
 
        
         
		die  hij  dan  ook  met  den  grootsten  lust  velde.  De  bezwaren  van  
 dezen  logt  maakten  hem  afkeerig  van  het  zwcrvende  leven,  en  
 toen  hij  in  zijne  hoofdstad  wedergekeerd  was,  wilde  hij  even  als  
 de  oude  keizers  regeren.  Op  het  einde  zijner  loopbaan  sprak  hij  veel  
 over  de  regtspleging;  als  de  regters  zijnen  raad  hadden  opgevolgd,  
 dan  zou  nooit  een  onschuldige  gestraft  zijn.  In  de  voorafgaande  
 geschiedenis  beschouwen  de  schrijvers  de  redenen  in  den Schu  king  
 vervat  als  feiten.  Indien  de  vorsten  handelden  gelijk  zij  spraken,  
 dan  waren  er  nooit  lofwaardiger  regenten  in  eenig  land.  Ongelukki-  
 gerwijs is  het  karakter  der  Chinezen  hiermede  in strijd,  nergens  bestaat  
 meer  dan  hier  te  lande  zulk  eene  schijnbare  deugd  in  de  theorie,  
 verbonden  met  grove  ondeugden  in  de  werkelijkheid. 
 Aangaande  Kong  (946)  heefl  men  zeer  weinig  berigten,  en  wat  
 tot  ons  gekomen  is  strekt  niet  tot  zijn  voordeel.  Drie  gezusters,  
 dochters  van  eenen  der  aanzienlijken,  die  hij  toevallig  op  de  jagt  
 ontmoette,  maakten  hem  zoo  smoorlijk  verliefd,  dat  hij  daardoor,  
 alle  andere  dingen  vergat.  Toen  hij  haar  later  in  hare  voormalige  
 woningen  in  de  stad  niet  vinden,  Vermelde  hij  enkel  uit  woede  de  
 geheele  plaats. 
 I  (934)  was  een  zeer  weinig  beteekenend  mensch;  het  volk,  dat  
 zieh  op  hem  wilde  wreken,  vervaardigde  berijmde  schimpschriften  
 op  hem,  die  allerwege  verspreid  en  gezongen  worden.  Hiao’s  roem  
 bestond  in  de  groote  kennis  van  paarden,  die  hij  zieh  verworven  
 had;  indien  hij  een  stalknecht  geweest  was ,  zou  hij  zijn  post waar-  
 diglijk  bekleed  hehben,  maar  als  regent  was  hij  een  sukkel.  Onder  
 zijne  regering  viel  er eens  een  vreesselijke  hagelbui,  die  onnoemelijke  
 schade  veroorzaakte,  en  men  stelde  deze  ramp  op  rekening  van  Hiao. 
 I wang  werd  zeer geprezen wegens  zijne bescheidenheid, maar gelaakt  
 wegens zijne beschroomdheid.  Bij  zijne  krooning  beging  hij  reeds  eene  
 fout,  want  in  plaats  van met  fierheid  de  huldiging  der  grooten  aan  te  
 nemen,  steeg  hij  van  zijnen  troon  om  hen  vriendelijk  te begroeten.  
 Het  Chinesche  karakter  beschouwt  zulk  eene  inschikkelijkheid  als  
 zwakheid,  en  uit  dien  hoofde  ontbrak  het  ook  vervolgens  niet  aan  
 onbeschaamde  muitelingen,  die  evenwel  weder  tot  onderwerping  ge-  
 dwongen  werden.  Slechts  een  hunner  volhardde  in  zijnen  trots,  en  
 maakte  zieh  onafhankelijk.  Weldra  volgden  anderen  onder  de  nabu-  
 rige  vorsten  zijn  voorbeeld,  en  China  werd  vervolgens,  wat  Europa  
 in  de  middeleeuwen  was,  en  Duitschland  nog  is,  eene  verzameling 
 van  kleine  schier  onafhankelijke  slaten,  die  in  naam,  maar  niet  
 inderdaad  een  opperhoofd  hadden.  Dit  werd  de  oorzaak  van  vele oor-  
 logen,  en  belemmerde  grootelijks  den  toenemenden  bloei  des  lands. 
 Li  (878) was  heerschzuchtig,  achlerdochtig en  gierig.  Aan  den  twee-  
 den  hartstogt  offerde  hij  eenen  onschuldigen prins op,  aan den derden  
 zijne  rust  en  zijn  troon;  den  eersten  kon  hij  nooit  ten  volle bevre-  
 digen,  want  het  volk,  in  opstand  verkeerende,  versloeg  zijn  leger,  
 en  beweerde  dat  het  vrij  moest  zijn  van  belastingen.  Ook  mislukte  
 zijne  poging  om  de  fiere  grooten  tot  gehoorzaamheid  te  noodzaken.  
 De  volkshaat  nam  te  gelijkertijd  toe  en  uitte  zieh  in  bijtende  be-  
 schimping.  De  vorst  wenschte  te  weten,  wie  deze  beleedigende  en  
 kwelsende  taal  voerde,  en  liet  zelfs  eenen  toovenaar  komen,  om  hem  
 den  schrijver te ontdekken,  daar  zijne ministers hierloe niet te bewegen  
 waren.  Deze  gaven  hem  integendeel  den  raad,  om  niet  de  rol  eens  
 roovers  onder  het  volk  te  speien,  en  zieh  op  eene  onregtvaardige  
 wijze  meester  te  maken  van  de  have  en  bezittingen  der  inwoners.  
 Li  volhardde  bij  zijne  handelwijze,  en  om  aan  de  schimpliederen  
 een  einde  te  maken,  verbood  hij  ze  op  straffe  des  doods.  Drie jaren  
 verstreken,  en  het  volk  morde  in  stilte.  Een  wijze  staatsdienaar  
 maakte  toenmaals  de  opmerking,  dat  het  veel  beter  was  om  aan  de  
 openbare  denkwijze  zoowel  in geschriften  als  in  gesprekken den vrijen  
 loop te laten  (dan  haar met geweld te bedwingen), omdat zij  gelijk  is aan  
 een  bergslroom  die  het  water  voortstuwt,  zonder  dat  men  het  kan  
 stüiten.  ln  plaats van een  dam te leggen, moest  men  de bedding liever  
 uitdiepen,  en  eveneens  moest  men  in  den-Staat  iedereen  toelaten  
 te  schrijven  en  te zeggen  wat hij wilde.  Li hoorde  deze  opmerkingen  
 met  een  spottenden  glimlach  aan.  Men  had  immers  drie  jaren  ge-  
 zwegen,  waarom  zou  men  het niet  doen  zoolang de  regering duurde.  
 De misnoegdheid  der  natie had  thans het hoogste  toppunt  bereikt,  dui-  
 zendtallen  liepen  eenparig  naar  het  paleis,  en  de  sinds  jaren  opgesta-  
 pelde  schatten  werden" door  het  graauw  geplunderd.  De  keizer  was  
 gevlugt;  het  öproerige  volk  eischte  zijn  zoon  om  dien  aan  hunne  
 wraak  te  offeren.  Toen  trad  de  getrouwe  minister  Tschao  kong  op,  
 en  gaf  met  verloochening  van  alle  ouderliefde  zijn  eigen kind  aan  de  
 woedende menigte prijs, die het ook oogenblikkelijk verminkte.  Li  bleef  
 levenslang  in  ballingschap,  en  de  ministers  regeerden  gedurende  de  
 minderjarigheid  van  dein  prins  Suen. 
 Toen  Suen  den  jongelingsleeftijd  bereikt  had,  (827)  zag  men  zijne