
 
        
         
		eerzuchtige  geest  trad  nu  ook  nog  op  het  tooneel;  dil  was het opper-  
 hoofd  der  Kalmukken,  Si  wang  Ra  ptan,  die  den  Kaldan  in  lisl  nog  
 overtrof. 
 Bijna  waren  de  hulplegers  voldoende  voorbereid  en  de  toorn  van  
 Rang  hi  zou  lösbarsten,  toen  de  groote  gemoedsbeweging  hem  eene  
 koorts  veroorzaakte.  Deze  koorts  was  van  hardnekkigen  aard  en  wilde  
 voor  geen  Chineesch  geneesmiddel  wijken.  Daarop  genazen  hem  drie  
 Jezuietenmet dekoortsbast (kina),  legen den raad der vo'ornaamste Chine-  
 scbe doctoren. Maar de ziekte kwam terug, de pijnen en het onaangenaain  
 gevoel  waren  niet  te  verdragen,  de  vreemdelingen  boden  andermaal  
 hunne hulpmiddelen aan,  doch werden afgewezen. Drie Chinesche arlsen  
 hielden het voor best, om alle geneesmiddelen te laten slaan en de natuur  
 baren  vrijen  loop  te  laten  ,  ten  einde  den  aard  der  ziekte  na  te  spo-  
 ren. Maar de aanval der koorts werd steeds heviger;  de keizer deed einde-  
 lijk  eene algemeene  oproeping  aan  alle  steden,  om  hem  de  beproefde  
 geneesmiddelen  tegen  de  koorts  te  zenden;  een  aantal  kranken,  die  
 met  deze  kwaal  behebt  waren,  werden  naar het paleis gebragt,  om  het  
 middel  eerst  op  hen  te  proberen.  Een  menigte  Jiwakzalvers  liet  
 zieh  daar  viuden,  die  hflen  hunne  verhevene  kunst  roemden;  maar  
 niemand  kon  een  enkele  der  vCelvuldige  kranken  de  gezondheid  doen  
 herkrijgen.  Zoo  kwam  de  beurt  nu  weder  aan  de  Jezui'elen; zij  gaven  
 hun  geneesmiddel  aan  de  ergste  lijders,  en  dezen  waren  weldra  her-  
 steld.  Dit  was  een  triomf  voor  hen,  en  wel  des  te  grooter,  daar  de  
 vier eerste staatsdienaars zelven ooggetuigen der genezing geweest waren.  
 INu  prezen  zij  Rang  hi  de  artsenij  aan;  maar  de  erfprins  ontried  de  
 proeve  en maakte de  ernstigste tegenbedenkingen,  en daardoor weifelde  
 de  monarch.  Om  echter  nog  eene  proef  te  nemen,  liet  hij  zijne  vier  
 Grooten,  die  het  middel  geprezen  hadden,  de  kina  gebruiken.  Twaalf  
 uren  verstrCken  er zonder dal hun iets kwaads wedervoer,  toen meende  
 Rang  hi  dat  hij  mögt  wagen  helzelfde  middel  te  gebruiken. Hij  deed  
 het  met  bevende  hand,  mengde  zelf het  poeder  in  een  weinig  wijn,  
 dronk  het  en  werd  op  het oogenblik gezond. De  triomf der Europeanen  
 was  volkomen;  de  keizer  scbreef  hun  in  een  edict het behoud van zijn  
 leven  toe  en  bewees  ten  aanschouwen  van  het  geheele hof den zende-  
 lingen  de  grootste  eer.  Naderhand  schqnk  hij  den  Jezui'eten  zelfs  een  
 huis,  dat  te  voren  aan  een voornaam Man  tschuursch cdclman had  toe-  
 behoord,  en  gaf  zelf het  benoodigde  geld  om  eene  kerk  te  bouwen.  
 Rang hi wilde dat alle  godsdienstige  secten hunne  tempels zouden hebben 
 in  de  nabijheid  van  het  paleis;  daarom  vermaakte hij  schenkingen aan  
 de  Lamas,  Boeddhisten,  Taoisten,  gelijk  later  zijne  opvolgers  aan  de  
 Grieksche  kerk,  en  kon  natuurlijk  zulk  eene  gunst  niet  weigeren  aan  
 de  voortrefielijke  Ratholieken. 
 Toen  nu  alle  toebereidselen  gemaakt  waren,  gaf  de  keizer  eindelijk  
 bevel  om  het  leger  in beweging te stellen (1696).  Het  had  ontzettende  
 inspanningen  gekost  om  de  menschenmassaas ,  die  de keizer noodig  
 rekende,  bijeen  te  brengen.  De  Mongolen  als  hulptroepen,  de  jagers  
 uit  het  verwijderde Man  tschurie  van  den  Amur,  de gezamenlijke Tar-  
 taarsche  regimenlen  van  de  hoofdstad  en  een  groot  getal  Chinezen  
 moesten  in  drie  divisies  in  de  woestijn  voorwaarts  dringen,  om  den  
 Kaldan  te  överwinnen.  Gerbillon  schat  het  geheele  getal  troepen  op  
 168,730,  zonder  de slaven en bedienden der Soldaten mede te rekenen,  
 die, even als in de Indische  veldtogten,  de  legers vergezelden,  en mis-  
 schien  driemaal  zoo  sterk  in  aantal  zijn.  Het  is  intusschen zeer waar-  
 schijnlijk,  dat  deze  ontzettende  massa,  zoo  als  gewoonlijk  in  China ,  
 slechts  de  namen  bevat  die  men  op  de  rol  geschreven  had,  en  dat  
 misschien  geen  vijfde  gedeelte  in  de  werkelijkheid  bestond.  Dit  is ge-  
 heel  overeenkomstig  met  den  stijl  der  Chinezen,  en  wordt  thans  nog  
 algemeen  gedaan. 
 Dit  was  misschien  het  grootste  leger  dat  China  ooit  naar  Tartarije  
 gezonden  had;  maar  Rang  hi  wilde  zijn  naam  vereeuwigen  en  zieh  
 vreesselijk  op  de  Ralmukken  wreken,  daarom  verzuimde  hij  niets wat  
 zoowel  op  zij ne  onderdanen  als  op  zijne  leenmannen,  de  Mongolen,  
 diepen indruk  kon  maken.  Eerst  offerde  hij  aan  den  Hemel,  en  sprak  
 over  zijne  regtvaardige  zaak  in  een  lang  gebed,  beschuldigde  den  
 Kaldan  als  een  trouwelooze  en  smeekte  om wraak.  Toen  ging hij  naar  
 de  Walhalla,  waar  hij  van  zijne  voorvaderen  afscheid  nam,  en  nu  
 begon  de  groote  optogt  door  de  straten  van  Pe  king,  die  de  geheele  
 hoofdstad  in  beweging  bragt  en  verbaasde.  Ondanks  de  tamelijk  
 goede  orde  werden  de  \vagens weldra vermeid door de groote massaas,  
 die  optrokken,  en  men wanhoopte  aan  den  spoed,  dien  Rang  hi  zieh  
 had  voorgesteld.  Men  moest  herhaaldelijk  halt  maken,  en  verloor  
 daardoor  veel  lijd.  Yoor  bronnen  en  wellen <onder  weg  was  gezorgd,  
 en  hoewel  het  reeds  voorjaar  was,  viel  er  loch  somtijds,  gedurende  
 den nacht,  sneeuw,  zoodat de legers zeer gemakkelijk hun’ dorst konden  
 lesschen. Daarentegen werden de wegen zeer siecht, en het koslte onlzet-  
 tende inspanningen , om slechts drie  tot  vier  mijlen  daags  af  te  leggen.  
 n,   10