
sa na uil te leveren, aanleiding gaf. Later bespeurde men denzelfden
afkeer om zieh met elkander te verstaan, en de drommen van Eleuten,
die lot de Chinezen overliepen, voltooiden de afgunsl van de zijde
der Russen. Zij wreekten zieh door bet achterhouden van overloo-
pers en ergerden de keizerlijke regering in die mate, dat de
handei verboden en de Russen te Pe king als gevangenen behandeld
werden. Katharina zou bijna aan het Hemelsche Rijk den oorlog ver-
klaard liebben , als zij niet in het westen beide hare handen vol had
gehad. Doch daar de twee landen door woestijnen en ijsvelden van
elkander gescheiden waren en de bewoners der steppen zeer dubbel-
zinnig van trouw schenen, kwam men eindelijk tot het besluit om
weder met elkander te verzoenen ; want beide partijen verloren aan-
merkelijk door deze botsing. Eindelijk sloeg Rusland voor , een’
Chineschen gezant tot het bijleggen van alle geschillen naar Petersburg
te zenden, hetgeen het trolsche hof te Pe king nooit wilde.
Er.begaf zieh dus een aanzienlijke Rus naar de hoofdstad van China,
en na lang dralen werd eindelijk de handel in het jaar 1792 geopend,
hoewel de bezwaren, waardoor hij gedrukt werd , zeer belangrijk
waren.
Uit het boven verhaalde kunnen wij gemakkelijk eene meer naauw-
keurige kennis verkrijgen van Kien long’s karakter. Aan moed ontbrak
het hem nooit; dikwijls ook niet aan grootmoedigheid , maar hij
verloochende elk fijher gevoel. Rarmhartigheid, gunstbetooning, liefde,
welwillendheid, vergiffenis bleven altijd vreemd aan zijn hart. Even
als Kang hi was hij der vrouwen zeer genegen, en misschien heeft
nooit een keizer grooter harem gehad dan hij. Hij liet dan ook tal-
looze kinderen en kleinkinderen na , misschien meer dan alle
andere monarchen van zijn’ lijd te zamen, de Turksche Sultan daarbij
gerekend. Hij was een vriend van pracht, en er altijd bijzonder
op uit om zijne majesteit voor de mandarijnen en de dienaren te
vertoonen; doch in zijn dagelijksch leven zeer eenvoudig, en dikwijls
zag men hem in zeer gewone kleeding tusschen de opgeschikte
officieren van zijn hof. Hij gebruikte de Europeanen, die zieh aan
het hof bevonden, om zijne paleizen regt prächtig in orde te bren-
gen; hij had däar groote kunststukken van allerlei soort, die hem
van tijd tot tijd door de kooplieden der Cantonsche maatschappij, de
mandarijnen en andere ambtenaren, zoowel, als door de zende-
lingen, len geschenke waren gegeven. Dikwijls hield hij zieh uren
achtereen met de beschouwing dezer kunststukken bezig, en vermaakte
er zieh mede als een kiud. Inzonderheid was hij een minnaar van de
schilderkunst, en behandelde zekeren zendeling, die veel goeds leverde,
als zijn’ besten vriend, in wiens gezels'chap hij dikwijls de
genoegelijkste uren zijns levens doorbragt.
Kien long waardeerde de letterkunde hoog en verzamelde de groote
bibliotheek te Pe king, die uit 600,000 werken bestaat, het belang-
rijkste gedenkteeken zijner regering. Hijzelf schreef gcdichlen, en
twee daarvan, over Mu kden en de thee, worden als modellen vooi
dichters beschouwd. Er werden ook eenige lelterkuhdige werken in
proza onder zijn’ naam uitgegeven. Hij was eenigzins met de
Europesche wetenschappeu bekend, ofschoon hij nooit onderrigt van
de zendelingen erlangde, en alleen met hen over deze onderwerpen
sprak. Hoe ingenomen hij ook was met de wetenschappen, kwam
hem nogtans de geringste misslag van een schrijver onvergefelijk
voor. Een geleerde, die zieh veel liet voorstaan op zijne afkomst uit
het oudste geslaeht van China, en eene uitmunleude voorrede voor
het woordenboek van Kang hi geschreven had, dat hij in beknopter
vorm uilgaf, werd, benevens zijne zonen, ter dood veroordeeld, en
Kien long beschouwde het als eene groote gunst, dat hij zijne ouders
niet ook lietzelfde lot deed ondergaan. De tijgerachtige aard des keizers
kon zieh nooit geheel verbergen, en dikwijls, als hij opgeruimd en
minzaam met zijne gasten sprak, maakte hij reeds plannen len ver-
derve der aanwezigen.
Kien long was tamelijk wel bedreven in de aardrijkskunde, en had
zieh ook met de staalkunde van Europa bekend gemaakt. Het gevolg
dezer Studie was, dat hij de volken van het westen vreesde en haatte,
en met bijzonderen wrevel vervuid was jegens allen die zijn land be-
traden. Terwijl hij dus met de zendelingen le Pe king, die meest allen
in zijne dienst waren, op den vriendschappelijksten voet verkeerde,
hen dikwijls in persoon roemde, en menigrnaal edelmoedig beloonde,
gaf hij bevel om hunne hroeders in de provincies ten strengste te
vervolgen en alles te beproeven om de bekeerden tot afval te
dwingen. Ondanks de snoodsle gruwelen en de moordzucht, waar-
van zijne regering zoo vele voorbeelden opleverde, kon niemand dezen
monarch in den omgang anders beschouwen dan als een’ menschenvriend,
zoo liefderijk waren zijne manieren, zoo minzaam zijn onderhoud.
Aan moed ontbrak het den keizer niet. Eens, toen hij hoog in het