
 
        
         
		werkte en  geen  den  minslen  blik  op  de  toekomst wilde  vestigen. Voor  
 de  werkelijke  uitroeijing  der  opium  was  niemand  zoo  onbekwaam  als  
 liij,  voor  de  schijnbare  niemand  zoo  geschikt.  Indien men  zieh beijverd  
 had  den  meest  ongelijken  legenstander  uit  de  geheele  menigte  van  
 Europa’s  staatsmannen te kiezen, 4 an had zekerlijk  niemand deze  plaals  
 zoo  goed  kunnen  bekleeden  als  Elliot. 
 Toen  men  van  Lin’s  komst  hoorde,  beeide  alles  in  Canton;  de  
 admiraal  der  provincie  zond  aanstonds  eenige  afgevaardigden  naar  
 Macao,  om  daar  aan  le dringen  op  het  wegzenden  aller  scliepen,  die  
 opium  aan  boord  hadden,  totdat  de  storm  voorbij  was.  Maar  derge-  
 lijke  vreeswekkende  tijdingen  waren  zoo  dikwijls  herhaald,  dat  men  
 er  ook  thans  geen  geloof aan  sloeg.  Tevens  was  er  een  einde gemaakt  
 aan  de  geheele  sluikerij,  niemand wilde opium koopen ,  noch  er  voort-  
 aan  gebruik  van  maken.  Lin  zond  een  rondgaanden  brief  aan  alle  
 overheidspersonen,  waarin  hij  hen  vermaande  de  pijpen  op  te  zame-  
 len ,  en  de opium,  die  men  in  de  huizen  vond ,  aanstonds uit  te  leve-  
 ren.  Nu  ontslond  er inderdaad  een  wedstrijd ,  wie  het  meeste  heulsap  
 en  het  grootste  aantal  pijpen  kon  aanbrengen.  Ja  men  ging  zoo  ver,  
 van  zelfs opium  en  pijpen  te  koopen,  om  het  zijue  tot  deze  groote  
 hervorming  bij  te  dragen.  Zulk  eene  bereidvaardigheid  beviel  Lin,  en  
 nu  begon  hij  met  de  straffen.  De  raandarijnen,  die  vroeger.  zeer  veel  
 sluikerij  gepleegd  hadden,  werden  afgezet,  en  twee  officieren,  naar  
 men  zegt,  ter  dood  veroordeeld.  De  gouverneur,  die  er  ontzet-  
 tende  sommen  mede  gewonnen  had,  maakte  inlusschen  eene  uit-  
 zondering.  Hij  werd  in  dienst  gelaten,  om  als  ondersleuner  van  de  
 zaak  het  geheel  te  voltooijen.  Zijn  gedrag  was  nederig  en  slaafsch,  
 en  op  al  wat  Lin  voorsloeg,  zeide  hij:  j a .—  Daarop  begon  Lin  ook  
 tegen  de  menschen  van  geringer  stand  het  zwaard  der  wet  aan  te  
 grijpen.  Zoodra  dit  bekend  was,  snelden  tallooze  aanklagers  naar  de  
 gereglshoven,  en  weldra  waren  de  gevangenissen  met  duizenden  op-  
 gevuld.  Waar  verdenking  heerschle  en  men een’  vijand  in  het  verderf  
 wilde  störten,  verklaarde  men,  dat  hij  zieh  met  den  Opiumhandel  
 afgafende ondergangvan den  aangeklaagde was onvermijdelijk. Het bleek  
 echter  weldra,  dat de grootste schurken zieh  van deze algemeene schuld  
 bedienden  om  eerlijke  menschen  te  rui'neren,  ook warßn  de  gevangenissen  
 niet  meer  loereikende  voor  de  schuldigen,  en  dus  hield  de  
 vervolging  van  zelfs  op.  Het  aantal  dergenen  die  in  den  kerker op  de  
 ellendigste  wijze  slierven  is  nooit bekend gemaakt;  maar besmettelijke 
 ziekten,  pijniging  en  barbaarsche  behandeling,  zoowel  als  honger  
 onlledigden  de  gevangenissen  van  de  veelvuldige  offers,  en  de  dood  
 woedde met onbeteugelde magt. — Tevens had alle  handel opgehouden,  
 want  onder  voorwendsel  van  opium  te  zoeken,  drukte  men  de  koop-  
 lieden  pp  alle mogelijke  wijze,  en  wie  geld  liet  zien, werd  aanstonds  
 verdacht  verklaard  van  sluikerij,  en  liep gevaar van  al  zijne  goederen  
 te  verliezen  en daarenboven  naar de gevangenis  te  moeten.  De geheele  
 natie sidderde en beefde in afwachting van de dingen,  diekomenzouden.  
 Lin  wilde  nog  gestrenger  zijn,  en  gelaslte  dat  bij  alle openbare  regt-  
 banken  en  het  geheele  leger  onder  vijf,  lien  en  honderd  man  een  
 wederkeerig  opzigt moest plaals hebben ter Verhinderung van het opium-  
 rooken,  en  dat  onder  de  burgers  dezelfde  verordeniug gevolgd wierd,  
 zoodat  de  een  spion  werd  van  den  ander’ ,  en  zieh  door  de  aangifte  
 verrijken  kon.  Dikwijls,  wanneer  men  een  rijk  man  bij  het  geregt  
 wilde  aanklagen,  wierp men  eerst  heiinelijk eenige opium  in een  hoek ,  
 en  drong dan met Soldaten het  huis  binnen,  om  den  ongelukkigen in de  
 gevangenis  te  werpen  en  al  zijne  bezitlingen  te  plünderen.  Lin  was  
 wel  zeer  ontzet  over  het  gevolg  zijner  maatregelen,  maar  hij  meende  
 zijn  doel  bereikt  te hebben,  en  om  er  de  laalste  händ  aan  te  leggen,  
 sloeg  hij  voor,  dal  eerst  de-verkooper  en  kooper,  vervolgens  de  
 gebruiker ter dood zou veroordeeld worden,  dat worgen de  ligtste straf,  
 onlhoofden  de  zwaarste  zijn  zou.  De  voorslag  werd  bij  het  hoog  
 lijfstraffelijk  geregtshof  te  Pe  king  goedgekeurd  ,  door  Tao  kuang  be-  
 krachligd,  en  vervolgens  tot  rijkswet  verklaard ,  om  na  het  kort  
 verloop  van  een  jaar met  alle  gestrenglieid  uitgevoerd  te  worden. Nu  
 was  het,  volgens Lin’s  gevoelen,  in  het  geheele  land  gedaan  met  het  
 roöken;  de  hartstogten  der  menigte  waren door  strafweiten  bedwon-  
 gen,  en  iedereen  kon  thans  weder  matig  en  nuchter  leven. 
 Maar  de  helft van het  werk was  slechls volbragt,  en  de vreemdelin-  
 gen  moesten  nu  zijn  vollen  toorn  gevoelen,  want  zij  waren  het  die  
 de  Chinezen  tot  deze  ondeugd  verleid  hadden.  Om  dit  groote  plan  
 op  echt  Chinesche  wijze  te  volvoeren,  werden  de  kooplieden  te  
 Canton  alle  gevangen  genomen.  Yoorls  werd  hun  bevolen,  al  de.  
 opium,  die  zij  in  de  schepen  aan  de  kust  bezaten,  terstond  uit  te  
 leveren.  Zij  moesten  zieh  ten duurste  verbinden,  om  ze  nooit  weder in  
 te  voeren,  en  in  geval  zij  het  vergift  wederbragten,  moesten  zij  ter  
 dood'veroordeeld  worden. 
 Kort  daarop  werden  de  vöornaamsle  maatschappij-kooplieden  met