
 
        
         
		zieh  verschoonend  jegens  het  afhankelijke  volk  te  gedragen.  Wie  een  
 onderdaan  doodde  ,  moest  dit  misdrijf  met  den  dood  boeten;  andere  
 overtredingen,  zoo als b.  v.  verkrachliug  en  gewelddadige  roof werden  
 evenzoo  zwaar  gestraft.  Stilte  bij  de  marschen  en den aanval,  en on-  
 hepaalde  gehoorzaamheid  werd  elk  soldaat tot heiligsten pligt gemaakt.  
 Op  het  oogenblik,  dat  de  waldhoorn  klonk,  was  het  leger  opgezeten;  
 elke  beweging  werd  op  gelijke wijze aangeduid;  men hoorde den  klank  
 des  lioorns  en  vroeg  niet  werwaarts  de  weg  ging,  maar  volgde  
 onbepaald  met  den  meesten  spoed.  —?  De  grootste  ondernemingen  
 werden  zonder  medeweten  der  generaals  begonnen  ,  want  alleen  de  
 vorst  en  zijn  staf  hadden  regt  iets  omtrent  den  oorlog  te  beslis-  
 sen.  —  In  Europa  zijn  zulke  verordeningen  tot  algemeenen  regel  
 geworden;  maar  de  horden  van Azie  en  de  legers.van  China  kenden  
 die  niet,  en  hierdoor  onlstond  het  o.verwigt  der Man  tschuren.  Snel-  
 lieid  was  de  hoofdzaak  bij  al  hunne  ondernemingen,  en  hierin bestond  
 de  kracht  der  natie.  Gewoonle  kweekte  bij  hen  het  denkbeeid  dat  
 zij  onoverwinnelijk  waren,  en  deze  overtuiging  bezielde  hen  met  om  
 weerstaanbaren  möed.  Daarbij  hadden  zij  geen  bagaadje;  hunne  paar-  
 den, aan vermoeijenissen  gewoon,  droegen  al  hunne benoodigdheden,  
 en wanneer  zij  door  woestijnen moesten  trekken,  legden zij  zieh,  naar  
 oudvaderlijke  wijze,  op  de  jagt  toe ,  en  rekten  aldus  hun  leven  
 in  streken  ,  waar  andere  legers  gewiss  den  dood  gevonden  zouden  
 hebben. 
 Tsong  ti  (in  de  Walhalla  genaamd  Tai  tso n g—  de  titel  zijner  regering  
 in  het  Mjaa  tschu  We  si  kson  er  de  mung)  wachtte  nog  een  
 lijd  lang,  voordat  hij  met  het  leger  over  de  Chinesche  grenzen  trok.  
 Toen  hij  zijn  besluit  genomen  had ,  vaardigde  hij  een  manifest  u it,  
 waarin  hij  nogmaals  al  zijne  bezwaren  te  kennen  gaf;  hij  gewaagde  
 ook  van  de  minachling  die  hem  wedervaren  was,  en bedreigde einde-  
 lijk  iederen  burger  en  Chineschen  officier  met  den  dood,  als  hij  zieh  
 niet  oogenblikkelijk  na  de  gedane  opeisching  overgaf.  Spoedig  begaf  
 hij  zieh  op  marsch,  nam  eenige  sieden  in  en  stond  reeds,  eer  twee  
 maanden  verloopen  waren,  in  de  nabijheid  van  Pe  king  (1629).  Nu  
 ontwaakte  het  hof  uit  zijnen  langen  slaap  ;  zelfs  de  kamerlingen  be-  
 weerden,  dat  er  iets  grools  moest  worden  ondernomen  ;  daarom  
 klaagden  zij  den  trotsehen  stadhouder  als  verrader  aan,  en  verweten  
 hem  dat  hij  in  verstandhouding  stond  met  de  Tartaren.  Van  zulke  
 dingen  had  deze  gouverneur  nooit  gedroomd  ;  veel  meer  waren  het 
 de  overmoed  en  minachting,  door  hem  jegens  de  barbaren  betoond,  
 die  hem  zoo  gehaat  gemaakt  hadden.  De  keizer  sloeg  echter  geloof  
 aan  zijne  levensgezellin,  en  zette  den  aangeklaagde  in de'gevangenis,  
 nu  bleek  het,  dat  hij  den  brief,  dien  de Man tschuren hem geschreven  
 hadden,  nooit had overhandigd. De beschuldigde bewees van zijnen kant  
 dat  de  eerste  minister,  wien  hij  den  brief  had  ter  hand  gesteld,  hem  
 niet  had  ingezonden.  De  wäre  oorzaak  was,  dat  men  den  inhoud  te  
 schandelijk  vond  om  openbaar  te  maken,  en  derhalve  de  mededeeling  
 ten  hove  verbood.  Dit  slilzwijgen  moest  deze  man  met  den  dood  be-  
 koopen.  Hij  werd  openlijk  op  de  markt  onthoofd,  na  negen  maanden  
 in  de  gevangenis  gezucht  te  hebben. 
 De  Man  tschuren  waagden  zieh  thans kloekmoedig bij de poorten der  
 hoofdstad,  waar  de  Chinezen  evenwel  sterk  genoeg  waren  om belang-  
 rijken  tegensland  te  bieden,  en  dus  werden  zij  genoodzaakt  spoedig  
 af  te  trekken,  en  voor  ditmaal  het  verlangen  naar  het  bezit  van  de  
 hoofdstad  op  te  geven. 
 Tsong  ti  zag weldra  in,  dat  het  Iand  niet  met  geweld  van wapenen  
 ’aan  zijn  schepter  onderworpen  zou  kunnen  worden.  Hij  begon  zieh  
 dus  geheel  naar  den  smaak  van  het  Rijk  te vormen.  Zijn  hofstoet was  
 prächtig  uitgedost met  de  geplunderde  schatten;  de  prinsen  van  den  
 bloede  schaarden  zieh  rondom  den  magtigen  aanvoerder  en  dröegen  
 ter  onderscheiding  een  gelen  gordel,  dien  zij  tot  op  dezen  dag  be-  
 houden  hadden.  De  meer  verwijderde  broeders  droegen eene roodach-  
 tige  sjerp,  en  gaven  daardoor  hunne  betrekking  tot  het keizerlijk huis  
 te  kennen.  De  regering  werd  daarenboven  op Chineschen voet ingerigt  
 en  alles ten  prächtigste  voorbereid,  terwijl  alle leden van het vorstelijk  
 huis  zoowel  als  de  Tartaren  de  Chinesche  taal  leerden. 
 Nu  deed  de  prins  herhaalde  oproepingen  aan  de  Chinezen,  om  tot  
 hem  over  te  gaan.  Velen  deden  dit;  want  het  geluk  verzelde  de  wapenen  
 der  Tartaren |   en  de  eene  stad na de andere viel hun in handen.  
 Maar  de  hoogere  officieren weigerden dit aanbod aan te nemen,  en men  
 zag  enkele  weinige  voorbeelden  van  heldenmoed.  Toen  echter  de  be-  
 zettingen  door  hongersnood en siechte behandeling  tot wanhoop gebragt  
 waren,  gingen  zij  eindelijk  tot  de  vijanden  over,  en  onder  die  bezet-  
 tingen  waren  ook  enkele  generaals.'  Lang  had  een  hunner  op hevigen  
 en  stelligen  toon  de  vleijende  aanbiedingen  afgewezen, maar  zijn beste  
 officier  verliet  hem,  en  toen  gaf hij  zijne toestemming,  dat Tartaarsche  
 prinsen  met  hem  in  eene  tent  onderhandelden.  Niel  alleen  werd  de  
 n .  6