
want dezen waren zeer arm; daarom bepaalde hij zijn hoofdoogmerk
tot China. Maar gedachiig aan de nederlaag die de Mongolen geleden
hadden, wilde hij zieh niet in het gevaar störten, maar wendde voor
dal hij met de stammen in Ko ko nor zeer ernstige twisten te beslechten
had; hij deed dus verschilleude togten in die streken om den schijn
te geven dat hij beslolen had zieh daar te vestigen. Hij verblindde zijn
volk door zijne heiligheid; want hij was immers zelf te Lassa onder-
wezen en had reeds verschilleude trappen des hoogeren levens bereikt,
en er ontbrak zeer weinig aan om door zijne reinheid van hart Dalai
Lama te worden. Om nadere berigten omtrent China in te winuen
zond hij vele gezanten en verspieders uit, die echter niet van geloofs-
brieven voorzien waren, zoodat hij hunne zending gemakkelijk
loocheneu kon. Deze boden waren gewoonlijk listige Mohammedanen,
die zonderlinge verbalen deden van hunne avonluren en daardoor zelfs
de sluwe Chinezen verschalkten.
Kang hi was een scherpzinnig opmerker; daar hij reeds vroeger zeer
groot gewin had geoogsl van de verspieders, die onder de Mongolen ver-
spreid waren, rekende hij het der moeite waardig om hetzelfde stelsel ook
bij de Kalmukken toe te passen. Zijne verspieders“herigtten ook weldra,
dat de Kaldan zieh door list en heerschzucht bijzonder gevreesd had
gemaakl, maar dat hij buitendien geene groote gehechlheid onder zijne
landslieden vond, en, daar het leger over zulke uitgestrekte woestijnen
verspreid was, al zijne kracht in de vlakten versnipperd had. Doch de
keizer was daarmede niet tevreden, hij wenschte grondiger kennis van
zijn vijand te hebben en zond een prächtig gezantschap met buit beladen
naar het hoofdkwartier van den Kaldan, om alles betreffende
zijne omstandigheden uit te vorschen. Deze doorgrondde het oogmerk
van den monarch spoedig en ontving den minister met de grootste
eerbewijzen. Het eene feest volgde op het andere, alle bewijzen van
hoogachting, die het menschelijk verstand kon uitviuden, werden ook
hier betoond. De gezanten zagen zieh bestendig door eene eerewacht
omringd; al hunne wenschen werden oogenblikkelijk bevredigd; doch
men Het hen het land niet verspieden. Nadat zij daar een geruimen
tijd vertoefd en zieh zeer veel moeite getroost hadden om den Kaldan
te doorgronden, keerden de Chinezen onwetend en onbekend met de
omstandigheden der listige Kalmukken naar Pe king terug.
Kang hi was zeer onvergenoegd over deze mislukte zending; om eenen
magtigen vijand tegenover den Kaldan in de woestijnen te plaatsen,
bewoog hij de kleine vorsten van de Kalkas-Mongolen een vei*-
dedigend en aanvallend verbond te sluiten, dat Kang hi niet
alleen zeer roemde, maar ook met moed en kracht beloofde te ver-
dedigen. De Kaldan had naauwelijks het berigt vernomen, of hij trachtle
reeds tweedragt te zaaijen, en gaf den Mongolen te kennen dat zij als
een vrij volk, hetwelk eens over China geheerscht had, zieh een heer
hadden gegeven. Hij liet het daarbij niet aan geschenken en beloften
ontbreken, zoodat het gezantschap, dat Kang hi kort te voren aan de
vorsten gezonden had, zeer spoedig werd vergeten. Hij knoopte daar-
enlegen een verbond aan met eenigen der opperhoofden; daar dit de
ijverzucht der geallieerden opwekte, vielen twee van de vorsten hem
woedende aan en vermoordden zelfs zijnen broeder. Dit was juist
wat de Kaldan gewensebt had. Met zijn wakker leger voorwaarls ruk-
kend, sprak hij luide van de wraak die hij op het punt stond te
nemen. Hij sloot in het geheim een verbond met de Russen, enviel,
met de woede van een tijger, op de vijandeKjke Kalkas aan. Dezen,
in plaats van zieh vereenigd te verdedigen en den koenen vijand
af te slaan, zöchten hun heil in de vlugt en Helen hunne kudden en
alle overige levensbehoeften achter. Binnen kort wemelden de grenzen
van China van deze vlugtelingen, die geheel uitgehongerd het keizerlijk
gebied bereikten. Bij zulk eene verwarring kon Kang hi natuurlijk niet
zwijgen. Hij beproefde zoowel door gezantschappen als door een talrijk
leger het hart van den Kaldan te vermurwen. Deze klaagde daaren-
tegen over de schandelijke behandeling zijner onderdanen, die als
kooplieden het Chinesche gebied bezochten, en verzekerde den keizer,
dat de Kalkas hem het eerst hadden aangevallen. Nu maakte Kang hi
zeer groote toeruslingen tot den oorlog, terwijl hij zieh hield alsof
hij niets dan vrede bedoelde. Talrijke legers, door de Kalkas ver-
sterkt, trokken door de woestijnen; zij ontmoetten het dappere leger
van den Kaldan, en de voorhoede werd totaal door de Kalmukken
geslagen. Op dezen dag staafde zieh de overwegende magt van den
onstuimigen aanval dezer nomaden, die door alle gelederen heenbraken
en al de bagaadje in triomf als buit medenamen, nadat zijzelven in het
begin teruggedreven waren en eerst alles verloren hadden. Deze tijding
werd zeer spoedig naar Pe king gebragt; Kang hi zag het geheele gevaar
met zijn scherpen regenlenblik; maar hij wilde dengeuen die hem
omringden geene vrees inboezemen, en kondigde den hovelingen aan
dat hij van zins was, zieh gedurende den zomer in de woestijnen met