
 
        
         
		naar  ’s vijands  kaap  terug, waar  hij,  benevens  zijne  medgezllen,  den  
 dood  onderging. 
 Nu  poogden  de  Chinezen  de  vesling  te  bombarderen  en  dreigden  
 met  bestorming.  Toen  verloor  Koyet  allen  moed,  sloeg  eene  kapitu-  
 latie  voor,  en  nadat  al  de  goederen  der verschillende personen  gepakt  
 en  ingeseheept  waren,  zeilde  hij  met  spoed  naar  Batavia  (1662).  Dit  
 was  bet  rampzalig  einde  der  bezitling,  die  van  zoo  grool  belang  kad  
 kunnen  worden. 
 Te  Batavia  gaf men  echter  de  lioop  nog niet op, om  Formosa weder  
 ibrmeel  te  beheerschen.  Een  Holländer,  met  name  Boreei,  ging  tot  
 dat  einde  naar  Pe  king,  sloot  een  verdedigend  verbond melde Tarla-  
 ren,  en  17  schepen  verloonden  zieh  nu  in  het  kanaal  van  Formosa,  
 om  Ko  ksing  van  Kim  mui,  in  de  nabijheid  van E mui,  te verdrijven,  
 De Tartaarsche generaal  beloofde de zeeroovers op het land aan te tasten,  
 terwijl  de  Holländers  hunne  jonken  in  den  grond  boorden.  Het laatste  
 geschiedde  ook  werkelijk;  maar  de  Man  tschureri  bleven  onbewegelijk  
 staan  en  wilden  hunnen  generaal  niet  volgen  tegen  de wanhopige zeeroovers. 
   Toen  werd  er  een  tweede  aanval  bepaald;  de  Hollandsche  
 kanonnen  deden  weder  'wonderen,  en  de  weinige  jonken,  die  nog  
 overig  bleven,  zeilden  zoo  snel  mogelijk  weg. Verontwaardigd over de  
 onverschilligheid  der  verbondenen  nam  de  Hollandsche  aanvoerder het  
 eiland  E  mui,  en  hield  zieh  daar  ook  een  tijd  lang  op. Maar Formosa  
 was het hoofddoel,  derwaarls kwamen ook de  vreemdelingen en hoopten  
 op  zeer  günstig  gevolg,  warft  Ko  ksing  was  in  den  slag  gesneuveld.  
 Hier  werden  zij  door  Tsching  king  mai,  den  zoon  van  den  gestorven  
 held,  zeer  dapper  ontvangen  en  konden  ondanks  langdurige  inspan-  
 ningen  niets  uitrigten.  De  oorlog  duurde  nog  eenige  jaren,  maar  toen  
 beide  partijen  daardoor benadeeld  werden,  sloot men  eindelijk vrede,  
 en  de  Holländers  gaven  voortaan  alle  hoop  op  om  weder  een  eiland  
 in  de  Chinesche  zee  te  bezilten. 
 Tsching  ke  san,  de  kl'einzoon  van  Ko  ksing,  verklaarde  zieh  thans  
 tot  onbeperkten  koning  van  Formosa.  Van  den oorlog  zijns vaders met  
 den  vorst  van  Fo  kien  hebben  wij  reeds  hierboven  gesproken;  de  ge-  
 volgen  dezer  onderneming  waren  magteloosheid, wantrouwen en ijver-  
 zucht.  —  Jao,  een  zeer  sluw  sladhouder,  welke  de  regering  in  die  
 provincie  overnam,  zond  een  rondgaanden’ brief,  waarin  hij  alle  in-  
 woners, die naar Formosa gevlugt waren,  opriep, om naar hun vaderland  
 terug  te  keeren.  Velen  gaven  gehoor  aan  deze  oproeping  en werden 
 in  hun  vaderland  welwillend  behandeld.  Dit  voorbeeld  vermeerderde  
 de  rijen  der  krijgslieden  dermate,  dat  de  jonge  koning  voor  zijne  
 heerschappij  begon  te  vreezen.  Op  eens  hoorde  hij,  dat  er eene be-  
 langrijke  vloot  in  de  Peseadores  was  aangekomen,  die zieh na grooten  
 tegenstand  van  deze  erfanden  had  meester  gemaakt.  Toen  werd  hij  
 beducht  voor  zijn leven;  in  zijne wanhoop  schreef hij  een’  ootmoedigen  
 briet  aan  den  keizer,  waarin  hij  zijn  gebied en  onderdanen aan zijne  
 voeten  leide.  De  taal  die  hij  in  dezen brief  voerde,  toonde  zijne vol-  
 slagen  moedeloosheid;  zonder  op  zijn  verzoek  acht  te  slaan, beloofde  
 Kang  hi  hem  vergiffenis,  wanneer  hij  hem  te  Pe  king  te voet wilde  
 vallen.  Maar  Tsching  ke  san  herinnerde  zieh  aan  het  lot  van  zijn’  
 overgroolvader,  en  draalde  zeer  lang  voordat  hij  in  dit  aanbod  wilde  
 toestemmen.  Maar  er  bestond  geen  uitweg;  de  keizer  wilde  alleen  
 onder  deze  voorwaarde  zijne  ouderwerping  aanneraen,  en  in  een  
 tegenovergesteld  geval  vijandelijk  aanvallen.  Dralen  baalte  niets,  en  
 alzoo  werd  het  kortelings  veroverde  eiland  (1683)  bij  het  Chinesche  
 Rijk  ingelijfd.  Het  gedrag  van  den  monarch  jegens  dezen  vorst  was  
 echter  zachtzinnig  en  welwillend;  hij  gaf  hem  een  goed  inkomen,  
 vergunde  hem  eene  kleine  hofhouding,  en  bewees  hem  eer  bij  alle  
 feestelijke  gelegenheden. 
 Tegen  het  einde  van  Kang  hi’s  regering  brak  er  een  hevig oproer  
 uit;  de  bezetting  werd  door'de  kolonisten  op  Formosa  bijkans  yer-  
 nield,  de  mandarijnen  vermoord  en  het  eiland  weder  vrij  verklaard.  
 Met  veel  bloedvergieten  behielden de Man  tschuren wel  de bovenhand,  
 maar  soortgelijke  tooneelen  hadden  bijkans  onder  elke  der  volgende  
 regeringen  plaats.  Het  bezit  van  dit  erfand  was  zeer  veel  waard,  
 want  het  leverde  rijst,  suiker,  hennep  en  kamfer  in  overvloed—  
 kostbare  voortbrengselen,  waarvan  het  eerste  aan  de  bewoners  der  
 provincie  Fo  kien met honderden jonken werd gezonden;  zonder dezen  
 toevoer  konden  zij  thans  hun  leven  niet  rekken/  het  tweede  vond  
 zeer  grooten  aftrek  in  het  noorden,  en  het laatste heeft de apolheken  
 van  geheel  Europa  voorzien.  De  voortbrengselen  van  den  grond  zijn  
 rijker  dan  die  van  eenig  ander  eiland  in  Azie,  niet  zoozeer  wegens  
 de  vruchtbaarheid,  dan  wel  door  de  vlijt  der  Chinesche  bebouwers.  
 Men  heeft  de  inwoners  naar  de  oostelijke  kust  verdrongen  en  hen  
 gewoonlijk zeer hardvochtig behandeld. Nog  leven zij van de herlenvangst  
 en  de bereiding der kamfer,  enhouden zieh in de gebergten  en  valleijen  
 o p , bij kleine troepen,  arm en ellendig,  zonder de minste beschaving. Of