
tensporighedcn vervallen, en tot een ellendigen dronkaard verbasterd. Als
hij vol wijns was, zag men hem op de straten ronddraven en de slechtste
huizen bezoeken, waar hij zieh allerlei geweldenarijen veroorloofde. In
zijne dronkenschap was hij gewoon menschen op goed geluk te dooden
en eens onderteekende hij zelfs het doodvonnis van zijn getrouwsten en
talentrijksten minister. Toen hij nuchter geworden was, had hij berouw
over den moord, door hem gelast, maar^die was tot zijne groote ontroe-
nng reeds volbragt, en tot verzoening beval hij eene prächtige lijk-
staatsie. Daarbij ontdekte hij de van droefenis overstelpte weduwe en
vroeg haar of zij niet diep bedroefd was over den dood van haren echt-
genoot. Toen antwoordde de treurende al snikkend, dat het verlies
*oor haar onherstelbaar was, en de vorst hernam: ga dan naar de
andere wereld, om u met uwen echtgenoot te vereenigen, en met deze
woorden kloofde hij haar het hoofd in tweeen. - Het monster leefde
echter met lang, en het land van Tsi herademde.
Doch er waren daar twisten over detroonopvolgers; omzich te ontslaan
van de listige aanspraken der regtmatige prinsen, doodde de regerende
hertog den nog overgebleven sprait, en regtvaardigde deze handelwijze
door een ring, dien hij om de zon gezien had, en die, volgens zijn ge-
voelen, eene groote omwenleling aanduidde, en daarom moest men
zoodanige teekenen te voren komen.
De vredelievende Wen ti, die met zijne naburen vrede gemaakt had en
zieh nu reeds vooruit verblijdde in de zegeningen des vredes, was zeer
bedroefd, dat hij een’ van zijn eigen onderdanen in opstand zag. Men had
nooit kracJitdadigemaatregelen van dezen stillen monarch verwacht; men
bedroog zichdaarin, want zoodra ’thet rijk betrof, was niemand onderne-
mender en slandvastiger dan hij. Dag en nacht met de regering onledig
leefde Wen ti geheel voor het heil des volks en daarom gelukle het hem ook
zijne vijanden spoedig te overwinnen. Doch het was den spaarzamen
voortreffelijken wijze niet vergnnd de vruchten zijner regering tegenieten
Z Z \ dn d°°d rUktG h6m Weg Uit Cen l6Ven’ dat zeer riJ k wasaa» daden
(566). De rouw over zulk een voorlreffelijk man was algemeen en opregt.
Fi ti, zijn opvolger, was nog een kind, toen hij op den troon kwammaar
de ministers, die de bezorgde vader hem ter zijde geplaatst had!
waren mannen van eer, bereid om alles voor het rijk te doen. Onder hunnen
steun ging het met de aangelegenheden der regering zeer goed,en een
vorst vanLiang,die zieh tegen dekroon verheffen wilde, werd spoedig geslagen.
Maar des keizers broeder, een zeer sluw,innemend man,vond weldra
gelegenheid (568) om zieh meester te maken van het bestuur, de andere
mmislers door beloften te misleiden en de moeder tot onttrooning van
haarjeugdig kind te bewegen. Men kent hem in de geschiedenis als
Siuen ti.
In allen ernst gezind om daden zijns waardig te volbrengen, riep hij
den krijgsraad bijeen, om zieh over den oorlog tegen Tsi te verklären;
want aan den opstand had men door de gestrengste maatregelen een einde
gemaakt. In dit land hield een zeer magtig minister het roer van Staat,
hij had zijne zuster aan den vorst uitgehuwelijkt, en waande den monarch
door den teederen band der Iiefde omstrengeld, geheel in zijne magt!
Hij handelde daarom willekeurig, en wilde niet eens gedoogen dat de prins
zelfeen post begaf. Maar weldra verloor deze zijne neiging voor de
schoone, en beval een zijner generaals om haren broeder, wiensdwanghij
niet langer verdragen kon, dood te slaan; vervo!gens bevrijdde hij zieh
ook van zijne levensgezellin. Toen hij berigt had ontvangen dat het
Chmesche leger in aantogt was, trok hij zelf te velde. Maar ’s vijands
veldheeren waren zoo bekwaam, dat hij den slag verloor en de vestingen
in hunne handen zag vallen. Na zou men gedacht hebben, dat dit over-
winnend leger zieh spoedig zou meester maken van het land en met
krachtige hand het verlorene heroveren. Daarin vond hij zieh bedrogen;
want Siuen hield op zijne zegevierende loopbaan stil, zonder dat men
immer deoorzaak daarvan ontdekken kon. In dezen oorlog werd een der
beroemdste en deugdzaamste krijgsoversten in eene vesting gevangen
genoinen. Het volk, dat zooveel proeven zijner edelmoedigheid gezien
had, wilde volstrektniettoelaten dat zulk een voortreffelijk mangebonden
werd weggeleid; de overwinnaar werd daarover zoo toornig, dat hij hem
op den eigen oogenblik van het leven beroofde. Ridderlijke eer en trouw
waren toenmaals in China geheel onbekende zaken.
In het vorstendom Tscheu, waar men reeds verbindtenissen met de
Türken had aangeknoopt, en ernstig werkzaam was om den geest der
Tartaarsche voorvaders te onderdrukken en zieh geheel naar het voorbeeld
der oude Chinesche wereld te vormen, was de oom van den regerenden
vorst in het bezit aller magt. De keizerin-weduwe daarenlegen, aan dronkenschap
verslaafd, bekommerde zieh weinig om het staatsbestuur. Op
zekeren dag werd de minister in het kabinet geroepen, de vorst sprak
vnendelijk met hem, en naar gewoonte stond hij op, toen gene de kamer
verlaten wilde. Toen bereikte zijne grimmigheid haar toppunt, en de
prins wierp hem eene handvol edelgesteenten naar het hoofd, terwijl