
ruimen, en besleedde de schatten, die hij aan het rijk ontroofde, tot
geschenken aan het leger, om zieh op die wijze aanhang le verschaffen.
De magt, die alleen op veroveringen gevestigd was, kon natuurlijk
niet dnurzaam zijn. Een te laat gemaakte veldtogt van Tschin tsching,
een’ der generaals, die de gesnedene had uilgezonden om een oproer le
dempen, gaf de eerste gelegenheid tot een algemeenen opstand. Bedacht
voor de straf van den heerschzachligen en wreedaardigen gunsteling,
verbond hij zieh met twee wijzen uit de school van Kong fu tse, en ver-
zamelde scharen van misnoegden rondom zieh. Doch er ontstond tweedragt
onder de hoofden, daar ieder slechts bedacht was op zijn eigen
belang, en daardoor alleen ontkwam de jonge keizer aan de handen der
rebellen, die anders gemakkelijk den onwetenden brasser overmeesterd
konden hebben. Door wreedheid meende hij zieh echter nog staande te
zullen houden. Een zijner generaals behaalde de overwinning, en ver-
sloeg Tschin tsching, terwijl een tweede aanvoerder der oproerlingen
door eenen vertoornden vijand gedood werd. Doch de rebellen geleken
op den kop der Hydra; naauwelijks was er een overwonnen, of er waren
er drie in zijne plaats, waarvan ieder een landje voor zieh wenschte te
bezitten. Zoo heerschte overal onrust en verderf, en het was onmogelijk,
het land weder tot kalmte te brengen. De aanzienlijken aan het hof
waren het rampzalig bestuur moede, en boden aan om in plaats van den
keizer de taak der regering op zieh te nemen. Deze was daarover uiter-
mate verheugd, en dewijl Li sse aan het hoofd dezer ambtenaren slond,
droeg de keizer hem op om het kabinet zamen te roepen. Naauwelijks
had de gesnedene dit vernomen of hij werd als woedend, door listige
streken wist hij het zoover te brengen, dat de oude minister Li sse aan
stukken gesneden werd, terwijl duizenden zijner aanhangers deze verme-
telheid van zieh de keizerlijke magt aangematigd te hebben met het
verlies van hun leven betaalden.
Toen ook deze schandelijke poging gelukt was, vermoordde hij al de
getrouwe dienaren van zijn heer, en nadat alle posten alleen door zijne
eigene aanhangers bezet waren, riep bij den gouverneur eener stad te
hulp, om ook den keizer zelf uit den weg te ruimen. Deze verscheen
met zijne trawanten, in de hoofdslad had men de vreeswekkendsle ge-
ruchten verspreid, zoodat de geheele bevolking in opstand was. Toen
de moordenaar den keizer naderde, smeekte deze met groot misbaar, dat
men hem toch het leven zoude laten, dat hij zieh gaarne met het bezit
van een klein vorstendom wilde tevreden stellen. Dit werd hem inlusschen
niet toegeslaan. Vervolgens knielde hij neder, en kermend smeekte
hij om het leven zijner vrouw en kinderen; maar hetantwoord luidde:
gij hebt zoo velen tot weduwen en weezen gemaakt, zoovele familien uit-
geroeid, en moet uwe schandelijke daden, benevens al de uwen, als eene
waarschuwing voor het geheele land, met het leven betalen. Nadat de keizer
nog eens over de trouweloosheid van den gesnedene gezucht had, stiet hij
zieh den dolk in het hart, (207) en viel voor den muiter in zijn bloed neder.
Doch de wreker was reeds voor de deur; de prins zelf, dien de
booswicht tot opvolger gekozen had, strafte de gruwelen van den gesnedene,
zoodra hij hem magtig kon worden, met den dood, tot groote
blijdschap des volks. De schepter van het rijk moest echter niet in deze
familie blijven. Naauwelijks had men Tse jing als prins van Tsin erkend,
toen een krachtvol man, Lieu pang — over wien weldra meer — toen-
maals generaal van den nieuwen prins van Tsu, hem in het naauw bragt.
Noch Soldaten noch onderdanen bleven den opperheer getrouw, en daardoor
was hij genoodzaakt zichop een wagen met witte paarden bespannen
te plaatsen en zieh den overwinnaar op genade en ongenade over te geven.
Lieu pang was te grootmoedig, om den gevallen vijand van het leven te
berooven. Met Tse jing eindigde dit stamhuis (206).
Een weinig vroeger is de togt van Alexander, die aan de geheele wes-
tersche wereld eene andere rigting gaf; gelijktijdig de oorlog zijner
generaals onderling. De verheffing der Homeinen, hun met overwinning
bekroonde strijd in Italie zoowel, als met Carthago, vallen insgelijks
in dit tijdvak, en toen Scipio in Spanje aankwam, hield bet huis van
Tsin op over China te regeren. *)
DERDE AFDEELIM.
DE DYNASTIE VAN HAN.
(206 v. Chr.—263 na Chr.)
Om den draad der geschiedenis niet te verliezen, zal het noodzakelijk
zijn iets over den slamvader van dit vorstenhuis te zeggen. Hij is een van
de beroemdste helden der Chinezen, wiens grootheid niet door kleingees-
*) De Rang kien handelt uitvoerig over deze gebeurtenissen. — Over
Schi Hoang ti heeft men een aantal romans geschreven.