
 
        
         
		ora  Wu  san  kuei  bet  hoofd  te bieden.  De Tartaren  hadden  intusschen,  
 aan  de  oproeping  gehoorzaamd  en  waren  bij  aanmerkelijke  scharen  
 opgekomen,  zoodat  de  Chinesche  veldheer  op  den  dag  der  bataille  
 ook  60,000  man  liet  oprukken.  Met  zulk  een  aantal  meende  hij  de  
 vagebonden  spoedig  te  kunnen  overweldigen  en  maakte  zieh  gereed  
 tot  den  aanval.  Doch  de  roovers  stonden  als  muren,  en  toen  de  
 Man  tschuren  en Mongolen in galop kwamen aanrennen  en  verwachtlen  
 dat  de  Chinezen  zieh  als  gewoonlijk  verstrooijen  zouden,  ondervon-  
 den  zij  dat  zij  met  een  regen  van  pijlen  werden  ontvangen  en  niet  
 een’  enkelen roover konden  doen  wijken.  Zulk  een  leger  zou  nooit  de  
 barbaren  over  de  grenzen  gelaten  hebben,  maar  hier  streed  Ghinees  
 tegen  Chinees,  en  de  nomaden  waren  verblijd  dat  zij  elkander  we-  
 derkeerig  ombragten.  Het  gevecht  duurde  een  geheelen  dag;  40,000  
 lijken  bedekten  het  slagveld.  Wu  san  kuei  was  buiten  zichzelven  van  
 verbazing,  dat  het  gevecht  hem  zoo  duur  te  staan  kwam,  eindelijk  
 maakte  de  nacht  een  einde  aan  den  strijd.  De  prins  sidderde  bij  de  
 gedachte  om  den  slag  weder  te  hervatten,  en  Ei tse  sching had  daar-  
 toe  ook  geen  lust.  De  laatsle  keerde-dus  ongehinderd  naar  Sehen  si  
 terug,  en  de  hoofdstad  was  voor  de  vijanden  van  binnen  beveiligd. 
 Maar  nu  stonden  er  60,000  Tartaren,  en  de  eerste  vraag  was, wat  
 met  hen  te.  doen.  Wu  san  kuei,  die  vroeger  hunne  hulp  zoo  vurig  
 gewenscht  had,  zag  weldra  in  dat  zij  lästige  buren  waren.  Hij  be-  
 sebeidde  dus  de  opperhoofden  in  zijne tent en sprak hen op vriendelijken  
 toonaan:«wapenbroeders, ikben bereid om uuwebelooning in goud, zilver  
 en  schoone  meisjes  te  geven,  komt  met  mij  naar  Pe  king,  daar  zal  
 ik  mijne belofte vervullen.»  Zij begrepen wel,  dat  dit de  leuze  tot  hun  
 ontslag  zou  zijn;  daar  zij  zieh  echter  op  Chineschen  bodem veel beter  
 bevonden  dan  in  hunne  bosschen,  hernamen  zij  eenparig.,  dat  zij  
 nooit  aan  terugkeeren  konden  denken,  zoo  lang  het  land  nog  door  
 rooversbenden  geplaagd  was;  daarom  wilden  zij  een  gedeelte  van hun  
 leger  achterlaten  ter  bewaking  van  Pe  king,  en  met  het  overig  
 gedeelte  naar  Schan  tong  trekken  om  daar  de  rust  te  herstellen. 
 Na  lang  beraadslagen  kwam  men  eindelijk  tot  het  besluit,  dat  het  
 groote  leger  zieh  in  drie  divisies  moest  verdeelen.  De  sterkste  moest  
 met  de  hulp  der Chinezen onder Wu san kuei den roover Li tse tsching  
 vernielen;  de  tweede  naar  Schan  tong  marscheren,  en.de  derde  eindelijk  
 Pe  king  bezelten.  De  laatste  bestond  uit Man  tschuren,  zonder  
 Chinesche  ofiicieren. 
 Het  merkwaardigste  van  al  deze  ortdernemingen  is  de  eenheid  die  
 er  in  heerschte.  De  vorst  der  Man  tschuren was reeds gestorven ; daar  
 er  zoo  velen  naar  de  kroon  dongen,  was  men  voorloopig  tevreden  
 met  verscliillende  opperhoofden  en  verwanten  van  het  keizerlijke huis  
 tot  regenlen  te  benoemen.  Om aan alle ijverzucht een  einde  te maken,  
 v.erkregen  zij  bij  afwjpseling  het  oppergezag.  Hoe  er  bij  zulk  eene  
 gedeelde  magt  niettemin  eenheid  in  den  oorlog  kon  plaats  grijpen,  
 was  inderdaad  een  wonder.  Deze  liorden  waren  naauwelijks  eene  
 maand  te  velde,  toen  zieh  de  noodzakelijkheid  openbaarde  om  onder  
 een gebieder te dienen. Op hunnen marsch  naarPe kingkozen zij daarom  
 den nog minderjarigen neef van hunnen  overleden  vorst  tot  zijn  opvol-  
 ger.  De oorzaak van zulk een buitengewoon besluit, in een oogenblik toen  
 alles van het krachlbetoon  eens magtigen,  onbuigzamen dictators afhing,  
 moet men in de ijverzucht der hoofden onderling zoeken, want de een be-  
 nijdde den anderen zijn rang en allen hoopten zieh onder den schepter van  
 een kind onafhankelijkheid en tevens belangrijken invloed te verschaffen. 
 De  weg  naar  Pe  king  geieek  een  triomftogt.  Het  volk gevoelde zieh  
 verpligt  tot  den  grootsten  dank  voor  de  ontvangen  hulp  en  zag  irt  
 deze  vreemdelingen  slechts  de  beschermers  des  vaderlands.  Toen  zij  
 de  poorlen  der  hoofdstad  bereikten,  kwamen  de  mänsehappen  hun  in  
 volle  slaatsie  te  gemoet,  om  hen  als  verdedigers  van  den  troon  te  
 begroeten.  Alles  jubelde  en  juichte;  de  Man  tschuren  trokken  als  
 tratsche overwinnaars  längs  de  straten  der  stad,  den  nieuwen  keizer  
 op  de  schouders  dragende.  De  knaap, dien zij  gekozen hadden,  scheen  
 een  schrander  kind  te  zijn,  en  hield  eene  rede  bij  zijne  troonsbe-  
 klimming,  waarin  hij  zijn  geluk  alleen  toeschreef  aan  zijne  getrouwe  
 verwanten  en  vorsten,  en  beloofde  om  door  dapperheid  en  kloek-  
 moedigheid  het  geschenk  van  een  groot  rijk  te  handhaven.  De  rede  
 is  vol  van  schrandere  opmerkingen  en  strekt  den  vervaardiger,  die  
 ze  hem  in  den  mond  legde,  tot  groote  eer. 
 De  Chinezen  waren  over  deze  groote  verandering  geheel  verbaasd.  
 Wie  zou  het  geloofd  kunnen  hebben,  dat  de  redders  van  den  Staat  
 zulk  eene  trouwelooze  rol  zouden  speien?  Toen  zij  in  de  hoofdstad  
 waren,  lieten  zij  aan  alle  poorten  de  Chinesche  wacht  aftrekken  ,  
 en  die  door  hunne  eigene  Soldaten  bezetlen.  Zelfs  de  intogt  van  den  
 roover  had  zooveel  ontstellenis  niet  verwekt,  als  de willekeur  waar-  
 mede  de  barbaren  het  Rijk  in  bezit  namen.  Vermils  hun  leger  zeer  
 talrijk  was,  maakte  niemand  eenige  beweging  om  hun  de  magt  te