
Deze Jao zijn wakkere bergbewoners; wel woest, maar eerlijk en
trouw in al hunne beloften, en onoverwinnelijk in den slag. Zij hebben
voortreffelijke spiesen en zwaarden, kampen inet nooit verflaauwende
dapperneid, achten het leven gering bij de verdediging des vaderlands,
en trotseren daardoor stoutmoedig alle gevaren. Men vindt iets ridder-
lijks in hun geheele gedrag, hunne yijandschap brengt den dood, hunne
vriendschap is blijvend en hartelijk.
De eersle generaal, die thans tegen hen oprukte, was een Tartaar.
Hij waagde zieh niet in bet gebergte, maar er kwamen afgevaärdigden
uit een verwijderd dorp tot hem, die allerootmoedigst om hulp
smeekten , want de Jao hadden zieh van hunne woonplaals meesler
gemaakt. De bevelhebber gaf aan hunne beden gehoor, en nu tr-ok het
leger voort, totdat de Soldaten een naauwen bergpas bereikt hadden.
Daar werden zij van alle kanten met zulk eene woede overvallen,
dat slechts zeer weinigen zieh met de vlugt konden redden. De overi-
gen werden een offer van het zwaard en hunne lijken lagen over het
geheele veld verstrooid. De aanvoerder was de eerste, die door eene
pijl werd neergeschoten; want de Jao zijn zeer goede schutters en
missen hoogst zelden hun doel.
Nu was het hoog lijd dat de troepen van Canton zieh in beweging
stelden. Zij hadden echter naauwel{jks eenige mijlen gemarscheerd, toen
men ontdekte, dat van de 1000 man 200 wegensthet opiumrooken
voor de dienst ongeschikt waren en dus onlslagen moeslen worden.
Naauwelijks waren dezen verlrokken, toen ongeveer 60 anderen den
gouverneur, die zieh aan hun hoofd geplaatst had, kwamen aankon-
digen, dat zij zeer bejaarde moeders hadden,.ler wier verzorging’ zij
naar huis moesten terugkeeren. Zulk een voorwendsel is bij de •regering
geoorloofd; en dus gaven de oflQcieren hun eenige stokslagen en
zonden hen als lafhartige bloodaards naar hunne mamaas, om aan
hären boezem den vrijen loop te geven aan hunne zorgen en genoegens.
Zij, die nooit een Chineesch leger, gezien hebben, kunnen zieh geen
denkbeeld maken van zijne bestanddeelen. Het schijnl alsof alle Schelmen,
vagebonden, landloopers en gaauwdieven op een punt verzameld
zijn en zieh op een’ rooftogt bevinden. Eindelijk bereikten deze benden
de plaats harer bestemming. Wee de stad en het dorp onderweg;
want werwaarls zij ook kwamen, betoonden zij hare vuige roofzucht,
en de officieren waren vaak de aanvoerders bij de strooptogten. De
gouverneur Li wilde, zoodra hij het tooneel des oorlogs bereikt had,
iets beslisSends wagen. Hij besteeg dus met zijn geheele leger de berg-
ruggen, om deze rebellen in hunne eigene schuilplaatsen op te zoeken,
maar eensklaps werd hij omsingeld en geraakte in de klem, men liet
een kruidmagazijn springen, en velen zijner Soldaten sneuvelden.
Dit was eemgevoelige slag voor zijne schoone verwachlingen; het was
niet Wel doenlijk den keizer de waarheid te verhalen, -en hij schreef
dus een tal van veronlschuldigiugen. De overgebleven Soldaten, die hunne
makkers zagen vallen, höopten, dal Li^ den verdienslelijken döod der
dapperen ter kennis van den keizer zou brengen ; maar daar slechts
weinige namen geplaatst werden op de lijst, werden zij oproerig en
wilden niet langer onder de vlag van den keizer dienen. Li was der-
halve genoodzaakt, eenigzins de waarheid aan zijn opperheer te melden,
en daar deze met het verlies niet tevreden was, strafte hij hem op
het öogenblik.
Gelukkiger waren de veldtoglen der generaäls van de zijde vaü
Hu nan. Volgens hunne eigene' beriglen dedeu zij tweemaal een aanväl
op de barbaren, bestorrnden tvvee steden en staken er de huizen in
brand, bij welke gelegenheid duizenden omkwamen. Maar het hoofd
van den opstand, Tsao kin Iong {de gouden draak) geheeten, konden
zij niet fnagtig worden, waarover de keizer zeer onteVreden was. Hij
gaf hun nogtans labakszakken en andere dingen ten göschenke, om
zijhe genegenheid te toonen. Maar de oorlog kwam niet tot een eind
en dus werden twee gevolmagligden, onder anderen Hi gan, der-
waarts gezonden, om. de Jao uit te roeijen. Zij maakten dus een
wraakbevel van den keizer bekend en zonden te gelijk regters, om hun
het oppermäglig besluit van den monarch aan te kondigen, als zij zieh
niet oogenblikkelijk onderWierpen. Zij waagden het niet zulk een bevel
te Wedrstaan, verklaarden volstrekle gehoorzaamheid tewillen.be-
töonen, en de vrede werd aanstonds gesloten. De keizer beloonde de
overwinnaars rijkelijk 6n Jü pu gün, Over wien wij in het vervolg
meer Zullen spreken, verkreeg den titel van niaarschalk (bewaarder
van een der poorten van Pe king). Men vierde dezen triomf te Pe king
op de gewone wijze. Zeven der gevaugenen, die .de eer hadden tot de
mäagschap van den gouden draak te behooren, werden in de hoofd-
stad aäü stukken gesneden en hunne hoofden openlijk rondgedragen.
Maar in de werkelijkheid was het met den triomf geheel anders
gesteld. De keizer had bevolen den oorlog spoedig te eindigen; want
hij hefinnerde zieh nog zeef Wel, hoe zijne voörouders ontzaggelijke
|