
 
        
         
		zijner geboden,  dat hij  de hoffelijke Chinezen den grootsten  lof afdwong. 
 Wu  ti deed  zeer veel  ten behoeve van het inwendig bestuur des  lands,  
 doch werd de  bezigheden weldra moede,  en liet er zieh  thans  boven  alles  
 aan gelegen liggen, om op het wild gedierte in de bosschen te jagen, ter-  
 wyl  een minister voor de regering zorg droeg.  Toen deze stierf, bezweek  
 hij zelf van hartzeer overzijn verlies. 
 Zijn  kleinzoon, die onder den naam  Siao tschao bekend is , was aan de  
 gemoedelijke  trouw  van  verschiilende  raadslieden,  waaronder  Siao lun  
 de  beroemdste was,  overgegeven.  Doch hij was een jongeling vol levens-  
 lust en had weldra eenaantalgelijksoortigejongelieden om zieh vereenigd,  
 waarmede  hij  alle buitensporigheden pleegde, en  de schatkist van zijnen  
 gierigen voorzaat tamelijk ledigde.  Zijne moeder, in plaats van dezeover-  
 dadige  levenswijze  tegen  te gaan, leefde zelve tot ergenis van  het hof met  
 een  gunsteling,  wien zij eene  opofferende Iiefde toedroeg.  Siao  lun was  
 daarover  zeer  opgewonden,  en  overreedde  eindelijk  den  ligtvaardigen  
 keizer het doodvonnis  van  den gunsteling te  onderteekenen, en daardoor  
 bemoedigd waagde  hij zelfs de vrolijke speelmakkers van  zijn kweekeling  
 uit  den  weg  te ruimen.  Noch  de  tränen  der keizerin, om  hären  teeder  
 geliefden minnaar teredden, noch de wrok van den hartstogtelijkenopper-  
 heer  vermogten  het minst  op  het gemoed  van Siao  lun.  Deze deed zelfs,  
 in  de  overtuiging  van  zijne magt,  een  voorstel  om  Siao  tschao  af  te  
 zetten;  maar hoe geheim men dezen  raadslag ook steeds  gehouden had,  
 vernam  de  jonge  vorst  niettemin  het  besluit.  Hij onlbood daarom  zijn  
 voogd op het paleis; deze bedachlzame slaatsman bevond zieh echter reeds  
 aan het hoofd des legers,  en  toen een  hoveling dit aan Siao tschao bekend  
 maakle, vluglte  hij zelfs op zijn wagpn, om  het gevaar te ontgaan.  Maar  
 Siao  lun  zette  hem achterna,  betrapte  den  keizer op de markt,  en  sloeg  
 hem  dood.  Hij  wilde  nu  een  ander  minderjarig  kind  tot  de  hoogste  
 waardigheid verhelfen, maar de  verschrikte prinsen van den bloede  ston-  
 den  als  een  man  tegen  den  moordenaar  op.  Toen  kocht  hij  hunne  
 bedienden  om,  en dezen leverden hem elf hunner in handen,  en  niemand  
 bleef in  Ieven.  De jongeling,  dien Siao lun zelf ten  troon verheven had ,  
 werd nu ook weder  ontzet van zijne waardigheid,  en vermits hij den  minister  
 nog  in  zijn  nederigen  Staat mistrouwen inboezemde,  door vergift  
 omgebragt.  Nu  meende  Siao  lun  dat  het  tijd  was  den  schepter  zelf  te  
 voeren  en regeerde onder den naam  van Ming ti (494). 
 De vorst van Wei was verheugd, wederom  gelegenheid  te  hebben  om  
 zieh in de belangen  van China  te mengen. Hij  gaf zieh in  het overdrevene 
 moeite,  om  zijne Tartaarsche Soldaten een  zweem'van hooge beschaving  
 te  geven,  en  de  onderdanen  op  gelijken  voet  te  plaatsen  met  hunne  
 Chinesche landgenooten. De eersten waren de verdedigers des vaderlands,  
 de laatsten de landbouwers,  maar  beider  belangen  waren zoo  in  elkaär  
 gevlochten,  dat wederkeerige ondersteuning hun behoefte geworden was.  
 Men verweet dikwijls den bewoners  van het Noorden hunneonbeschaafde  
 manieren enplompheid, waarde opperheer zieh aanergerde, die hendoor  
 de beoefening der letterkunde tot denzelfden  trap wilde  brengen,  waarop  
 de  inwoners  van  Nan  king  stonden.  Zijn  eigen  zoon  verijdelde intus-  
 schen  de  günstigste uitzigten;  want verzadigd van het leeren, en  van een  
 uiterst  woesten  aard, wilde hij  niet  langer aan het hof vertoeven en  zieh  
 door beschaving laten verfijnen.  In het Zuiden aangekomen, verbroederde  
 hij  zieh  met  andere  gelijkgezinde  officieren, die de geleerdheid als iets  
 onteerendsen belägehelijks  beschouwden;  hij  wilde met de troepen tegen  
 de hoofdstad optrekken, om zijn eigen vader te onttroonen.  Doch hij werd  
 als  gevangene derwaarts  gebragt,  en  toen  men  hem tot gewoon burger  
 vernederd  had,  deed  hij weder  zijn best, om de wachters van het paleis  
 heimelijk om te koopen , en werd  tot zijne straf onthoofd. 
 Ming  ti  werd  eindelijk  ziek,  en  vreezende  dat de  troonopvolger door  
 de  leden  zijner  familie  omgebragt  zou  worden,  verordende  hij op  zijn  
 sterfbed,  dat de nog injeven zijnde leden van  ’s  keizers  huis  in Staat van  
 beschuldiging gelangt  en  wegens misdrijven waarvan men hen  betichtte  
 ter  dood  veroordeeld  moesten  worden.  Dit was de laatste daad van een  
 regent,  die  zeer  groote  eigenschappen bezat, doch zijn naam met troon-  
 roof bezoedelde,  en  krankzinnig ten  gevolge zijner gepleegde wandaden  
 ter grave daalde. 
 Tong  hoan,  zijn  opvolger  (498), dien men slechts dentitel van  hertog  
 toekent,  was  te  jong  en  te zwak, om een geroofden schepter te voeren,  
 en daarom waren er gedurende zijne regering voortdurend onlusten en de  
 eene  opstand volgde op  den anderen.  Een  geduchte  strijd  om  de  kroon  
 bragt  vreesselijk  ongeluk  over  het  arme  land,  en  hoezeer  de  vorst zieh  
 door vergift en andere geweldenarijen van  zijne vijanden wistteontslaan,  
 kon  hij  toch  het  vlammende  vuur  van  den  opstand  niet  uitblusschen.  
 Eindelijk  gaf Siao jen , een zeer gelukkig officier, een anderen keizer aan  
 het  rijk (301)  onder den titel van Ho ti.  Men moest echter eerst  den vorigen  
 monarch met het zwaard verdrijven,  voördat deze China zijn kon noe-  
 men.  Gene,  hoewel  een  laaghartig man, verdedigde zieh  zeer krachtda-  
 dig; daarom moest Siao jen eerst Nan  king, dat toenmaals Kang kien beetle,