
 
        
         
		krijgskunst  gevorderd.  Zij  lieten  dus  den  tros  gerust  in  hun  land  
 voorwaarts  dringen,  en  toen  hei  leger  zieh  verkwikl  had  en  de weinige  
 paarden,  die  nog  overgebleven waren,  weder  krachlig  geworden  
 waren,  vielen  zij  onder  het  zwaard  der  slouimoedige  Man  tschu.  De  
 opstand  begon  in  het  jaar  1826;  in  het  volgende  jaar waren  de  troe-  
 pen  op  de  plaats  hunner  bestemming.  Zij  kwainen  van  de  verschil-  
 lendste  streken  des  Rijks;  zelfs  de  verwijderde  A  mur  nioest  zijne  
 krijgslieden  leveren,  om  de rebellen  te beslrijden. Eerst  ging  dit goed,  
 maar  weldra verloren  de  Türken  de vrees voor de Tartaren ,  en  slon-  
 den  dapper  in  de  gelederen  bij  elken  hernieuwden  aanval.  De  gene-  
 raals des  keizers  zagen  dus  weldra,  dat  het  met  openlijke  aanvallen  
 niet  gelukken  zou  den  vijand  uit  het  lapd  te  drijven;  nu  verzamel-  
 den  zij  de  gevonnisden,  die  gebannen  waren,  en  onder zeer gestrenge  
 behandeling  in  het  kamp  der  Soldaten  leefden.  Dezen  beloofden  zij  
 vrijheid,  als  zij  in  de  voorste  gelederen  voor  het  vaderland  wilden  
 slrijden.  Daar het  bijna allen  gaauwdieven waren  van  nature, waren  zij  
 beter geschikt om enkele vijanden  gevangen te  nemen ,  die  zieh,van  het  
 kamp  verwijderd  hadden.  Ook  begaven  zij  zieh  naar  ’s vijands  leger  
 en  verkondigden daar dat zij  overloopers  waren,  die  het  met  de  zaak  
 der  Mohammedanen wel  meenden.  Maar  zoodra  zieh  eene  gelegenheid  
 aanbood,  röofden  zij  een’  of  ander’  soldaal  dien  zij  magtig  konden  
 worden,  ofsneden  een  Turk  het  hoofd  af  en  snelden  er  triomferend  
 inede naar  den Chineschen  bevelhebber.  Daar  ontvingpn zij  eene  beloo-  
 ning j  en  het  berigt  van de vuige daad werd naar Pe king  overgemaakt  
 als  eene  overwinning op de vijanden,  waarvan  de  generaal  zieh  al  de  
 Verdienste  toeeigende.  De  Türken  besloten  de  uiterste  gestrengheid  
 tegen zulke  schelmen  te bezigen , maar  wreekten  de gruwelen  altijd  op  
 de  vreedzame  inwoners,  wier  vrouwen  en  hinderen  zij  niet  spaarden.  
 ln  verschillende  veldslagen,  die  zij  vervolgens  aan  de  Man  tschu  
 leverden,  behaalden  zij  de  overwinning,  en  de  kcizerlijken ,  ofschoon  
 zij  de  vier  verloren  steden  reeds  hernomen  hadden;  geraakten  in  
 groot  gövaar.  De  keizer,  van  alle  bijzonderheden  wel  onderrigt, zond  
 oogenblikkelijk  verslerking,-  opdat  de  zinkende  moed  van  het  leger  
 opgebeurd  werd,  en  aan  eene  gelukkige  uitkomst  twijfelend  gaf  
 hij  heimelijk  bevel  om  geen  geld  te  sparen,  ten  einde den  belhainel  
 Dsche  hang  ir  in  handen  te  krijgen.  Na  de  overwinningen,  door  
 de  wijsheid  van  den  aanvoerder  behaald  ,  beschouwden  de Mohammedaner] 
   hem  als  een’  heilige  en  beloofden  hem  onbepaalde  gehoorzaamheid. 
   Hij  beschikle  dus  alles  gelijk  hij  wikle,  was  altijd  aan  het  
 hoofd  zijner. gelrouwen,  en  waar  het  gevaar  dreigde,  was  hij  ook  de  
 eerste. Voor  zijne  dapperheid  zwichtten  de  grijze  Tartaarsche  krijgslieden  
 en zij  eerden  den man,  die, wanneer  het  zijne  natie  gold,  nooit  
 van  zijne  ondernemingen  afgeschrikt  kon  -worden.  Maar  wat  vermögt  
 hij  met  zijn’ onwrikbaren  moed  legenover  list  en  bedrog ?  Hij  leverde  
 zijn’ laatsten  slag in  eene vlakte, waar  de  wind  zijne  Soldaten  het zand  
 in ’taangezigt  deed  stuiven,  en  daardoor  den  aanval  der  Tartaren  ge-  
 makkelijker  maakte.  De  keizer,  die  dit  hoorde,  schreef  met  zijn’  op-  
 perbevelhebber  de  overwinning  toe  aan  de  ondersteuning  van  den  
 oorlogsgod  der  Ghinezen —  Ruan  fu  tse  of  Kuan  ti,  een  held  uit  de  
 derde  eeuw,  die  gedurende  den  strijd  der  drie  Rijken  aan  Liu  pei  
 gelrouw  was  loegedaan,  en vrijwillig en  gaarne  veel voor  hem op zieh  
 nam. Daarom werd ook een  tempel  ter  zijner eer gebouwd,  en de  keizer  
 verblijdde  zieh,  dat  zijne  familie  zulk  een  magtigen  beschermer  had  
 gekozen. — Na  dezen  slag  wilde men  de  uitkomst  van  den oörlog niet  
 langer  op  ijzer  en  lood  laten  aankomen,  maar  bezigde  in  de  plaats  
 daarvan  zilver  en  goud,  helgeen  het  gewenschle  gevolg  had.  Eerst  
 werden de  neven van den  aanvoerder,  vervolgens  Dsche  hang  ir  zelf,  
 door  verraad  van  den  Khan  van  Chokand,  zoo  als  men  vermoedt,  
 gevangen genomen. De veldtogt  had  meer  dan  23  millioen onceu zilver  
 gekost;  maar  de  vijand  was  overwonnen  in  handen  van  Tschang ling  
 (1828).  Zeer  groot  was  de  blijdscfiap  over  het  spoedig  ten  einde  
 brengen  van  den  oorlog;  ministers  en  generaals  werden  met  milde  
 hand  begifligd,  verkregen  titels  en  hooger’  posten;  overal  verloonde  
 zieh  de  gunst  van  Tao  kuang  en  China  had  eene  duurzame  overwinning  
 behaald;  want  Dsche  hang  ir  was  te  Pe  king  en  had  de  lange  
 reis  in- eene  kooi  gedaan. 
 De bewijzen van ’s keizers gunst beslonden  in tabakszakken,  steeneu,  
 en  paauwenveren,  die  inderdaad  zeer _ weinig  waarde  hebben,  maar  
 uithoofde van  den gever evenzob als onze Unten  zeer  hoog  geschat  worden. 
   De  intogt  van  Tschang  ling  zelf  was  zöer  prächtig;  de  keizer  
 benoemde  hem  aanstonds  tot  minister  der  buitenlandsche  koloniale  
 zaken.  De  anderen  verkregen  hunnen  rang  naarmate  van  de  Verdiensten  
 ,  die  men  hun  toekende;  onder  dezen  ook  Hu  tschao, een  
 zeer  beroemd  generaal,  die  bij  de  gevangenneming  van Dsche hang ir  
 tegenwoordig  was.  Het bleek  bij  het  onderzoek,  dat  hij  door  de  Mohammedanen  
 met  de  zwarte  tulbanden  van  Chokand gegrepen  en  aan