
 
        
         
		Gin  tsong genoodzaakt  werd een vernederend verdrag te slailen.  Er werd  
 thans  bepaald,  dat  bij  wederzijdsche  briefwisseling Hia  zieh  zoon,  en  
 deii  keizer  vader  moest  noemen;  toen  dit,  na eindelooze geschillen,  in  
 orde gebragt was,  trokken  de  legers huiswaarts. 
 Intusschen  hadden  de  Kitanen  hunne  benden weder  verzameld,  om  
 zieh de  verlegenheid,  waarin  het  rijk  verkeerde,  ten  nulte  te  maken.  
 In plaats van een  generaal zond  men echter ditmaal een  toovenaar.  Deze  
 ging lijnregt naar  het hof,  hield  langdurige gesprekken,  beloofde groole  
 geschenken  en  eene  keizeriijke  prinses  met een belangrijken  bruidschat  
 voor  den  troonopvolger,  deelde  eenige  stukken  zijde  uit en  kwam toen  
 naar de residentie met het vredestractaat,  tot groote verbazing der ministers, 
   die  den  gezant  verloren  rekenden.  De  beheerschers van  de beide  
 rijken  noemden  zieh  thans broeders en  leefden  een korten  tijd  in vrede. 
 Ongelukkig  nam  de  prins  van  Hia  eenige  Tartaarsche  stammen,  die  
 zieh aan de wreedheid  der Kitanen onttrokken,  in zijn  land op.  Daar hij  
 verzekerd was van  de  wraak der nomaden,  zond  hij  oogenblikkelijk een  
 gezant,  om  met  Gin  tsong een aanvallend verbond  te sluiten en gemeen-  
 schappelijk  de  vijanden  des  rijks te beoorlogen.  Buitendien  bedong hij  
 dat men hem onderscheiden  steden zou afstaan,  verlangde ook de vrijheid  
 om  nieuwe  grensvestingen  op  te  rigten,  en  toonde den  keizer duidelijk  
 aan,  dat de jaarlijksche schatting in zijde en theezeer stipt voldaan moest  
 worden.  Dit voorstel, om eindelijk wraak te nemen op de Kitanen,  beviei  
 de Chinesche ministers bijzonder,  en Gin  tsong was reeds op het punt om  
 het  verdrag  te  onderleekenen,  toen  onverwachts  de  gezant der Kitanen  
 aankwam.  Hij  schilderde  den haat,  dien men  legen Hia  koeslerde,  met  
 sterke kleuren af,  en  beschreef het groote leger,  dat gereed’ stond om  de  
 verbrekers  van  het  verbond  te  tüchtigen.  De wantrouwende Chinezen,  
 die geen geloof wilden  hechten aan deze verzekeringen,  zonden  terstond  
 een  bode  naar  de  hoofdstad  der  Tartaren.  Deze  vond  tot  zijne  groote  
 verbazing het leger reeds in aantogt.  In plaats van zieh door den magtigen  
 vijand  schrik  te  laten  aanjagen,  besloot  de  hertog  van Hia dadelijk een  
 beslissenden  stap  te  doen;  hij  hoorde  dus  eerst  de  onderhandelingen  
 bedaard aan,  viel toen de Kitanen onverwachts in den rug en vernietigde  
 bijkans  hun  geheele  legermagt.  De  gevangenen  zond  hij  grootmoedig  
 terug met de verklaring,  dat het veel beter wasom den vrede.te bewaren,  
 dan  zieh  in  een  strijd  met  hem  te  wikkelen.  Nu was ook  het keizerlijk  
 höf  geneigd,  om  zieh  met  Hia  te  verbinden. — De  vorst  regeerde  nog  
 langen  tijd  met  grooten  roem;  hij  had  zijn  zoon,  die een wakkerejongeling  
 scheen  te zijn, tot erfgenaam van den  Iroon bestemd.  Eene schoone  
 jonkvrouw,  reeds  aan  hem  verloofd,  wekte  bij  den  ouden  hertog eene  
 onnatuurlijke liefde op;  hij  ontnam zijn zoon de bruid,  om  haar als zijn  
 eigen bijzit  te behouden.  De  jongeling,  hierdoor  tot eene aan  krankzin-  
 nigheid  grenzende jaloezij  vervoerd,  vermoordde met ongehoorde snood-  
 heid zijnen  vader,  nam  de vlugt naar een  bloedverwant en werd dadelijk  
 in  ’t openbaar ter dood gebragt.  Nu riep men zijn tweeden  broeder,  die  
 nog zeer jong was, tot den troon.  De Kitanen,  allijd gereed om den geleden  
 smaad  le wreken,  meenden  dat thans  het geschiktst oogenblik daar was,  
 om  hun  plan  te  volvoeren.  Talrijk  als  de sprinkhanen verspreidden  zij  
 zieh  over  het  land,  maar  lieten  hunne  wapenen  bij  de  achlerhoede,  
 omdat  zij  geen  vijand  nabij waanden.  Toen overvielen  de Chinezen hen  
 en  riglten  een  groot  bloedbad aan,  waardoor verdere rooftogten gestuit  
 werden.  Het  Chinesche  hof,  dat zieh in dit tijdstip  van  de schatting zou  
 hebben  kunnen  ontslaan,  wilde  den  jongen  prins gedurende den  rouw  
 over  zijn  vader  niet  aantasten,  en  daarom  bleef het  land  steeds  onaf-  
 hankelijk. 
 Gin tsong was een groote vriend van de geleerden.  Hij  gaf zeer strenge  
 bevelen om in alle districten collégien tevestigen, waaronderwijsgegeven  
 werd  in  dé  klassieke  schrijvers,  en  de  leerlingen,  ten  bewijze hunner  
 künde,  opstellen moesten  schrijven.  Ook werd de keizeriijke hoogeschool  
 uitgebreid;  want de 50,000 geleerden en leerlingen,  tijdens  de dynastie  
 van  Tang,  waren  tot  eenige  honderden  versmolten.  Talloos  waren  de  
 loftuitingen  der wijsgeeren op  hunnen beschermer,  en  zoowel gedichten  
 als allerkunstigste vleijerijen werden  allerwege tot roem van den gebieder  
 verbreid. 
 Gin tsong was niettemin een zeer verdienslelijk vorst,  die zeer veel deed  
 om  de liefde des volks te winnen.  Toen  eene aardbeving  geheele slreken  
 verwoestte,  en  de  sprinkhanen  den  oogst des landmans vernielden,  be-  
 toonde  hij  zieh  als  een  leederhartig  vader,  die  zijne  onderdanen  naar  
 vermögen  ondersteunde.  Eens  hoorde  hij,  dat  een  minister  zeer  ziek  
 lag,  en  dat  menschenhair,  lot  asch  verbrand  en  met  water  gemengd,  
 hem  de gezondheid  hergeven zou.  Aanstonds  sneed hij zijn baard af,  bij  
 de  Chinezen  een  groot  eereteeken,  en  zond  het  hair  aan  zijn minister,  
 om  er  gebruik  van  te  maken.  Ondanks  dit  alles  kon  hij  het uitbarsten  
 van  een  opstand  niet  verhinderen.  Een  monnik gaf daartoe aanleidihg,  
 die  de  lieden  voorprevelde,  dat  een  andere  Boeddha,  dan  wien  men  
 gewoonlijk  aanbad,  de  regering  der  wereld  had  op  zieh  genomen.  Daar