijken. Nu veroverden de onverbiddelijken die streken; zij moesten
evenwel voor menige bergvesting weder aftrekken. Eens was zoodanige
vesting na langdurige tegenweer stormenderhand ingenomen; toen dacht
de stadhouder dat hij door vergift naar gindsche wereld zou kunnen
vlugten en de handen der barbaren ontkomen; een kleine knaap doodde
zieh op dezelfde wijze en duizenden Soldaten volgden dit voorbeeld. Men
zou zulke verhalen voor sprookjes houden, wanneer niet in onzen tijd
een aantal soortgelijkezaken gebeurd waren. Maar de Mongolen stoorden
zieh daar zeer weinig aan; hun doel was veroveringen te maken, en
wanneer zij dit doel naar hartelust bereikt hadden, ijlden zij weder
naar het noorden.
0 go tai was helaas, ondanks zijne vooringenomenheid met de wijs-
begeerte, zeer verslaafd aan den wijn. Zijn vriend en raadsman toonde
hem in een beker, hoe dit vocht zelfs metaal verteert. Toen keerde hij
tot zichzelven in en beloofde heilig, in het vervolg niet zoo veel te drin-
ken. Zijne zesde gemalin, de innigst geliefde van allen, bewoog hem
juist toen om eene algemeene amnestie te laten afkondigen, opdat zijne
regering ook nog door andere daden dan enkel door veroveringen merk-
waardig wierd voor de nakomelingschap. Dit gebeurde na eene ziekte,
waardoor het hart van den barbaar vermurwd, en tot welwillendheid en
verdraagzaamheid gestemd werd. Maar zijne vrolijke drinkebroßrs spotten
met zijn afgezonderde en matige levenswijze, en verleidden hem om op
de jagt te gaan. 0 go tai meende zieh regt te vermaken en bleef vijf dagen
in de woestijn. Maar de inspanningen, waaraan hij zieh hadbloolgesteld,
verhaastten zijn dood en hij stierf op een berg.
Zijne gemalin vatte nu, onder de leiding van zekeren Mohammedaan,
zelve het roer van Staat en maakte zeer goede verordeningen. Zij dong
er zelfs naar om door de geschiedenis verheerlijkt te worden, en verzocht
de historieschrij vers om iets lofwaardigs van haar op te teekenen, hetgeen
dezen echter ronduit weigerden. Daar de Mongolen geen vrouwenrege-
ring wilden hebben, ging men eindelijk over tot de keuze van hären
zoon (1246), die onder den naam van Ka juk (Kuo ju in het Chineesch)
in de geschiedenis bekend is. Ook hij zou niet zoo aanstonds tot Khan
uitgeroepen zijn, wanneer niet een vreesselijk onweder en hagel de
Grooten verkondigd had, dal de hemel zelf misnoegd was wegens hun
dralen. — De monnik Plano Carpini, als afgezant van den paus, die den
Khan bekeeren wilde, bij de krooning tegenwoordig, heeft ons een zeer
goed tafereel gegeven van al de gebruiken, die daar plaats hadden. Het
aantal gezanten uit het verwijderdste westen en noorden, die derwaarts
gekomen waren, om den nieuwen gebieder hunne hulde te betuigen,
was ongeloofelijk. De Rijksgrooten waren alle versehenen om door hunne
pracht, kleeding en verscheidenheid der buit gemaakte juweelen en