
gelijk aantal menschen, die evenwel bij onze geringe bekendheid met
bet inwendige des lands ihans nog niet bevestigd kennen worden. Het
bovenvermelde bedrag is dat van de telling der regering.
In de voortbrengselen -des lands vindeu wij geenszins dien overvloed
en verscheidenheid, welke de aardrijkskundige ligging ons zou doen
vermoeden; een groot gedeelte des lands is wegens de bergachtige
natimr ouvruchlbaar. Het vee is in evenredigheid in zeer gering getal
voorhandeu, en de wilde dieren kunnen bij de groote bevolking en
de naakte velden geene sehnilplaatseu vindeu. Daarentegen zijn de wes-
lelijke en zuidwestelijke provincies rijk aan voortbrengselen uit het
delfstoffelijk rijk; daar vindt men mijnen, die zeer veel edele melalen
opleveren. Anders is de toestand van het noordelijk gedeelte der Man
tschurij waar digte bosschen het land bedekken, en in Mongolie, dat
de uitgestrektsle woestijnen der aarde omvat.
De Cbinees is arbeidzaam en kruipend, trolseh, leugeiiachlig, heb-
zucbtig. In zijn geheele karakter zijn zooveel tegenstrijdigheden, dal
inen zieh naauwelijks overreden kan, dat diezelfde ondeugden en deug-
den aan denzelfden persoon kunnen toebehooren. De schrijfteekenen
zijner taal, hoewel moeijelijk aan le leeren, geven aan de nalie eene
eenheid, gelijk geene andere bezit, en hare dialekten, die uit eene
lettergreep bestaan, kunnen door vreemdelingen niet dau met de grootste
moeite duidelijk en vlug gesproken worden. De letlerkunde is eene
ontzetteude verzaineling van denkbeeiden, op de kunslmatigste wijze
uitgedrukt, maar in zichzelve ledig en vol hcrhalingen.
In den landbouw evenaren de Chinezen de beschaafdste volken, en
de natie kweekt den boflenl met groote zorg en inspanning, orn er
van te trekken wat zij beboeft. In plaats van zieh op verscheidenheid
toe le leggen is het groote voorwerp der productie rijsl, waaraan elke
andere plant wordt opgeofferd. Dezelfde vlijt vertoont zieh in den handel.
Alle rivieren, zeeen en kanalen zijn gevuld met handeldrijvende Chinezen,
de kust wemelt van smakken en koopvaardijjonken, en vrouwen
dienen als matrozeu. De kunstvlijt had in vorige tijden veel hooger’
trap bereikt dan in vele landen van Europa, maar kan er thans niet
langer mede vergeleken worden, wegens de toenemende beschaving in
het westen en den stilstand in China.
Men heeft de Chinesehe regering altijd slechts theoretisch beschouwd
en er zeer veel over geschreven, helgeen op het papier waar, maar
in de werkelijkheid ten eenemaal onwaar is. Alle magt is in den keizer
vereenigd, die de eenige bezitter des lands is, de onbeperkte heer
over het leven zijner onderdanen, de middenpersoon lusschen aarde
en hemel , wien het goed bestuur over alle levende schepselen is
toebetrouwd, en waarvoor bij aan zijne voorouders, en de twee magten:
hemel en aarde, verautwoordelijk is. Op gelijke wijze zijn alle grootere
en kleinere geregtshoven in een punt vereenigd, van het kabinct af
tot op het bureau van policie in een vlek, met dezelfde bestemming en
vollrekking. De straffen zijn altijd de uitdrukking van vaderlijke liefde,
al worden ook misdadigers aan stukken gesneden of de grootste
onregtvaardigbeden gepleegd, want alleen uit zoodanigen beweeg-
grond kan de groote keizer en zijne mandarijnen handelen, en Ro-
bespierre met zijne deugd en het, schrikbewind zijn een gelijksoortig
verschijnsel, hoewel het in China minder bloedig en meer stelselmatig
loegaat, en de regering dikwijls te zwak is om bedreigingen tot
waarheid te maken.
De valsche denkbeeiden omtrent China , die in liel buitenland
verbreid zijn, kan men öf aan onbekendheid met den eigenlijken
loop der zaken toeschrijven, öf aan de zucht om schooner voor te
stellen, wat eigenlijk slechts theoretisch waar is. Als men aan de
beschaafden verliaalt, wat voortreffelijks en heerlijks er over het Rijk
geschreven is, welke schitlerende deugden, met schier geheele uit-
sluiling van ondeugden, men het volk en den Staat laat bezitten, kunnen
zij niet genoeg lagchen om de ligtgeloovigheid en het gebrek aan
menschenkennip van de zijde der vreemdelingen.
De Chinezen zijn een groot volk, dat nog niet tot bewuslheid van
zijne magt gekomen is. Zij hebben zeer veel nationale deugden en
misschien nog meer ondeugden. Als men hunne volharding., werk-
zaamheid, kinderlijke liefde, tevredenheid en beleefdheid beschouwt,
verdienen zij voorzeker geprezen te worden; als men daarentegen
hun liegen, bedriegen , hunne boevenstreken, dieverij, hun
volslagen gebrek aan gevoel en hunne listige sluwheid bedenkt,
dan huivert men van limine ongehoorde ondeugden en de hardheid
bunner harten. Slechts een gedeelte, hetzij dan .de schaduwzijde of
de lichtzijde te geven , is partijdig en kau nooit een getrouwe beeldtenis
van hun waar karakter vertoonen.
De Chinezen worden van hunne jeugd af aan orde in alle zaken,
met uitzondering der huiselijke, en aan morsigheid gewend. Zij maken
dat volk der aarde uit, ’t welk theoretisch veelvuldige wetten het