
groot getal officieren slechts vier mij ter hulp kwamen, en de onverlalen
grepen. Deze onverschilligheid treft mij hei diepst, niet de dolk der
bandieten, en ik vrees dat er iels in mijn gedrag is , helgeen verbe-
lering behoeft,» —■ Dit was de kennisgeving van den autokraat aan
bet volk, en' om er een vernis van waarheid op leleggen, werden
de gevangenissen geopend, duizenden, die daar jaren lang hadden
gezuchl, in vrijheid gesleld en de heiligste verzekeringen eener belere
regering aan de natie gegeven. — Maar de wraak daalde alleugs op
de aanleggers van de zwarte daad. De prinsen werden onder verschil-
lende voorwendsels veroordeeld lot levenslange gevangenis. Des keizers
zwager, de zoon van den bovengenoemden minister, onderging de
doodstraf, en vele anderen werden gebannen, zonder dat men van
misdaad reple.
Alleen nog een weergalm van den opsland in Sehen si bedroefde
het hart van den monarch. Däär waren verschillende officieren het
oneens. geworden met den belaalmeesler; na het eindigen van den
oorlog legen de opstandelingen, trok men de sommen, waarop de
Staat regtmalige aanspraak ineende le hebben, van de traktementen
der soldaten af. Het gevolg daarvan was ontevredenheid, want de
soldij der krijgslieden was zeer gering. Tegenbedenkingen baatten niet,
daaroin verklaarden deze onrustige lieden zieh onafhankelijk en vrij,
en keerden de wapenen tegen huunen landbeer. Nu kwam er een leger
uit eene andere provincie aanrukken, om de trouweloozen met geweld
van wapenen weder tot gehoorzaamheid te brengen. Maar men kon
zieh niet verlaten op de gehechlheid dezer troepen, weshalve de man-
darijnen dSor list de opstandelingen zöchten te overwinnen. Daartoe
zaaiden zij tweedragt onder de aanvoerders. Twee hunner, door be-
Ioften en geschenken verleid, sneden hunne kameraden de hooiden af
en kwamen daarmede in ’s keizers Jeger. De blijdschapwan den bevel-
hebber was groot; hij' gal' beiden eene aanzienlijke belooning en zond
hen te gelijker lijd naar den sladhouder van Sse tschuen. Deze ontving
de verraders met de grootste beleefdheid, bewees hun alle mogelijke
eer en verzekerde hun, dat zij in persoon voor den keizer moesten
verschijnen, om naar hunne Verdiensten onderscheiden te worden.
Zij ijlden derwaarts met groote vreugd; maar onder weg werden zij
levend verbrand. Honderden van hunne spitsbroeders, die ook onder
des keizers vanen teruggekeerd waren, werden op listige wijze ver-
moord. De Soldaten, die nog onder de wapenen gebleven waren,
werden daarover vertoornd: maar de een na den ander verliet zijne
gelederen, om de regtvaardige wraak der regering te ontkomen; en
dus werden deze rebellen bijkans zonder een enkelen slag met het
zwaard onlbonden.
Maar nu stak het onweder op ter zee , duurzaam en vreesselijk.
China heeft veel mätrozen en eene ontzaggelijke bevolking, die op het
water leeft. Daar deze" menschen zieh noodzakelijk met den handel
moeten bezig houden, hebben zij ingeval van onlusten geen rniddel
om in hun onderhoud te voorzien, en nemen dus hunne toevlugl
tot zeerooverij, gelijk wij reeds dikwijls in den loop der geschiedenis
gezien hebben. De regering van Ria king vernietigde het verkeer
door de knevelarijen der, lolbeambten, de gestrenge bevelen len
opzigle van den uitvoer , en andere oorzaken, die wij onnoodig re-
kenen hier te vermelden. Daardoor kwamen de jonken, die nu geene
ladingen konden halen, in groote menigte te zamen, kozen aanvoerders
en loerden op de weinige vaartuigen, die nog wegens handel
de zee doorkruisten. Daar de kusten thans onveilig waren en de
handel toch niet geheel onderdrukt kon worden, verlangden de koop-
mansjonken van de zeeroovers passen, en zoodra hun eene goede
som gelds vöor die dienst was ter hand gesteld, konden deze schepen
yoor een zekeren tijd vrij en ongehinderd varen. De schurken hadden
hunne agenten in de groote zeesteden, die de jonken van kruid en
allen benoodigden voorraad voorzagen, en daarvan groote winst trokken.
Zoo bedekten dan de vloten dezer onverlaten de zee, en het scheen
dat veiligheid en verlrouwen verdwenen waren, als men niet in be-
trekking stond met de zeeroovers.
De regering was' lang buiten Staat zieh deze wanorde aan te
trekken, want de oorlogsvaartuigen lagen onder een ellendig bestuur
in de'*havens te verrotten, en de zeeofficieren waren te onbekwaain
om in dienst te treden. Eindelijk loen de zaken steeds verergerden
en zelfs de rivieren niet meer veilig waren voor de aanvallen dezer
kapers, liet men timmerhout aanbrengen van Kuang si en Jun nan,
en nu werd het gereedmaken der vaartuigen bedaard voorlgezet. Toen
alles klaar lag, was de eerste vraag, wie het bevel over de vloot
moest voeren; een oude grijskop, die met het zeewezen wel bekend
was, hoopte weder als admiraal op te treden. Maar een jong man,
die zeer veel van zulke dingen *snaple en voorwendde alles in den
grond te verstaan, vörkreeg dezen post. Het eskader zeilde eindelijk na