
kandidalen in de letterkunde Christelijke boeken nit, en twee zende-
lingen hadden besloten de zaak weder tot den troon te brengen en de
mandarijnen daartoe gelegenheid te geveii, zonder daarvan echter het
geringste nut in de praktijk te verwachten. Nu werd de keizer eindelijk
genoodzaakt met geweld tusschenbeide te komen. De boeken werden
verboden, en de zoon van een’ der drukkers in ballingschap gezonden,
waarin hij ook stierf. Wat nu het eerste betreft, men stoorde zieh
zeer weinig daaraan; maar de straf veroorzaakle dat de d'rukkerij
naar Singapore verplaatst werck waaruit veel tijd- en geldverlies ont-
stond. Later kwam de geheele sluiling van de kust tusschenbeide en dus
hielden soortgelijke reizen van zelfs op. Voor de eerste aankondiging der
eeuwige heilsleer waren deze proeven zeer wel geschikt; in het vervolg
bleek het ook, dat de pogingen niet te vergeefs geweest waren. Men had
ook getracht te Canton een wetenschappelijk tijdschrift in het Chineesch
uittegeven, dat veel over den toestand der wereld behelsde en de
hoogmoedige Chinezen hunne onwetendheid voorhieid. Eene algemeene
gescliiedenis der wereld, de geschiedenis der Joden en andere boeken
werden in de genoprnde stad geschreven. Tot onderrigting der
vreemdelingen verscheen het Chinese Repository, een maandschrift, dat
zeer veel gedaan heeft tot toelichting van dat land en tot op dezen
dag wordt voorlgezet. Het is de vruchtbaars.te mijn voor de kennis
van China en rijk aan opstellen van alien aard. — Reeds vroeger
hieiden de reizigers längs de kust zieh met de heelkunde bezig en
hielpen duizenden. Maar nu opende een Amerikaansche zendeling te
Canton een groot hospitaal, hetgeen ook reeds vroeger door Morrison
benevens een Engelschen arts te Macao gedaan was. Op zulk eene
wijze werd het Evangelie in de praktijk verkondigd; maar nog was
het getal der bekeerden zeer klein. Waar waarachtige verandering van
gezindheid bij de nieuwelingen gevorderd wordt, daar kan men nooit
eene groote menigte van ootmoedige, ware Christenen verwachten.
Nieltemin neemt het rijk Gods toe, wel onzigtbaar voor de oogen der
wereld, maar nogtans in de openJbaring der verlossende kracht van
zijn’ stichter, en getuigende van Zijne oneindige liefde.
Dit was de tijd van Macao’s bloei, want de burgers waren eindelijk
overtuigd, dal hoe grooter de handel der vreemdelingen, des te be-
langrijker het voordeel der inwoners was. Zoo liet zieh dan een over-
groot aantal kooplieden van andere landen vinden, die de haven der
stad zeer druk bezocht maakten, en veel Chineschen handel derwaarls
lokten. Er greep echter een opstand plaats, waarbij de zoogenaamdc
vaderlandsvrienden de oude regering wegzonden, en daarentegen
hun eigen landsbesiuur vestigden, dat intusschen' niet van langen
duur was.
De Engelschen verdedigden de zaak der gezamenlijke vreemdelingen.
Dewijl de handel thans zoo belangrijk was loegenomen en de opium
niet langer in de rivier van Canton geduld werd, begaven de schepen,
die dit bedwelmend vergift aan boord hadden, zieh naar een eiland,
het beruchte Lin tin, aan den mond der rivier. Hier vermeerderde
hun getal van jaar tot jaar, en thans rees liet denkbeeid op- om
nieuwe havens te bezoeken. De eerste pogingen gelukten niet, de
schepen werden afgewezen en zelfs de huizen der dorpen aan de
kust, waar de opium verkocht was, verbrand. Indien thans.de
overheid van Canton den zachtzinnigen weg had ingeslagen, dan zou
men waarschijnlijk nooit in deze ondernemingen volhard hebben.
Maar dit was geenszins wat zij wenschten, inlegendeel hadden er
botsingen zonder eind plaats, men stiet dreigementen uit en was
ijverig bezig met den vreemdelingen het leven zoo moeijelijk te maken
als inogelijk, en hen volgens Japansche manier als gevangenen te
behandelen. Dezen wreekten zieh daarvoor, en dus werd de Staat van
zaken nog slechter. Yoorslagen baatten volstrekt niels. Meer dan eens
zou het bijna tot het uitbarsten van een oorlog gekomen zijn; reeds
had de gouverneur van lndie gedreigd den admiraal met zijne geheele
vloot te zenden. Onder al deze twisten nam de handel toe; men verwierf
zeer groote sommen en keerde daarmede huiswaarts om het leven te
genieten.
De weinige schepen te Lin tin werden weldra in eene drijvende
kolonie herschapen; want hun getal werd sleeds grooter, de booten
der mandarijnen en de smokkelaars bragten zilver, kaneel, ruwe zijde
en andere dingen van waarde en verkregeii daarvoor opium en manu-
facturen. Zoo werd daar een handel gedreven met klinkende munt en
eene eerlijkheid, als men misschien nooit elders gezien heeft. De hooge
regering van China, wier dienaren te Canton een zeer belangrijk
aandeel in deze zaak hadden, drong aan op de afschaffing van het
misbruik, dat zoovele schepen, zonder een’ penning toi te betalen,
daar ongeslraft bleven liggen. De keizer slingerde ook zijne banvloeken
legen de ongehöorzame barbaren, en de Chinesche admiraals kwamen
zelfs om veel kruid te verschieten; maar daarbij bleef het ook.