
 
        
         
		golen even  zulke ijverige verdedigers van het pausdom geworden zijn,  als  
 Ta mer lan  zulks  in  het  vervolg was  van  het Islamisnius,  en welk eene  
 veranderde  gedaante  van  de  geschiedenis  der  wereld,  en  inzonderheid  
 van het Chinesche rijk  zou men dan verwacht kunnen  hebben!  Maar het  
 lag geenszins  in  den  eeuwigen  raad  van  den  Alwijze,  om  deze  talrijke  
 volken  aan  de  inquisitie  en  de  geestelijkheid  prijs  te  geven;  deze  ver-  
 trapten  helaas genoegzaam het Westen. 
 Ka  ra ko rum ,  de  hoofdstad  der  Mongoolsche magt, werd  ook  door  
 onzen avonturier  bezocht.  Daar bevond  zieh  een  aantal  Europeanen  en  
 onder hen ook enkele landgenoolen. Maaropeeneplaats,waardegeroofde  
 schatten der beschaafde wereld opeengestapeld waren, kon de monnik geen  
 vergelijking maken  met  de  schoonheid  van  het  llenedictijner klooster te  
 Saint-Denis in Parijs.  De Mongolen  waren  bij  hunne  ontzaggelijke  rijk-  
 dommen  arm  en  ellendig,  en  de  beheerscher  van  al  die  horden  geleek  
 op  een  gemeenen  struikrooverskapitein.  Van  zulke  menschen  beloofde  
 Rubruquis zieh derhalve geene groote dingen, en ofschoon hij  gaarne  tot  
 uitbreiding der godsdienst zou  gebleven zijn,  snelde  hij  welgemoed  met  
 de  brieven  van  den  magtigen  Khan,  die  den  koning  van Frankrijk tot  
 onderwerping aanmaanden,  naar Palaestina terug. 
 Veel rijker aan  gevolgen was de reis van  den  Armenischen koning Hai  
 ton naar het Mongoolsche leger  om  den Khan Meng ko zijn eigen land en  
 onderdanen  aan  te  bieden.  De Saracenen  van  westelijk  Azie  hadden de  
 magt der nomaden  gevoeld,  en  de Armeniers  verwachlten  eenen  soort-  
 gelijken aanval,  toen de  koning zelf,  om het onvermijdelijk lot teontgaan,  
 zieh in  hunne handen leverde. Meng ko  ontving  hem  vriendelijk,  prees  
 zijne  gehoorzaamheid,  ontving,  na  het  berigt  van  dezen  vorst,  den  
 doop  en  hield  alle  beloften.  De  toezeggingen  van  den  alleenheerscher  
 waren zeer menigvuldig, maar alle ten gunste der Christenen en  ten ver-  
 derve  van  de  Mohammedanen.  Op  aanraden  van  Hai ton werd Bagdad  
 veroverd, Perzie vijandelijk  aangevallen en Syrie zoowel als Egypte over-  
 stelpl door de Mongolen.  Indien de broeder des Khans zelf bij  de verove-  
 ring der  laatslgenoemde  landen  tegenwoordig  was  geweest,  dan zou de  
 overwinning  aan  de nomaden  ten  deel  gevallen zijn. Daar  nu  evenwel  
 generaals met een zeer ongelijk  leger  streden,  bleef  het voordeel  aan  de  
 zijde der Mamelukken. Hai  ton smaakte niettemin de blijdschap,  om zijn  
 vaderland  van  de  onverbiddelijke  Saracenen bevrijd  te zien;  uit dank-  
 baarheid trok hij  op  het  einde  zijner  dagen  de  monnikspij  aan. — Ook  
 deze schrijver maakt gewag van het  aantal "Christenen,  die  hij  op  zijne 
 reizen  door Tartarije ontmoelte. Men moet het daarom  betreuren,  dat de  
 sporen van het Nestorianismus thans schier geheel verdwenen zijn, dat de  
 Mohammedanen de plaats  van onze godsdienstverwanten hebben  ingeno-  
 men,  en  dat het bijgeloof der eerstgenoemden zeer  veel tot ontwikkeling  
 van het grove Schamanismus  heeft bijgedragen. 
 Hu pi lai’s  leven  is  over het geheel door Marco  Polo,  den  beroemden  
 reiziger, zeer goed beschreven; wij maken dus gebruik  van zijne wenken,  
 om de daden van dezen buitengewonen man te schetsen,  want  de Chinesche  
 schrijvers schijnen hem  niet begrepen  te hebben. 
 1.  Zijne  veroveringen.  Heeds  vroeger  konden  de  voorvaderen  van  
 Tschi tsu (dit is de Chinesche naam van  Hu pi lai,  wien men gewoonlijk  
 ook Ku blai noemt) het niet verdragen,  dat na de overwinning  van Korea  
 de  naburige  eilanden  van  Japan  hunne  vrijheid moesten genieten;  van  
 daar  de  ontzettende  toebereidselen,  die  echter  zonder  gevolg  bleven.  
 Daarenboven  komen  brieven van den Khan,  die den koning der eilanden  
 lot onderwerping aanspoorden.  Maar deze had in  vrijheid  geleefd,  zijne  
 voorzaten waren vrij geweest,  en hoewel hij aan de Chinezen beschaving  
 en letterkunde te danken had,  wilde  hij  loch  den  nek  niet buigen  voor  
 den heerscher  die hen onder het juk  gebragt had.  Deze edele gezindheid  
 versterkte den  keizer nog meer in zijn verlangen  om  den  hoogmoedigen  
 voor  zieh  te  zien  knielen;  buitendien  had hij gehoord dat het land  rijk  
 was aan goud en koper,  en  dus  een voortreffelijken  buit  zou opleveren.  
 De monarch gaf dus aanstonds bevel dat de grootste vloot  die ooit gezeiid  
 heeft,  in  de  zeesteden  moest  gereed  gemaakt  worden,  om  minstens 
 100,000  man  aan  boord  te  nemen.  De  scheepsbouw  werd  zeer ijverig  
 voortgezet,  de jonken der kooplieden aangehouden en binnen  zeer körten  
 tijd was alles gereed tot de inscheping. De beide  eskaders,  het  eene  van  
 Tsiun tscheu,  het andere van Ning po,  bereikten het  westelijke  Firando.  
 Maar de opperbeveihebber was geslorven en  vermits elk der beide  admi-  
 ralen  den  hoogsten  rang  begeerde,  geraakten  zij  in  twisl.  De  eenige-  
 onderneming  was  het  veroveren  eener  stad,  waar deoverwinnaars de  
 grootste  wreedheden  pleegden,  en al de inwoners over de kling jaagden  
 om een algemeenen  schrik te  verbreiden.  Na  deze  wandaad  twistten  zij  
 onderling  over  hetgeen  er  voorshands  te  doen  was,  toen  er  eensklaps  
 een  vreesselijke  orkaan  losbrak,  die de Armada  naar alle  rigtingen  ver- .  
 strooide. De Mongolen waren wel dappere strijders te land, maar met het  
 andere elemenl waren zij  niet bekend,  en  als de zeeziekle hen aantastte,  
 bleven  zij  hulpeloos  op  het  dek  liggen.  De  admiraals,  die zeer goede 
 23