
ving. Daarmede nog niet tevreden wilden zij zieh ook van eene nabij-
gelegen woestijn meester maken, loen Me te woedend op hen aanviel ,
en dezen stam bijkans vernietigde. Eenmaal op de baan der overwin-
ning rustte hij niet, maar bragt de nomaden van Gobi tot onderwerping,
stak de gele rivier over en bedreigde, nadat hij zieh met een Chineschen
verrader verbonden had, het hemelsche Rijk. Lieu pang, gewoon te
overwinnen, verliet in aller ijl de hoofdstad en de knellende hoofsche
vormen, sloeg de voorhoede van den vijand, en rukle, met verachting
zijner vijanden, hun land dieper binnen. Hier werd hij eensklaps door de
ontelbare ruiterij van den Tartaarschen vorst omsingeld, en kocht zijne
vrijheid voor het schoonste Chinesche meisje, dat den barbaar Me te tot
matiging vermaande. Helbeviel de horden, die nu eenen wapenstilstand
gesloten hadden, op den bodem yan het middenrijk; de keizer stelde een
groot leger onder het bevel van een zijner gunstelingen, om hunne
bewegingen gade te slaan. Deze opperbevelhebber had een belangrijken
aanhang, en werd verdacht van verraad. Hij werd daarom teruggeroe-
pen, maar nog eer hij Lojang bereikte,' had Lieu pang zijnen edelen
vriend Han sin reeds bij zieh ontboden, en zonder hem een verhoor
waardig te keuren, werd hij aan het hof onthoofd, den schuldigen
schonk hij daarentegen vergiffenis; dit is vorstengunst. Nog onregt-
vaardiger was zijn gedrag ten opzigte van een trouwen helper-, die hem
dikwijls in den hoogsten nood bijgeslaan, en met levensgevaar uit de
handen der belegeraars gered had. Hij had niets gedaan om argwaan te
wekken; doch, had een voorgevoel van den naderenden storm, en in het
bewuslzijn zijner onschuld, verzecht hij de keizerin een goed woord voor
hem te doen. Ondanks het, mededoogen, dat het hart der vrouw eigen is,
verzocht deze hären gemaal met gestrengheid jegens den ouden dienaar
te handelen, en toen hij zulks niet doen wilde, kocht zij zijne bedienden
om, die nu in behoorlijken vorm eene aanklagt tegen hunnen meester in-
bragten. Hij werd lerslond onthoofd, en eenzijneraanhangers, die zieh be-
klaagde wegens die wreedheid, veroordeeld om verbrand te worden — eene
straf, die de keizer hem bij rijper nadenken kwijtschold. Het geruchtdezer
moorddaden werd spoedig door het geheele land verbreid, en de edelste
mannen, de steunpilaren des rijks, begonnen te sidderen. Een hunner
rukle, om zieh van den ondergang te redden, met zijn leger tegen de
keizerlijke troepen op; Lieu pang was juist ziek, maar sprong bij deze
tijding uit zijn bed, en vervoegde zieh bij het leger. Na zijne terugkomst
brak eene oude wond bij hem open, en toen hij zijn einde zag naderen, benoemde
hij ondanks de legenbedenkingen zijner begunsligde vrouw, zijn
oudsten zoon tot opvolger en stierf (198) blijmoedig. In den tempel der
voorvaderen verkreeg hij den litel: Kao tsu.
Zijn leven was rijk aan daden, zijn gedrag jegens het algemeen wijs en
liefderijk, zoolang hij nog enkel legerhoofd was; maar zoodra de kroon
zijn hoofd versierde, was niemand trouweloozer. Dikwijls herinnerde hij
zieh met genoegen aan zijnen nederigen stand, en na zijn laatsten veldtogt
bezocht hij zijn geboorleland, om zieh vrolijk en ongedwongen bij een
grooten maaltijd met zijne landgenooten te vermaken. Bij het graf van
Kongfutse toonde hij ook, dat hij volstrekt niet onverschillig was jegens
zijne Verdiensten, hoewel hij zeer weinig van de grondstellingen des
volksleeraars begreep. Hij had zieh zelf den weg tot den troon gebaand
met het zwaard in de hand, en daarom kon hij nooit de denkbeeiden
van de vnenden der oude letterkunde huldigen, die beweerden*, dat het
land volgens wijsgeerigegrondstellingen moest geregeerd worden, en dat
de aanstellmg van evenzoo velemilitaire overheden als burgerlijke ambte-
naren verderfehjk was. Om hen te bevredigen en zieh voor hunne streken
te beveiligen, schreef hij alle stadhouders aan om de degelijkste geleer-
den naar de hoofdstad te zenden, ten einde daar eene akademie te vormen.
Dit verwekte algemeene tevredenheid.
Lieu pang is een van de beste vorslen, die de Chinesche geschiedenis
kent, en was zonder twijfel een krachtig werktuig in de hand Gods
om zulk een groot volk weder rust, vrede en welvaart te doen smaken!
Van al zijn buit hield hij slechts zooveel over om een prächtig paleis
te bouwen.
Hiao hoei ti, zijn opvolger, was nog zeer jong toen hij aan de regering
kwam. Zijne moeder kon niet vergeten, dat de begunstigde gemalin des
vorigen keizers hären eigen zoon tot erfgenaam van den troon bestemd had,
en daarom besloot zij de vreesselijkste wraak te oefenen. Tot dat einde
maakte zij zieh de afwezigheid des keizers ten nutte, en gaf toen aan den
zoon harer mededingster eenen vergiftigden drank. Vervolgens viel zij
op zijne moeder aan gelijk eene tijgerin^ rukte haar de hairen uit, en
nadat zij haar blind had laten maken en verminken, wierp zij het lijk
in een riool. Bij de terugkomst van den monarch prees zij zichzelve
uitermate, hijzelf was over deze gruwelen zoo getroffen, dat hij gedu-
rende een geheel jaar de regering verzuimde, en zieh alleen aan het
genoegen wijdde. Dezelfde furie wilde bij een grooten maaltijd den
giftbeker aan den prins van Tsi reiken, doch zag hären aanslag verijdeld.