
 
        
         
		die  lot het uitvaagsel der menschheid  behoorde,  tot de overgave  genoopt.  
 De keizer was uitermate verblijd,  en benoemde hem  tot stadhouder eener  
 provincie.  Toenhij  draalde met zieh derwaarts tebegeven, meenden  twee  
 generaals  dat  hij  op  verraad  peinsde.  Zij  zonden  hem  derhalve  eene  
 uitnoodiging,  onder  voorwendsel  van  afscheid  te nemen,  en  lieten  hem  
 zoowel  als ettelijke  honderden zijner trawanten  doorsteken. 
 De  derde  rebel  wilde  kapituleren,  maar verzocht nog eenigen tijd van  
 beraad.  Nadat  men  zieh  nu  in  het  keizorlijk  leger  ten  voile  verzekerd  
 hield,  dat  hij  straks  de  wapenen  zou nederleggen,  zag  men  op zekeren  
 morgen in  de  vesting  de  vlammen  lichtelaaije  opstijgen.  Toen men  naar  
 de öorzaak vroeg,  kregen  de belegeraars ten antwoord,  dat  de  verdediger  
 den dood  in  de vlammen boven de overgave verkozen had. 
 Zoo  was  dan  het  land weder tot rust gebragt door de roemrijke daden  
 van Kuo wei.  Maar zoodra Jiu ti zieh van  alle zorgen bevrijd zag,  veran-  
 derde  hij  geheel  van  gedrag.  Als  een hartstogtelijk jongeling vierde hij  
 zijne  begeerten  den  teugel;  een  aantal  losbandige  knapen  omringden  
 hem dagelijks, en hij  leefde  slechts om te zwelgen.  Eenige Grooten gaven  
 op  de ernstigste  wijze  hunne afkeuring te  kennen;  zijne moeder onder-  
 steunde  hen,  maar  Jin  ti  was  te  zeer  aan  het  genot verslaafd,  om ook  
 maar eenigzins gehoor te leenen aan  deze raadgevingen. 
 De Tartaren deden zeer belangrijke strooptogten in de noordelijke pro-  
 vincien om zieh  over de nederlaag,  die zij  ondergaan hadden,  te wreken.  
 Dit  noodzaakte  den  keizer  om  Kuo wei,  die  zoo  groöte  overwinningen  
 op  de  rebellen  behaald  had,  naar  de  grenzen  te zenden  ter verdediging  
 des  lands.  De  veldheer  was  een  nederig man, die ondanks  zijne groote  
 Verdiensten,  geen  eerbewijzen  en  voordeelen  verlängde,  om  den  nijd  
 niet  op  te  wekken.  Hij  wilde zieh  geenszins tot een voorwerp der ijver-  
 zucht  van  den  jeugdigen  vorst  maken.  Eer  hij  aan het hoofd des  legers  
 zijn  togt  naar  de  woestijn  aanvaardde,  vermaande  hij  zijn  opperheer  
 nadrukkelijk  om  van  levenswijze  te  veränderen,  en  zieh  aan  de  deugd  
 en  het  gezelschap-van  brave  mannen te wijden.  Jin ti  vyas nog niet zoo  
 diep  gezonken  om  ongevoelig  te  blijven  bij  de  opregte vermaning,  en  
 zuchtte in zijn  hart  over zijne verdorvenheid. 
 Ora  hem  in  zijne goede voornemens te bevestigen,  borst er een  hevige  
 stormwind  los,  die  de  grondzuilen  van  het  paleis  deed  kraken.  De monarch  
 vroeg de sterrenwigchelaars,  wat dit beleekende;  dezen vonden er  
 de  aanduiding  van  een  deugdzaam  leven  in.  Desniettegenstaande  ont-  
 bood  hij weldra,  na zijn  rouwgewaad afgelegd tehebben,  de voornaamsle 
 tooneelspelers  van  het  rijk,  en verzocht  hen voor hem te spelen en  zijne  
 grillen  te verjagen.  De ministers  verzetten zieh  tegen dit plan tot grooten  
 aanstoot  van  Jin  ti,  die  nu  eens beslolen  had zelfstandig te regeren.  Hij  
 riep  derhalve  zijne vrienden bijeen, sprak het doodvonnis over de  staals-  
 lieden  uit,  en ging terstond tot  de meest willekeurige  handelwijze  over.  
 De  keizerin  weigerde  intusschen nog  hare  toestemming te geven;  maar  
 haar  zoon  zeide :  «waarom moet men zieh  aan  den tegenstand van eene  
 oude vrouw stören?»  Hij  zond aanstonds een scherpregter, om de geheele  
 familie  van  den  verdienslelijken  generaal  Kuo  wei  te  vermoorden,  en  
 zelfs  den  zuigeling  aan  moeders  borst  niet  te  sparen,  omdat  hij  een  
 vriend  van  de  vermoorden  was.  Naauwelijks  was  dit  bevel  met  alle  
 wreedheid  volbragt,  of £r  kwam  reeds  een  bode  in  het  leger  van den  
 krijgsheld,  om  zijn  hoofd  uit naam des keizers  te  vragen.  De algemeen  
 beminde opperbevelhebber maakte dit  aan  de Soldaten  bekend,  die alien  
 eenparig  verlangden  naar  de  hoofdslad  te  trekken  en  zijne vijanden  te  
 verdelgen,  zoodat  de  afgevaardigden  blijde  waren' heelhuids  te  ont-  
 komen.  Nu  kwam  er  een  kamerling,  om  hem  in  naam  des  keizers  tot  
 zelfmoord  te  noodzaken.  Kuo  wei anlwoordde,  dat  hij bereid was  zieh  
 aan  de  vreesselijkste  onheilen  te  onderwerpen  om  een bloedbad  voor  te  
 komen,  maar  dat  hij  niets doen  kon zonder de  toestemming zijner offi-  
 cieren.  Dezen  verklaarden zieh  voor hem,  en nu rukte er een  belangrijk  
 leger  op  de  hoofdstad  aan,  onder  voorwendsel  van  de  verraderlijke  
 ministers  te  beoorlogen.  De  vrolijke  Jin ti  besloot  in  eigen  persoon  te  
 veld  te  trekken;  met  een  wei  toegerust  leger  snelde  hij  den  vijand  te  
 gemoet,  en  leverde een slag,  waarin honderd zijner manschappen  sneu-  
 velden.  Hoe gering  dit verlies ook was,  werden  de Soldaten  er  toch door  
 ontmoedigd;  zij  liepen  bij  scharen tot den  grootmoedigen Kuo wei over,  
 hun  veldmaarschalk  vlugtte  in  stille,  en de keizer zelf was genoodzaakt  
 zoo spoedig mogelijk af te  trekken.  Hij  naderde eene vesting,  die in bezit  
 was  van  een’  zijner  eigen  officierenj  maar  deze  was  reeds  van  alle  
 omstandigheden  onderrigt,  en  in  plaats  van  zijn  opperheer  binnen  te  
 laten,  liet  hij  hem  met pijlen beschieten.  De monarch  hield zieh dus in  
 een  naburig dorp verscholen;  dit werd  door ’s vijands benden overrom-  
 peld  en  alle inwoners gedood ;  hijzelf werd insgelijks vermoord,  zonder  
 dat  men  hem  herkende.  Zoo  duur betaalde  hij  zijn misdadig  verlangen  
 om een getrouwen dienaar, die niets kwaadsbedreven had,  tedoen vallen. 
 Kuo wei begaf zieh thans naar de hoofdstad, om  de keizerin tot benoe-  
 ming  van  een  opvolger  te bewegen.  Zij  wees ook een’ prins aan;  doch