
 
        
         
		gebragt.  Maar  nog  eer  de  aanval  gesehiedde,  vertoonde  zieh  de  gou-  
 verneur-generaal  zelf  in  het  kamp  en  werd  van  alle  kanten  inet  
 luid  gejnich  begroel.  De  overwinning  of  de  dood,  riep  de  menigte  
 hem,  vaslberaden,  toe.  Maar  legen  kogels  en  vuurpijlen  baatte  zulk  
 eene  dapperheid  zeer weinig;  de  Soldaten  vlugtten,  om  hun  leven  le  
 redden,  alleen  de  bevelhebber  bleef  en  schoot  bet  laatste  kanon  
 af,  toen  ook  hem  een  schot  in  de  borst  trof  en  levenloos  ter  aarde  
 wierp.  Om  zijue  dapperheid werd  liij  in  het  vervolg  onder  de heiligen  
 opgenomen  en  volledig  gekanoniseerd.  Schang  hai  gaf  zieh  terstond  
 daarop  over,  bijkaus  zonder  slag  of  stoot,  en  zoo  was  de eerste stad  
 der  provincie  Kiang  su  in  handen  der  Engelschen.  De  kleine  
 stoombooten  voeren  thans  ongehinderd  den  Jangtse  op,  oin  le  onder-  
 zoeken  hoe  ver  de  diepte  van  het  water  groole  schepen  zou toelaten.  
 De  rivier  was  toenmaals  zeer  gezwoilen,  zoodat  de  meeste  plaalsen,  
 anders  zeer  ondiep,  voor  linieschepen  bevaarbaar  waren.  Langzaam  
 voer  het  eskader  de  maglige  rivier  op  bij  een  günstigen  wind.  
 Toen de  schepen  voor  het  eerst  ankerden  inidden  in  de  rivier  (18den  
 Julij),  had er  juist eene bijkans  totale  zonsverduistering  plaats,  waar-  
 door  het  geheele  Rijk  in  den  groolsten  angst  verkeerde;  de  ofiicier,  
 die de  aankomst  der  vijanden  berigtle,  werd  als  een leugenaar  in  de  
 gevangenis  geworpen.  Het  gepeupel  längs  de  oevers  der  rivier  nam  
 zijne  loevlugt  tot  gewelddadigheden  en  het  land  werd  met  regering-  
 loosheid  bedreigd,  zoo  er  niet  spoedig vrede  gemaakt werd. 
 De  gevolmagligde  Pöttinger  vaardigde  nu  eene  algemeene  kennis-  
 geving  uit,  waariu  bij  de  vredesvoorwaarden  kortelijk  herhaalde,  en  
 de  mandarijnen alzoo  nadrukkelijk  vermaande  ,  om  spoedig  een  eind  
 te  maken  aan  den ongelukkigen  oorlog.  —  De  tegenstand bij  den  ver-  
 deren  voortgang  der  schepen  was  gering,  en  hoewel  de  wind  de  
 vloot  een’  körten  tijd  in  hare  vaart  verlraagde,  werd  weldra  het  
 anker  voor  Tschin  kiang  fu  uitgeworpen. 
 Toen  in  ’s keizers  kabinet  de  vraag  geopperd  werd,  of  de  Engelschen  
 inderdaad den Jang  tse zouden kunnen opvaren, werd  dit onlkend  
 en  al  de  overheidspersonen  längs  den  oever  zonden  een  brief  om  
 het  le  bdvestigen.  Daarenboven  schreef  ook  de  gouverneur-generaal  
 aan  Tao  kuang  en  verklaarde  dat  het  zeer  gemakkelijk  zou  zijn,  de  
 geheele  vloot  le  verbranden.  Talrijke  jonken  werden  ook  tot  dat  
 einde  aangestoken,  en  bij  den  mond  van  het  groole  kanaal,  waar  
 zieh  eene  geheele  flolille  hevond,  met  eene  soortgelijke  massa  als 
 369 
 het  Grieksche  vuur  (bestaande  uit  aardliarsl,  kamfer  en  olie)  gevuld.  
 Maar  de  massa  geraakle  in  brand,  eer  zij  afgezonden  kon  worden,  
 en  de  brandende  jonken,  die  met  groole  snelheid  door  den  slroom  
 naar  zee  gedreven  werden,  veroorzaakten  ook  geene  schade;  zoo  
 werden  Niu’s  veelvuldige  beloften  alle  verijdeld. 
 Thans  verschijnl  Ri  jing  voor  het  eerst  als  ambtgenoot  van  I  li  pu  
 op  het tooneel.  Hij werd van  Mu  kden  onlboden,  om  naar  Canton  te  
 gaan  als  generaal  met  den  last  van  bemiddelaar.  De  hagchelijke  Staat  
 van  zaken  bij  zijne  komst  te  Hang  tscheu,  en  de  onmogelijkheid  om  
 den  vijand  te  verdrijven  waren  hem  duidelijk.  Hij  deed  dus  met  allen  
 ernst  schriftelijke  voorslagen  aan  het  hof,  en  drong,  niettegenslaande  
 het  gestrenge  verbod,  op  vredesonderhandelingen  aan;  want  anders  
 zou  het  met  de  regering  der  Man  tschu  gedaan  zijn  geweest., Dezen  
 brief  zond  hij  naar  Pe  king  vöör  de  bestorming  van  Tschin  kiang  fu.  
 I li  pu,  het  leven  moede,  en  besloten  hebbende  zijn  langdurige  loop-  
 baan  te besluiten  met de  overeenkomst over  den  vrede,  schreef  na  het  
 innemen  van Tschin  kiang  in het volgende: Uwe Majesteil! Wij  slrijden  
 niet  langer  om  eene  streek  lands,  maar  om  den  troon;  wij  moeten  
 vrede  maken  op welke  voorwaarden  dan  ook;  anders zijn wij  verloren. 
 Die  vreesselijke  dag ,  waarop  de  bestorming  van  Tschin  kiang  fu  
 plaats  had,  zal  lang  in  de Chinesche  geschiedenis  bewaard blijven. Des  
 morgens  vroeg  drong  eene  afdeeling  troepen  na  tamelijk  verlies  over  
 den muur  bij  de noorderpoorl binnen. De Tartaren  verdedigdeu  zieh met  
 onverwrikbare  dapperheid.  Een  klein  getal  matrozen  en  kanonniers,  
 die het kanaal opgezeild waren,  werden  door Mongolen op de brug,  die  
 bij  de  zuiderpoort  over  het  water  ligt,  met  heldenmoed  onlvangen,  
 velen gewond  en  de overigen genoodzaakt  zoo  spoedig mogelijk de vlugt  
 te  nemen. — Het Chinesche kamp, dal  in de vlakte  zijw'aarls  van Tschin  
 kiang fu  was  opgeslagen, moest  weldra  de  wijk nemen,  des namiddags  
 liet  men  eene poort  springen,  en  nu  trok de  geheele Engelsche  hoofd-  
 armee  binnen,  verbaasd  dat  zij  hare  kameraden reeds  in  het  bezit der  
 veslingwcrken  zag.  Maar  nog  slreden  de  Tartaren  moedig,  en  eerst  
 nadat  men  met  gevelde  bajonet  op  hen  aandrong,  onlweken  zij  den  
 anders  onvermijdelijken  dood.  Velen  waren  er  gevallen,  en  de  anderen  
 achtlen  het  niet  der  moeite  waardig  huune  nederlaag  te  over-  
 leveri.  De  bevelhebber  Hai  ling  gaf  het  voorbeeld; • hij  verbrandde  
 zieh  in  zijn  huis;  zijne  onderhoorigen  bragten  zichzelven  om,  maar  
 doodden  eerst  hunne  geheele  familie.  De  putten  waren  opgevuld  met