
van velerlei soort, ook in geld, opdat zij allijd aan zijne gunst zouden
gedenken. Twee afstammelingen der verdienstelijkste oflicieren, die zieh
bij de verovering van China bijzonder onderscheiden hadden, onlvingen
paauwenveren met drie oogen tot erkentenis van de groote daden,
waardoor het tegenwoordig keizershuis in Staat was den troon te hand-
haven. Tao kuang was louler gunst en liefde en wond zijne landslieden
op door zijne nederbuigende goedheid. De tijd van zijn verblijf leverde
vreugdedagen op, als Liao tong nog nooil aanschouwd had; het eene
feest volgde op het andere, de geheele bevolking kon zieh verblijden
in de tegenwoordigheid van den monarch en de dooden genoten de
grootste eerbewijzen. Bij zijn vertrek gaf hij een millioen taels, om
ze in de schatkist voor toekomstige behoefte te bewaren; nadat hij de
grootste en heiligste beloften gedaan had, om in het vervolg voor het
heil van de Man tschury te zorgen, trok hij hoogst voldaan over dit
bezoek naar zijne woonplaats. Zijne aangename rust werd echter gesloord
door berigten van een’ opstand op Formosa, die tengevolge Van de afper-
singen en sluikerijen der mandarijnen ontstaan was^ Dilmaal werd de
opstand zeer spoedig onderdrukt. Van veel ernstiger’ aard was de aardbe-
ving, die in Ho nan plaals greep. Ongeveer 30,000 menschen werden onder
depuinhopenhunnerwoningeübegraven. Tao kuang was van schrik builen
zichzelven, want het distrikt, waarditvoorviel, was niet zeer ver van de
hoofdstad, en Tao kuang meende de noodkreten der stervenden te hooren.
Toen sloot de monarch zieh op, wilde gedurende dife dagen niemand
toelaten en sleet dezen tijd met het- uiten van de bitterste smart, De
grond was op verschillende plaatsen verzonken, zoodat de menschen
levend begraven werden. Later brak de överigens zoo rüstige Jang tse
huiten zijne oevers, overstroomde het läge gedeelte van de stad Nan
king en veroorzaakle niet alleen veel schade door het vernielen van
den oogst, maar beroofde ook de arme boeren in de läge landen van
het leven. De nood der bevolking was daar zeer groot, en Tao kuang
toonde zijn gevoelig hart door rijke uitdeeling van aalmoezen, hetgeen
bij een man, die överigens van gierigheid beschuldigd werd, des te
grooter deugd was. In Canton hadden insgelijks overstroomingen plaats,
die echter niet zulke nadeelige gevolgen hadden, als die in het bin-
nenste des lands; ook gebeurden er andere kleine ongelukken, die de
vreugde en den vrede der natie verduislerden.
In het jaar 1830 scheen er een algemeene vrede in het uitgeslrekte
Rijk te heerschen, zooals sedert lang het geval niet geweest was. Toen
vertoonde zieh eensklaps een expresse aan de poort van het paleis en
berigtte den keizer, dat er een nieuwe inval door de Mohammedaansche
stammen in de streek van Kaschgar gedaan was. Yroeger waren het
de Iiuruten, thans de Andijanen, die zieh legen den keizer verzet
hadden. De oorzaak was de stoornis van den handel met Bucharije en
Indie door de geweldige aanmatigingen der mandarijnen. De Man tschu-
bevelhebber scheen een man te zijn, die op zulk eene onverwachte ge-
beurtenis volstrekt niet voorbereid was. Hij vlugtte dus zoo spoedig
inogelijk, en Kaschgar viel weder in de handen der onrustslokers.
Zoodra hij zijn leger in veiligheid rekende, hield hij halt, om over de
geheele toedragt der zaken bespiegelingen te. houden en den keizer
een uitvoerig berigt te schrijven. Anders handelde de Tartaar Tschang
pei, die zieh te Jarkand, de zuidelijke grensstad, bevond. Met eene
zeer kleine magt deed hij de opstandelingen tweemaal aftrekken en
vermöordde "er volgens zijn eigen berigt honderden. — In dezen hag-
chelijken toestand zond Tao kuang terstond ¿000 kameelen met levens-
middelen en krijgsbehoeften naar Turkestan, gelastle dat oogenblik-
kelijk aanzienlijke afdeelingen troepen zieh derwaarts begeven moesten,
droeg den reeds beroemden Tschang ling andermaal het opperbevel
op, en zond 2 millioen oneen zilver tot ondersteuning der belangen
van den Staat. De vorige opperbevelhebber, die zieh volgens zijne
eigene bekenlenis zeer lafharlig gedragen had, werd naar Pe king
ontboden, en daar tot waarschuwing van anderen in het openbaar
onthoofd. Eenigen der Begs en onder hen ook de beroemde Isaok
stonden de Chinezen bij om hunne landgenooten tot onderwerping te
brengen. Van het oogenblik af dat het geld Turkestan bereikt had,
gingen de zaken veel beter; de overwinning bekroonde weder de
pogingen van ’s keizers wapenen; want helzelve bezat eene.betoove-
rende kracht en de rebellen konden zulk een magtig oorlogsmiddel
geen weerstand bieden. De verdere berigten omtrent den voortgang
der zaak zijn zeer verward; maar zoo veel is zeker , dat ook in dezen
tweeden veldtogt de vrede door eene zekere betaling van de zijde der
Chinesche regering gekocht werd. Men was reeds zoo ver in dezen
verliebten tijd gekomen, dat men de onkosten van omkooping en
werkelijk oorlogvoeren rekenkundig berekende, en de eerste manier
altijd veel beterkoop vond, zoodat het hof die bijzonder aanprees.
Tsang ling oogstte intusschen den roem der dapperheid en keerde bij
zijn tweeden triomf terug, om toen door een burgerman uit die