
stuk ijs niel het water, en eVeneens als dit smelt en vloeibaar wordt,
keert ook de geest na den dood weder tot de groote massa, als de
oorspronkelijke stof. Desniettegenstaande verordende hij zeer gestren-
gelijk, dat er offers moesten gebragt worden aan de zielen der afge-
storvenen, en stelde dit als een der heiligste pligten voor, die men aan
zijne ouders verschuldigd is. Hij had zonder twijfel een duister ver-
moeden van de onderwereld en van de daarin ronddolende schimmen,
doch verklaarde zieh nooit daaromtrent, maar gebood ontzag voor al
het onzigtbare. Hij was inderdaad een wereldwijze, die den mensch
aan het aardsche kluisterde, en de bevrediging aller wenschen in dit
leven zochl. tiroot en lofwaardig is zijn streven, daar hij de eerste onder
zijne natie was, die als volksleeraar optrad, en men kan hem uit dien
hoofde het bekrompene zijner gevoelens wel vergeven. Hij beminde
den vrede, prees allijd welwillendheid aan, en vermaande de vorsten
om een eind te maken aan hunne onderlinge twisten; ja hij beloofde zelfs
aan dengeen, die het bloed zijner onderdanen sparen zou, den troon
eens alleenheerschers. Zijne praktische rigting was dikwijls het gevolg
van valsche beginselen, die hem door gedurige herhaling dierbaar geworden
waren, en zijne magtspreuken hebben zieh op alle volgende
tijden voortgeplant.
Wanneer men de voortreffelijkheid van eenig wijsgeer naar het welslagen
zijner pogingen beoordeelt, dan is er geen wijze uit wat eeuw of
land ook met Kong fu tse gelijk te stellen. Hij vond gehoor bij de
vorsten; want zijne leer onderwierp de onderdanen geheel aan hunne
willekeur, en moesten zij zulk eenen meester niet eeren? Moesten zij
zijne leerlingen niet bevorderen, daar zij de zekersle werktuigen waren
om hunne magt te bevestigen? En moest het volk een stelsel niet bestu-
deren, dat den vlijtigen den weg kon banen tot eer en waärdigheden ?
Daarvandaan werden de geschriften van den wijsgeer , benevens die van
zijn leerling Meng tse, de eenigen die in alle scholen van het groote
rijk sedert bijkans tweeduizend jaren gelezen zijn, die het kind van
buiten leert en de doctor met grijze hairen verklaart. Duizend mil-
lioenen hebben zonder ophouden hunne vlijt aangewend om de wijs-
heid van dezen eenigen leeraar te kennen, en geen oorlog noch ver-
woesting hebben de nimmer uitgedoofde zucht kunnen uitroeijen, om
Kong fu tse te lezen. De uitvindingen van het westen, de hoogere
beschaving van den geest, eene rijke vcrzameling van geschriften over
de voortreffelijksle welensehappen hebben'ter naauwernood ielsaanlrekketijks
gehad voor den Chirtees, die de denkbeeiden van zijnen Wijze
kende; en iedere vriendelijke pogin'g, om iels beters tegeven in plaats van
het verouderde, werd honend afgewezen; want de koning der wijsgeeren
heeft immers alles geleerd, alles- gezegd, alles onldekt en alles medege-
deeld. Kong fu tse voltooide het gebouw, en de vorm, dien zijn volk door
zijne pogingen aannam, is onder alle omwentelingen bewaard gebleven.
Als men de Chinezen vergelijkt met die Grieken, welke straks na
zijnen dood in het Westen zoo groot opzien wekten, dan is bet onder-
scheid zoo belangrijk, dat men schier niets gelijksoortigs viuden kan.
Socrates gaf zijne lessen niet om vorsten te vleijen of verderfelijke
twisten te doen ophouden, maar om deugd te verbreiden. Plato was
een diepzinnig denker en vond zijn geluk in de poezij der begrippen.
Kong fu tse beoogde niets anders, dan een goed inkomen te hebben,
en zijne bespiegelingen en beschouwingen moesten geheel voor dit oog-
merk passen; hij was praktisch nuttig voor zichzeiven, zijne leerlingen
en den Staat, en uit dien hoofde is zijn roem veel duurzamer.
De regeerders des lands maakten het groote aantal dergenen uit, die nut
trokken van zijn onderwijs. De Chinesche leeraar lacht om Diogenes,
want het was hem veel meer waard, eenen goeden ministerspost te
bekleeden, dan der menschen dwaasheden bespottend in eene ton te
leven. Pythagoras was de tegenvoeter van dezen man; want in den-
zelfden graad als hij streefde om van de wereld afgezonderd te leven,
werkte en leefde de Chinesche wijze in en voor het tegenwoordige,
en beschouwde bei genot der wereld als het hoogste geluk. Hij kon
uit dien hoofde nooit met de Sto'icijnen instemmen, want dezen legden
zieh op zelfverloochening toe, terwijl hij de begeerte slechls te meer
aanvuurde, door het uitzigt op staatkundige grootheid te openen. Mis-
schien zou hij zieh het best bij de Epicuristen scharen, maar dezen
waren toch geene staatkundigen bij uitsluiting, terwijl de wijsgeer van
het Oosten juist in het staafsleven het eenige heil voor de mensch-
heid zocht, hoewel zijne navolgers het zingenot huldigen, en de ge-
noegens der aarde zonder schroom in de ruimste mate genieten. Aristoteles,
de veelweter, munt als wijsgeer verre boven Kong fu tse uit;
doch de laatste wist zelfs den geringen omvang zijner kenms tot betere
oogmerken aan te wenden. De inhoud zijner geschriften is tameiijk
eenvoudig, slechts de inkleeding en de spreekwijze zijn moeijelijk te
vatten; het meeste verstaat men van zelfs zonder zakelijke verklaring,
en de denkbeelden zijn zoo weinig in getal, dat men het geheel in