
 
        
         
		straffen.  Wederom  met  gelach  afgewezen,  rende  hij  de  stad  door,  
 schreeuwde zijnen medeburgers de beschimping,  die hij ondergaan had,  
 in het oor,  en de Chinesche kommandant,  die zieh vruchteloos voor den  
 ongelukkige  had  in  de  bres  gesteld,  plaatste  zieh  aanstonds  aan  het  
 hoofd van  het  gebelgde volk,  en vermoordde  al  de  Man  tschuren  zon-  
 der  genade.  Alleen  de  gezant  ontkwam;  hij  klom  over  den  muur  en  
 vond  daar  toevallig  een  paard,  waarop  hij  wegrende.  Intusschen  had  
 de  Chinesche  aanvoerder  de  kleine  sehaar der stedelingen rondom zieh  
 verzameld  en  hun  zijn  onverzoenlijken  haat  tegen  de  barbaren  mede-  
 gedeeld.  Hij  liet  dus  eene  algemeene  oproeping  doen  aan  zijne  land-  
 genooten,  om  tegenstand  te  bieden  aan zulke verachtelijke menschen ;  
 naauwelijks  was  deze  oproeping  bekend,  of  er  hadden  zieh  ook reeds 
 100,000  Chinezen  onder  de  vanen  van  den  kommandant.verzameld,  
 wien  zij  een  prins  van  Han  en  een hersteiler der natie noemden. Deze  
 scheen  werkelijk  tot  groote  daden  geboren  te  zijn;  om  echter  met  
 günstig  gevolg  voor  de  natie  te  strijden,  zond  hij  naar  den  vorst  der  
 Mongolen,  dien  de  keizer  tot  zijn  schoonvader  had  willen  maken,  en  
 vroeg  hem  om  hulp.  Deze  Khan,  de  magtigste  der  Mongolen,  was  
 terstond  gereed  om  de/Man  tschuren  te  overvallen  en  hun  het  bezit  
 van  China  te  betwisten.  Het  is  onverklaarbaar,  dat  de  laatste  Chinesche  
 keizer  er  nooit  aan  dacht,  om  deze  nomaden  te  hulp  te  roepen  
 en  de  plannen  der  Man  tschuren  door  een  aanval  in  den  rüg  te  ver-  
 ijdelen. 
 Van  al  deze  voorvallen  ontving  men  te  Pe  kingberigt,  en Jbesefte  
 weldra  het  groot  gevaar,  dat  het  bestaan  des  Rijks  bedreigde.  Men  
 zond  de  rijkste  geschenken  naar  Mongolie,  verkreeg  van  den  Khan  
 de  bruid  en  ried  hem  het  Chinesche  verbond  af.  De Chinezen hadden  
 ■kruidwagens  op  eene  lange  rij  geplaatst  even als proviantwagens;  tpen  
 de Man  tschuren  aankwamen,  namen  zij  kwanswijs  de vlugt. Naauwelijks  
 waren  de  Man  tschuren  met  het  plünderen  der  wagens  bezig,  
 of  deze  vlogen,  door  een  kruidlijn  in  brand  gestoken,  in de lucht,  de  
 held  van  Han  hieuw  op  den  vijand  los  en  versloeg op dien merkwaar-  
 digen  dag  13,000  man.  Een  ander  leger  der Man  tschuren verging het  
 niet  beter.  De  regent  besloot  daarom  zelf  te  veld te trekken;  in plaals  
 van  op  Tartaarsche  wijze  terstond  forsch  aan  te  vallen,  draalde  hij  
 en  vermoeide  de  Chinezen,  totdat  dezen  zieh  in eene vesting wierpen.  
 Dit  hadden  de  Man  tschuren  juist  gewenscht.  Zij  slöten  de  plaats  in  
 en omringden  haar  met  eene  groote  loopgraaf.  Daarop  verzamelde  de 
 opperbevelhebber zijne dappere oflicieren ,  sprak van den hongerdood en  
 het onvermijdelijk  verderf als men  niet  wakker  streed,  en  stortte  zieh  
 veryolgens met zijne getrouwen op de gehate vreemdelingen. Onweerstaan-  
 baar was zijn aanval;  de Man tschuren geraakten in wanorde, weken naar  
 alle  kanten  en  waren  reeds  op  het  punt  van  te  vlugten.  Toen spande  
 een  gemeen  soldaat  zijn  boog  en  doorschoot  den  vorst  van  Han  het  
 hart.  Spoedig  verbreidde  zieh  het’gerucht  dat de held gesneuveld was.  
 Van  dit  oogenblik  af  dacht  niemand  meer  aan  een strijd voor vrijbeid  
 en  regt;  ieder  ging  naar  huis,  en  de  Tartaren bekommerden zieh niet  
 langer  om  de  oproerlingen.  Zoo  was  deze  onderneming  door  het  af-  
 schielen  van  eene  enkele  pijl  geeindigd. 
 In  Sse  tschuen  had  men  altijd  eene  tamelijke  onafhankelijkheid  be-  
 waard.  Zoodra  dus  de  tijding  van  den  val  des  Rijks  kwam,  waren  
 vele  mededingers  naar  de  oppermagt  gereed  haar  met  het  zwaard  
 te  koopen.  Allen  zwichlten  voor  een  zekeren  Tschang  hien  tschong,  
 een  monster  van  wreedheid.  Hij  had  de  bloeddorstige  roovers  door  
 zijne  vrolijkheid  en  gulheid  tot  zieh  getrokken;  met  hunne  hulp  nam  
 hij  de  meesle  steden  dezer  uitgestrekte  provincie  in  bezit. Vervolgens  
 trok  hij  ook  tot  voor  de  hoofdslad,  waar  de  stadhouder  zieh  zoo  be-  
 slissend  verdedigde,  dat  den  woesten  krijgsman  weinig  lioop  op  ver-  
 overing  restte.  Om  zieh  te  wreken  verbrandde Tschang de omliggende  
 plaatsen  en  trok  zegevierend  rond  in de omstreek,  na  de ongehoordste  
 wreedheden  gepleegd  te  hebben.  De  stadhouder,  daarover  vergramd,  
 deed  met  de  burgerwacht  een  uitval,  brak  door  de  opeen  gedrongen  
 gelederen der muitelingen heen,  dood  en  verderf rondom  zieh  verbrei-  
 dend.  Nu weken de moordenaars ,  duizenden  hunner makkers bedekten  
 den  grond;  maar  in  het  oogenblik  der  overwinning werd  de  gouver-  
 neur  doorschöten.  Zijne  Soldaten wilden  thans  niet  langer  tegenstand  
 bieden,  en  vlugtten  naar  alle  rigtingen.  De  dwingeland  trok  kort  
 daarop  le  Tsching  ta  als  overwinnaar  binnen  en  wilde  alle  inwoners  
 neersabelen.  Zijn  bepte  generaal  ried  hem  dit  af,  en  hij  vergenoegde  
 zieh  bij  voorraad  met  eene  algemeene  plundering,  die  op  de  vreesse-  
 lijkste  wijze  voltrokken  werd. 
 Tschang  hien  tschong  scheen  slechts  in  menschenbloed  bevrediging  
 te  vinden,  slechts  in  ongehoorde wreedheden aan den lust zijns  harten  
 te voldoen,  en geene andere gedachte te koesteren dan het meest moge-  
 lijke  aantal  zijner  medeschepselen  door  de  schrikkelijkste  martelingen  
 uit  de  wereld  te  ruimen.  Nadat  hij  zieh  tot  koning  gemaakt  en  een’