
l)e slrijd werd bijgelegd door den inval der Tartaren. Zij kwamen als
altijd, volkomen zeker van hunne zegepraal, in het land; maar ont-
moetten een Chineesch leger, door een held aangevoerd, en werden
geheelenal geslagen. Toen zij zieh naderhand voor eene vesting waag-
den, bragt de onverschrokken bevelhebber hun zulk een verlies Coe, dat
zij gretig aftrokken. Men zou de geheele magt der vijanden vernietigd
kunnen hebben, indien niet een Chinesche generaal, naijverig op den
roem des helds, trouweloos alle hulp aan de nomaden betoond had.
Het was den Kin thans duidelijk gebleken, dat zij niet meer vermogten
te strijden als hunne voorzaten, en dat de Chinezen, met nieuwen moed
bezield, hun dapperen tegensland konden bieden. Vandaar deed U lo,
hun Khan, alle moeite om de verschillen bij te leggen, en spoorde zelfs
den Chineschen gezanl daartoe aan, die te voren zeer hard behandeld
was geworden. Het zeldzame van deze zaak was echter, dat Hiao tsong
de grootste hinderpalen aan het sluiten des vredes in den weg stelde;
want hij wilde zieh niet schikken naar de vroegere gebruiken, en boven-
dien groote voorregten bedingen, die de Kin hardnekkig weigerden.
Zijn minister was van een geheel ander gevoelen; vruchleloos opperde
hij tegenbedenkingen om zijnen heer tot vrede te bewegen; alles scheen
te vergeefs. Toen zond hij een geheimen bode, met verzoek aan de
Tartaren om zijne landslieden duchtig slaag te geven, dat hen zekerlijk
meer geneigd zou maken tot den vrede. De Khan verstond den wenk,
rukte terstond binnen China, en sloeg de zorgelooze generaals geheelenal.
Doch de verbindtenisen van den staatsman werden bekend, openlijk
eischte men den dood des verraders, hijzelf verwijderde zieh van het
hof, en stierf van vrees en verdriet.
De Khan U lo was vredelievend, en dus werd het verbond, ondanks
alle hindernissen, gesloten. Hiao tsong verkreeg groote voordeelen, de
grenzen des lands bleven dezelfde als te voren, doch de Kin verminderden
de schatting eenigzins. Er werd nu bepaald, dat de keizer van China in
alleofficieele brieven zieh neef, en den grooten keizer oom moest noemen.
U lo was een regtschapen man, trouw en eerlijk in al zijne handelin-
gen. Het hertogdom Hia, ofschoon klein en zwak, had zieh onder alle
stormen staande gehouden, dreef ook handel met het land der Kin, en
zond schoone steenen in ruil voor zijden stoffen derwaarts. Toen zeide
U io : «welke waarde hebben deze goederen voor ons, en waarom zouden
wij onze kostelijke stoffen daarvoor afstaan?» en aanstonds verbood hij
dezen handel. Daartoe zou het echter niet gekomen zijn, als men aan
het lliasche hof geene verderfelijke listen en slreken beraamd had. Te
weten, de minister van Staat deed U lo zeer voordeelige voorslagen, als
hij bij eene verdeeling des lands tusschen hemzelven en den opperheer
borg wilde spreken. Zijne dienaren vermaanden hem ernstig daartoe;
maar U lo zeide: «al kon ik mij ook door verraad van dat geheele land
meesler maken, veracht ik de middelen en belagch den trouwelooze.»
De minister, door dat antwoord nog niet afgeschrikt, zond naar het
Chinesche hof; toen hij nog bezig was met onderhandelingen, ontdekte
zijn eigen vorst een’ van de boden, en sloeg zijnen valschen hoveling
het hoofd af. — Een muiteling in Korea verzocht ook dringend om hulp
bij U Io; maar in plaats van hem troepen te zenden, om een gedeelttf
van het grensland aan zieh te trekken en daardoor zijn rijk te vergrooten,
gelijk de hovelingen hem aanrieden, deed U lo al wat mogelijk was om
de twisten bij te leggen. Zoo had zijn nabuur weder vrede, en deze
zond hem, als bewijs van dankbaarheid voor zijn edelmoedig gedrag,
een met diamanten omzetten gordel. Zoodra U lo dien ontvangen had
en zijne dienaren hem naauwkeuriger bezagen, maakten zij de opmer-
king, dat de glans der edelgesteenten niet zeer helder was, en dat het
misschien valsche waren; zij wilden daarom het geschenk terugzenden.
«Doet dit niet,» hernam de trouwhartige Khan; «ik eer immers den
wensch om met mij in goede verstandhouding te staan, niet de waarde
van het geschenk. » — In plaats van zieh dus met oorlogen twist in te
laten, verbeterde U lo de letterkunde des lands. Men had reeds schrijf-
teekens uitgevonden; nu werden China’s geschiedkundige werken, bene-
vens de klassieken, in de landstaal overgezet, en zeer veel ter beschaving
des volks gedaan. Toen de Staat der Kin zieh nu in den grootsten bloei
bevond, wilde U lo, die inmiddels oud geworden was, het land zijner
vaderen, Tartarije, bezoeken, en droeg de regering, gedurende zijne
afwezigheid, over op zijn zoon. Toen hij in de steppen aankwam, was
hij als eene jonge ree, die aan de gevangenschap ontkomen, zieh weder
in de vrije ruimte begeven kan. Buiten zichzelven van blijdschap, kon-
digde hij eene algemeene amnestie af, en schonk groote voorregten aan
de nog achterblijvende stammen, om zijn naam in die afgelegen streken
door goedheid te vereeuwigen.
Mel zulk een vorst kon Hiao tsong het natuurlijk spoedig eens worden.
Men hoorde niet langer het gedruisch der wapenen : het woord oorlog
geraakte in vergetelheid en de geschiedenis van de strooptogten der
Tartaren klonk als een sprookje uit overoude tijden. De keizer zelf was