
 
        
         
		dan  zond  men  de  verbondenen  legen hunne landslieden,  wikkelde  hen  
 in  een  langdurigen  oorlog,  en  liet  Mongolen  tegen  Mongolen  voor  de  
 veiligheid  des  rijks  strijden.  Maar  Jong  lo  zelf wilde  zieh  ook  aan  de  
 woeslijnbewoners  als  een  onoverwinnelijk  vorst  vertoonen;  daarom  
 trok  hij  met  zeer  groote  pracht  en  een  ontelbaar  leger  de  woestijnen  
 in.  De  nomaden  vlugtten  natuurlijk  in  allerijl;  dit  werd  als een  roem-  
 ruchtige  overwinning  beschouwd  en  de  keizer  van  alle  kanten als een  
 held  begroet.  Op  een  anderen  keer  zond  hij  een  generaal,  die  echter  
 geslagen werd.  Nu riep de monarch de dappersten zijner wapenbroeders  
 te  zamen,  en  begon  met  hen  den  veldtogt  op  eene zeer groote schaal.  
 De  Tartaren  konden  aan  zijne  geoefende  troepen  geen  tegenstand  
 bieden,  en  onderwierpen  zieh  dus  op  de  ootmoedigste  wijze,  terwiji  
 zij  den  beleedigden  opperheer  ernstig  om  vergiffenis  smeeklen.  Yelen  
 der  Khans  begaven  zieh  als  om  strijd  naar  het  leger,  en  werden  
 als  medeleden  van  een  groot  verbond  gedeeltelijk  in  soldij  van  China  
 opgenomen.  Om  den  aanstaanden  troonopvolger  der  woeste  natie  met  
 de  gevaren  van  een  veldtogt  tegen  de Tartaren bekend te maken,  nam  
 hij hem met zieh,  en trok door deze van  water  ontbloote  wildernissen,  
 alsof hij  zieh  op  een  wandeltogt  bevond.  Terwiji andere keizers al hun  
 genoegen  in  het  harem  zöchten,  vond  Jong  lo  het  in  de  hooge  zand-  
 vlakten  van  Azie.  Hij  begon  daar  oorlogen,  alsof  hij  van  zins  was  op  
 eene  jagtpartij  te  gaan.  Maar  de  inspanningen  waren  zoo  afmattend,  
 dat zijn  krachtig  ligchaamsgeslel  er  ten  laatste  onder  bezweek  en  een  
 slepende  krankheid  op  al  de  overwinningen  volgde.  Hij  had  reeds  de  
 grenzen  van  China  bereikt,  toen de bleeke dood hem een bezoek kwam  
 geven  (1425).  Het  geheele  leger  nam  aanslonds  den  rouw  aan ,  en  de  
 erfprins  ging  weenend  en  weeklagend  de  doodkist  vooruit,  totdat  hij  
 eindelijk  te  Pe  king  aankwam.  Aldus  eindigde  het  leven  van  dezen  
 keizer;  spoedig  vlogen  de  jaren voorbij,  gedurende welke hij  den troon  
 bekleedde,  dien hij,  met  zooveel  onschuldig  bloed  bezoedeld,  beklommen  
 had. 
 Jong  lo  wilde  ook  als  beschermer  der  wetenschappen  schitteren;  
 daarom  betoonde  hij  zieh zeer naauwgezet in  het  benoemen  van  geleer-  
 den,  die  de  klassieke  schrijvers verklären moesten. Hij  was het,  die het  
 groote wetboek  der dynastie,  dat uit 1100 deelen  (!)  bestond,  uitgaf,  en  
 over  alle  onderwerpen  van  bestuur. en regering de naauwkeurigste ver-  
 ordeningen  naliet.  Hij  vernieuwde  het  verbod  legen  de  monniken,  om  
 vöör  hun  veerligste  jaar  den  geestelijken  ongehuwden  stand  aan  te 
 nemen,  daar  vele  jongelingen  uit  traaglieid  zieh de  kruin  hadden laten  
 scheren  en  als  monniken  leefden. 
 In  fcijne  familie  beleefde  Jong  lo  zeer  veel  verdriet.  Even  als  zijn  
 vader gedaan  had,  gaf  hij  zijnen  kinderen  landschappen  in  bestuur  en  
 voerde aldus het leenstelsel in ,  dat  reeds  vroeger  zulke  gevaarlijke  ge-  
 volgen  geliad  had.  Een  zijner  zonen  hield  zieh  in  Jun  nan  op,  maar  
 was zeer onlevreden, dat hij  zijn leven zoo verwijderd van het hof möest  
 slijten.  Daarom  besloot  hij  zijns  vaders  voorbeeld  te volgen en zieh tot  
 keizer  te  laten  uitroepen.  Hij  had  reeds  een  grooten  voorraad  van  
 wäpenen in het paleis bijeengebragt, en in het geheim alle toebereidselen  
 tot  een  opstand  gemaakt,  toen  een  spion  de geheele zaak aan het licht  
 bragt.  De  prins  werd  gevat  en  in  kelenen  naar  Pe  king gebragt. Daar  
 werd  hij,  door  zijn  eigen  vader  ter  dood  veroordeeld,  reeds  naar  de  
 strafplaats geleid, toen de geheele familie den monarch dringend smeekte,  
 den  misdadiger  genade  voor  regt  te  laten  wedervaren.  Lang  bleef  de  
 keizer besluiteloos, want zijn binnenste was zoo hard als steen;  eindelijk  
 werd  het  vermurwd  door de tränen der.prinsessen,  en  de  ongelukkige  
 werd  voor  altijd  uit  de  hoofdstad  gebannen. 
 Kien  wen  zwierf  nog  altijd  als  bedelmonnik  rond.  Hij  had  zieh  lang  
 in Jun nan opgehouden, maar trok naderhand  naar de provincies van het  
 binnenland,  en  toonde  zelfs  hoop  te  voeden  op  den  verloren  troon.  
 Aanvankelijk  wilde  Jong  lo  niet  gelooven  dat  zijn  neef  nog  in  leven  
 was;  toen  hij  echter  daarvan  verzekerd  was,  gaf  hij  heimelijk  bevel  
 om  den  zwervenden  priesler  zorgvuldig  te  bewaken,  maar  nooit  liet  
 hij  het  bekend  worden  dat  hijzelf  aan Kien wen’s leven geloofde. Aldus  
 leefde  de  keizerlijke  avontürier  op  eene  zeer  romaneske wijze en bragt  
 zijn  lijd  door  met  droomen. 
 Yan  Jong  lo’s  karakter kan men niet zeer veel tot aanbeveling zeggen.  
 Wij  ontdekken  bij  hem  eene  groote  wreedheid,  maar tevens  slandvas-  
 tigheid ,  eene onbegrensde eerzucht en  onvermoeide  vlijt  in  alle lakken  
 van  bestuur;  lafhartig,  maar  günstig gestemd en milddadig jegens zijne  
 krijgsmakkers,  ondernemend  en tevens  zeer bekrompen vän denkwijze,  
 wogen  zijne  deugden  schier  op  tegen  zijne  ondeugden. Vond  men veel  
 löfwaardigs  in  hem,  er  was  insgelijks  veel laakbaars.  Intusschen hand-  
 haafde  hij  slandvastig  de  majesteit  des  rijks,  en  was  altijd  ernstig  
 werkzaam  om  den  grond  te  leggen  tot  de  grootheid van  zijn  huis. 'Wij  
 kunnen  hem  misschien  bij  den  Engelschen  Hendrik  IV  vergelijken. 
 Gedurende  deze  vijfenlwintig  jaren  was  Europa  ook  niet  slil blijven