
gingen als tolken en onderhandelaars. mede en kwamen na eene
moeijelijke reis van vier maanden eindelijk aan de plaats hunner be-
stemming. Doch ten aanzien van de grenzen werd er niets beslist;
daarom zond de keizer in het volgend voorjaar omstreeks 9000 man
met de gevolmagtigden, waaronder ook 3000 Soldaten, om het ver-
drag te Nipsehu, de Russische grensvesting, te sluiten. Indien de
onderhandeling aan de Man tschurische en Russische Groolen was
overgelaten, dan zou zij zekerlijk in geen lien jaren tot stand gekomen
zijn; want wat de eene parlij verlangde, sloeg de andere af, en
beide verdedigden zieh met drogredeuen. Toen liet de Tartaarsche ge-
neraal zijne troepen eindelijk voorwaarts rukken, en dit bragt de
Russen tot nadenken. Doch dezen wreeklen zieh door dralen, zoodat
het jaargelijde reeds zeer ruw was, eer men nög iets bepaald had. Nu
traden de beide zendeliugen in het midden, Melden de Russen voor,
welke voordeelen zij van een’ onafgebroken handel met China konden
trekken, en vermits de keizer dien had toegestaan, als zij afstand
deden van het land der pelterijen, vorderde hun eigen belang, dezen
voorslag geene de minste hinderpalen in den weg te stellen. Deze taal
overreedde de partijen om zieh te schikken in hetgeen noodzakelijk
was, en de vrede werd geleekend (1689). Rusland verloor eene vrij
groole streek lands en moest ook de vesting Jaksa siechten; daarenlegen
behiehfen zij.ook zeer uitgebreide streiten, en de wederzijdsche eens-
gezindlieid verleende daaraan veel grooler waarde dan zij vroeger hadden.
Streng genomen, hadden noch Russen, noch Man tschuren het mjnsle
regt op deze landerijen, want zij behoorden aan de kleinere stammen,
die in gering getal daar rondom woonden. Maar toen de zaak ter
baue kwam, meende een ieder daarop onbetwistbare aanspraak te
hebben; men vroeg de stamhoofden nooit wat zij deswege wilden
bepalen. Het slrekte de beide naties tot e e r, dat zij het verdrag zeer
naauwgezet opvolgden en nooit van hare beloflen afweken, zoodat
de grenssteenen tot op dezen dag op hunne plaats bleven, — iets,
dat in de staatkundige geschiedenis der volken zeer zeldzaam voor-
komt. — Rang hi beschouwde de geheele zaak als eene overwinning,
en sehr,Cef zieh de eer toe dat hij de Russen verootinoedigd had.
Van dit oogenblik af opende men een vriendschappelijk verkeer met
Pe king, en verschillende Russische gezanten vertoonden zieh van tijd
tot tijd aan liet keizerlijk hof. Telken jare kwam eene karavaan met
pelterijen en andere voorlbrengselen van het westen in de hoofdstad,
die op Staatskosten onderhouden w e rd , opdat de goedaardigbeid van
den monarch ook in de afgelegenste deelen der aarde bekend zou
gemaakt worden.
Om alles omtrent dezen handel te bepalen, kwam de gezant Ismailoff
mer zijn’ sekretaris Lapge in het jaar 1719 in de hoofdstad. Men had
hun niet veroorloofd hunne vrouwen naar Pe king te brengen; want
er was daar reeds eene menigte. De togt door de woestijn was met
gevaren van allerlei aard verbonden, en honger en koude wedij verden
met elkander. De sieden die zij in China doortrokken, waren kort te
voreii in puinhoopen veranderd; na veel kommer en gebrek deden
de gezanten eindelijk hun’ krijgshaftigen intogt in China’s hoofdstad.
Hier toefden hen de grootste moeijelijkheden; want het ligt in den
aard van dit kleingeestig hof, vreemdelingen alle mogelijke hindernissen
in den weg te leggen. Rang hi ontving hunne geloofsbrieven uiterst
vriendelijk, maar de ceremonie van het stooten met het hoofd tegen
den grond moest nogtans verrigt worden; want de Chinesche etikette
is op dit punt onverbiddelijk. Zij werden vervolgens prächtig onlhaald,
en een der kostbaarste vuurwerken, die men ooit aan liethofgezien
had, hun ter eere ontstoken. Rang hi, die den oceaan nog nooit
gezien en van de zeereizen der paters gehoord had, verzocht de die-
naren van den Czaar hunnen heer uit zijn’ naam toch uitdrukkelijk te
waarschuwen, om zieh niet aan de groote gevaren der golven bloot
te stellen, lielgeen immers eindelijk zijn leven zou kunnen kosten.
Overigens liet de monarch zieh zeer günstig over hunne voorstellen
uit: «ik ben oud,# zeide hij, «enzal niet lang meer leven, daarom
wensch ik met de geheele wereld in vrede te sterven.» Om echter een
bewijs te geven, dat hij nog niet te lijden had van de zwakte des
ouderdoms, spande hijzelf een boog en schoot dien met groote kracht
af. Hij wenschte de gezanten ook proeven te geven van de voortreffe-
lijkheid zijns legers; daarom noodigde hij hen uit bij eene wapenschou-
wing en overtuigde hen, dat, hoewel hij den Czaar niet als hervormer
evenaarde, hij nogtans zeer veel goede inrigtingen in zijn’ Staat had
daargesteld. Het was een wedijver van Rang hi’s zijde, die de daden
van den buitengewonen vorst had hooren vermelden, en hem daarom
gelijk wilde zijn. Toen de gezant zijn afscheid nam, bleef Lange als
resident achter. Zijn geduld werd staande zijn verblijf zeer sterk op
de proef gesteld. De regen slroomde zijne woning binnen, de levens-
middelen werden hem sleehts ten deel bij vergunning der Soldaten, die