
zeer werkzaam, en terwijl zij van de eene partij geld ontvingen,
trachtten zij de andere door onderdrukking tot het uilerste le brengen.
De partij van de witten was te kort geschoten en werd uit het land
gejaagd, maar zwoer den Chinezen eeuwige wraak. Het viel liun zeer
geraakkelijk, met hunue godsdienstverwanten in Bucharije in verbindte-
nis te treden. Een der zonen van den vorst, wien de Man tschuren
overwonnen hadden, plaatste zieh aan het hoofd dezer naar wraak
dorslende landgenooten en wilde een inval doen in China. Maar zijne
eigene geloofsgenooten sloegen hem te Raschgar, en dus werd dit
plan verijdeld. Terwijl het scheen dat zij wanhoopten , trad er een
man vol jeugdige kracht en welsprekendheid onder hen o p , die hen
tot den heiligen oorlog tegen de heidenen riep. Spoedig verzamel-
den de verstrooide benden zieh weder, en de togt naar de Chi-
nesche provincie Kan su werd begonnen. Daar was de sladhouder
op zöo iets geenszins voorbereid; de weinige Chinesche Soldaten , die
tegenstand boden, werden neörgesabeld, en de Mohammedanen kwamen
met versnelde marschen weldra nabij de hoofdstad van Sehen si. Op
weg hadden zij rijken buit gemaakl; zij waren natuurlijk beducht, dat
de vreesselijke A kui, die thans aanrukle, hun den teruglogt zou afsnij-
den. Zij begaven zieh thans met spoed naar hun land. A kui vervolgde
hen, en toen zij zieh onvoorzigtigerwijze in eene vesting wierpen, sloot
hij hen door een talrijk leger in, sneed hun den toevoer van water af,
en bragt hen zoo ver, dat zij het vleesch hunner uilgehongerde kame-
raden verslonden. In dezen uiterslen nood eischte de Man tschu dat
zij zieh zouden overgeven; maar daaraan dachten zij niet, want zij
kenden hunne trouwelooze en wreedaardige vijanden te wel, dan dat
zij zieh op hunne belofte vertaten zouden hebben. Nu bleef er niets
anders over dan bestürmen. Het werd door A kui bepröefd, die zieh
aanstonds van de stad meester maakte en alle inwoners over de kling
liet jagen. De aanvoerders werden naar Je hol gezonden, om in dit
lustverblijf des keizers in stukken gehouwen te worden. Daarmede nog
niet voldaan, gaf Kien long bevel, dal alle Mohammedanen, die men in
handen kon krijgen, gedood moesten wrorden — een bevel, dat onuit-
voerlijk was, en een’ doodelijken haat in de harten der ongelukkigen
verwekte. De oorlog was nogtans op die wijze voor het oogenhlik ge-
eindigd, en het overschot der rebellen begaf zieh naar Samarkand en
Bochara, om bij hunne geloofsgenooten bescherming te vinden. De
weinige aanzienlijken, die bij deze gelegenheid de Chinezen hadden
bijgestaan, verkregen in het vervolg ambten, en dienden in het leger
van den keizer. Maar ofschoon de vlam was gebluscht, het vuur was
nog niet uitgedoofd, en de Muzelmannen handhaafden in het vervolg
op verschillende tijden hunne vrijheid met de wapenen, maar zij be-
haalden nooit eene duurzame overwinning.
De Chinesen waren thans langer dan eene eeuw in het bezit van
Formosa. Gedurende dezen tijd hadden zij meer dan eenige andere
natie tot ontginning van dit vruchtbare eiland bijgedragen. Waar zieh
dit volk ook als landbouwend vertoont, daar’zwichten de grootste hin-
dernissen voor zijne vlijt en de meest woeste-streken worden in vruchtbare
beemden herschapen. De Rus bezit zulk eene volharding niet, kan
zieh niet zoo behelpen bij gebrek, of verschillende gronden zoo uit-
muntend bewerken. Nadat nu een groot gedeelte des lands voor de
rijstteelt was ingerigt, beplantle men het overige met suikerriet en
hennep, dat beide zeer goed slaagde. Zoo onlstond eindelijk een zeer
belangrijke handel, van rijst op Fo kien, en van suiker op het noorden
van China; daar men beslendig veel aftrek had, en daarenboven nog
kandijsuiker en kamfer met aanzienlijke winst aan de Europeanen verkocht,
werden de kolonisten weldra zeer rijk. Anderen werden naar
Fo kien verlokt en verbeten hunne zandheuvels om in de vruchtbare
velden van dat eiland bun geluk te beproeven. En waar nog menschen-
handen ontbraken, zocht men door den slavenhandel, die voortdurend
van Fo kien op Formosa gedreven werd, dit gebrek te vergoeden.
De, regering beslond uit een prefect, een’ vice-admiraal en een in-
specteur. Daar men vreesde dat zij zieh onafhankelijk zouden verklären,
als zieh daartoe eene gelegenheid aanbood, gaf men dezen ambtenaren
weinig magt. Daarentegen zöchten zij zieh door afpersingen voor hunne
groote verwijdering van het vaste land, gelijk zij meenden, schadeloos
te stellen, enhandelden daarmede zonder eenige verschooning. Daardoor
hadden er zeer dikwijls opstanden plaats, die slechts door yeel bloedvergietens
gedempt werden.
Omstreeks het einde van Kien long’s regering hadden vele provincies
door hongersnood geleden; het gevolg daarvan was groote ontevreden-
heid. De monarch ging dus op eclil-Chinesche wijze te werk, om de
oorzaak van het onheil te onldekken; het bleek dat het volk zeer
deugdzaam was en daaraan geene schuld kon hebben. De eerslvolgende
vraag, of hij de bewerker van de ramp was, legde Kien long zichzelven
voor, maar hij was naar zijn gevoelen zulk een voortreffelijk vorst,