
 
        
         
		kwam  dit  eindelijk  lot  stand.  Maar  kort  daarop  werd  door  de  manda-  
 rijnen  een  bevel  «itgevaardigd  om  te  vertrekken;  de  achtergebleven  
 kooplieden  moesten  het  behoud  van  hunne  gebouwen  voor  eene  aan-  
 zienlijke  som  koopen.  Daarop  kwam  een  amblenaar  van  hoogen  rang,  
 die  den  voorzitler  der  Oost-Indische  compagnie  in  zijn  eigen  huis  
 gevangen  hield,  om  hem  te  noodzaken  eenige goederen in betaling der  
 nog  overig  gebleven  schuld  tot  zeer  hooge  prijzen  aan  te  nemen.  Na  
 vele  onaangenaamheden  werden  de  Engelschen  eindelijk  uit  hunne  
 verblijven  gedreven,  de  pakhuizen  geplunderd  en  daarenboven  vele  
 geweldenarijen  jegens  hen  gepleegd.  ln  het  volgeude  jaar,  toen  de  
 schepen  kwamen,  was  het nog veel  erger.  Soldaten omsingelden hunne  
 magazijnen, en noodzaaklen hen, hunne goederen tot zekere  prijzen  met  
 groot  verlies  te  verkoopen.  Afpersingen  en  willekeurige  behandeling  
 hadden  eindelijk de verwijdering  der  vreemdelingen  ten gevolge,  en dit  
 geschiedde  onder  de  voortreffelijke regering van Kang hi. — Te Canton  
 had  men  ook  vele  proeven  genomen,  maar  de  meeste  ondernemingen  
 waren met verlies verbonden;  daarom was men ook dezen handel moede  
 en  trachtte  (1737)  te  Ning  po  zieh  te  vestigen;  maar  altijd  waren  de  
 mandarijnen  afkeerig  van  zulk  een  plan;  na  zeer'groote  sommen  be-  
 taald  te  hebben,  zagen  de  schepen  zieh  genoodzaakt,  dikwijls  zonder  
 hun  oogmerk  bereikt  te  hebben,  te  vertrekken.  Ook  te  Fulscheu,  de  
 hoofdstad  van  Fo  kien,  zocht  men  zieh  te  vestigen;  maar  hier waren  
 reeds  de  Hollanders,  wier  factory  echter  door  verraad vermeid werd,  
 in  het  voile  bezit  van  den  handel;  en  toen  de  Engelschen  zieh  der-  
 waarts  begeven  wilden,  werden  zij  door  het  voorbeeld  hunner  voor-  
 gangers  afgeschrikt.  Nu  trachtte  men  weder  een  uitweg  voor  vertier  
 van  Engelsche  stoffen  te  Macao  te  vinden,  waar  echter  Soldaten  het  
 pakhuis  omsingelden,  zoodat  de  goederen  weder  ingescheept  moesten  
 worden.  Naderhand  beproefde  men  door  geheime  agenten  tusschen de  
 eilanden  de  lading  te  verkoopen.  Toen  kwam  er  een  Man  tschu-  
 admiraal  en  dreigde  hen  te  verdrijven,  omdat  de  keizer,  zoo  als  hij  
 zeide,  den  alleenhandel  aan  de  Portugezen  tegen  eene  som  gelds  had  
 beloofd.  Kang  hi,  die  veel  schranderder  was  dan  zijne  lijdgenooten,  
 en  het  groote voordeel, ’t geen een land van den handel trekt,  zeer wel  
 begreep,  gaf  bevel  (1683),  dat alle havens van zijn  Rijk voor de vreemdelingen  
 geopend  moesten  worden.  Deze  vrijheid  bragt  natuurlijk  de  
 Engelschen  naar  Whampoa. Däär ontslond een twist wegens een’ mast,  
 de  matrozen  namen  dien  van  het  strand,  omdat  hij  hun  toebehoorde, 
 en  bovendien  noodzakelijk  was  om  le zeilen. De Chinezen wierpen met  
 steenen,  de  Engelschen  vuurden  op  de  menigte,  het  gevolg  was  dal  
 er  een  doode  viel.  De  kooplieden  moesten  daarvoor  eene groote boele  
 betalen  en  het  gemeen  was hevig  tegen  de Engelschen ingenomen. Zoo  
 weinig  belovend  was  het  begin  van  een  verkeer,  dat  thans  zulk  eene 
 ongeloofelijke  hoogte  bereikt  heeft. 
 Jaren  lang  wedijverde  men,  om  uit  te  vorschen,  welke  partij  het  
 meeste geld kon afpersen aan de anderen. De  inspecleur van de tolregten  
 en  andere  hooggeplaalste  mandarijnen  waren  er  met  allen  ernst  op  
 bedacht  hunne  beurzen  te  vullen  en  le  gelijk  den  handel  zijn  gang te  
 laten  gaan,  want  vele  ofheieren  hadden  er aanzienlijke geldsommen in  
 gestoken  en  verwachtten  zeer  hooge  interessen. Naderhand kwam men  
 weder  op- de gedachte om  twee kooplieden te benoemen,  die de geheele  
 zaak zouden uitvoeren. Dit had wederom bezwaren,  en zoö werd eindelijk  
 eene  maatschappij  opgerigt,  die  gedurende  eene  eeuw  den  handel  in  
 bezit  had.  Zij  was  een  der  buitengewoonste  verschijnselen  van  baren  
 tijd,  zoo  als  wij  later  zullen  melden. — Wat  vaak  zeer belemmerend  
 was  voor  het verkeer, waren de klopparlijen met de Chinezen, waarbij  
 dikwijls  menschen  om  het  leven  kwamen;  in  zoodanig  geval  moesten  
 de  gezamenlijke  kooplieden  borg  blijven;  alle  handel  werd hun verbo-  
 den,  en  zij  waren  genoodzaakt den  schuldige  zoowel  als  den  onschul-  
 dige  aan  de  Chinezen  over  te  leveren.  De  mandarijnen  draalden  niet  
 lang  met  de  doodstraf  aan  hen  le  voltrekken. 
 In  het  jaar  1742  kwam  de  beroemde  Anson  te  Macao.  Tothiertoe  
 had  men  de  Chinezen  alleen  uit  de  berigten  der  zendelingen  gekend,  
 maar  deze  ronde  matroos  leerde  binnen  körten  tijd  van  dit  volk  veel  
 meer,  en  kende  den  geest  der  natie  oneindig  beter  dan  velen  dier  
 priesters,  welke  40  jaren  in  het  land  hadden  doorgebragt.  Na  aan-  
 houdende’  verzoeken,  beloften  en  bedreigingen,  vergunde  men  hem  
 eindelijk,  zijn  schip  in  de nabijheid van Macao weder zeilree le maken,  
 en  te  gelijker  tijd  levensmiddelen  in  te  nemen,  die  men hem aanvan-  
 kelijk geweigerd had. Daarop zeilde hij naar den oceaan, om de Spaansche  
 galjoenen,  die  met  groote  schatten  uit  Mexico  terugkeerden  ,  op  le  
 sporen.  Hij  nam  er  een  van,  en  nadat hij  goed geslaagd  was,  keerde  
 hij  naar  China  terug,  ging  regt  uit  op  Canton  aan,  had  een  gehoor  
 bij  den  stadhouder,  hielp  de  Chinezen  een’  brand  blusschen,  bragt al  
 zijne  aangelegenheden  door  schranderheid  en  moed  in  orde, en verliet  
 daarop  Canton,  een  voorwerp  van  de  bewondering,  zoowel  der  Chi