
 
        
         
		V I K R D E   TI JDVAK. 
 VAN  DE  TIJDEN  DEE  TANG  TOT  DE  VERDRIJV1NG  DER  
 MONGOLEN  (618—1568). 
 e e s c H i E B E m s   d e r   o t i d d e m e e e w e i * . 
 EERSTE  AFDEELING. 
 d e   DYNASTIE  v a n   t a n g .   
 (618—907  na  Christus). 
 L.JueM ,en wy thans Kaotsu moeten  noemen, wasgeenszinsonbepe,  
 gebieder,  toen  bij  de  o.rkonde  van  afstand van Kongti  ontvangen ha  
 De  partijen  verweerden  zieh dapper; ieder meende gelijke aanspraak ,  
 «  ,e EebE,” , e„ de bcld  „„es! ee„ „or,„s  L ,   « 
 s l o n d ■  j   "J”   k'J"  '"'m -  Onder alle gevaren en  onlberingi 
 d Je „" Ä *   SChi ” in  he”  ■“  « 1  HÖ m “« “ 
 s ; d  f '   R * “ *  “   ! 'J“   »S«P«len m a a t a  hem ueoit overmoedi  
 Meu  belasterde  hem  metlemm  ten  höre,  en  «elf,  de iroottprins hon  h 
 ö o l  d“e t"  7 h   TerS" en’  da‘ Mj  “ “ ok  d e> rk sc h e  »lammen mengden » i8chr° i°n‘  d,eern0 »,etrri“jd ro m het op»pe“rg•,  
 rag,  slonden  dtkwijls  tegenorer elkander, ,1 „aarmate hunnebelangent 
 “ 'l”,'..;"  dlkwcrtals bondgenooten  groole rertroestit  
 gen  aan.  Emdelijk  werd  men  ran  hen  ontslogen, en Rao  t»„  hegon n  
 met  bmtengewone  rlijt  het  inwendig  besinne  des  land, te rege L. 1  
 p aats  ran  wetten  te  geren, wilde hlj  rieh eerst orer de godsdienst re, 
 hii  een- tem”  7 ” 7 7 "   “ rdie“ ‘ de' “ le  bouwd 
 gehaald  Z   T   ’  ”'a ,r ‘“   prieS" r b™  k»d  » " » 
 w a . l t   S  T   hel  b°e^^baIsmus,  en d.ar het duideliji 
 as,  daardoor rele bedelmonniken  te roorschijn  geroepen waren,  e, 
 nog  bovendien  de  huwelijken  verhinderd  werden,  besloot  het nieuwe  
 ministerie om  deze ketterij  te beletten. 
 Li schi min  verscheen  thans,  het  hoofd  met  iauweren  bekranst,  na  
 langdurige  ongemakken  in  het  veld  geleden te hebben,  ten  hove.  Zijne  
 beide  broeders,  waarvan  de  een  de erfgenaam des  troons was,  konden  
 hem  volstrekt niet verdragen, en daar hun van  alle kanten de roem  zijner  
 heldendaden  te  gemoet  klonk,  besloten  zij  hem  te  doen  vallen.  Bij  een  
 prächtig gastmaal,  waardebekers  duebtig  rondgingen,  ontbrak ook de  
 giftbeker  niet,  die  den  gelukkige  in  de  hartd werd gegeven. Hij  dronk  
 met vrolijk gebaar,  gevoelde  zieh  eensklaps  ongesteld,  werd weggedra-  
 gen,  kreeg  eene  bloedspuwing  en  zöu  waarschijnlijk  gestorven  zijn,  
 indien  zijn  krachlig  gestel  hem  niet  gered.  had.  Zoodra  de  vader  
 van  dezen  gruwelijken  aanslag op  het leven  zijns zoons  hoorde,  riep hij  
 hem tot zieh,  sprak  zeer  liefderijk met hem,  en  verklaarde hem  dat  hij  
 zieh  van  het  hof verwijderen  moest om  de vervolgingen  te ontgaan.  De  
 prins  was  daartoe  niet  te bewegen,  ofschoon  hem een  belangrijk  stad-  
 houderschap  was  aangeboden; want  hij  had  Kaotsu  lief.  Naauwelijks  
 hadden  zijne  broeders  des  keizers  plan  vernomen,  of  zij  maakten  hem  
 bevreesd  door  wenken  omtrent  waarschijnlijke  opstanden,  als  men  
 Schi min  zoo  veet magt  in  handen  gaf.  De  misleide  monarch  stelde  
 derhalve  den  tijd  van  vertrek  uit,  en  weldra  werden  de vreesselijkste  
 aanklagten  ingeleverd,  die  den  held als de doodstraf  waardig  voorstel-  
 den.  Toen  deze  zieh schriftelijk  verdedigen wilde,  werd zijn brief  door  
 een  trouweloos  officier te zoek  gemaakt.  Schi min,  ter  verantwoording  
 aan  het hof  ontboden,  ging door zijne  trouwe  officieren  vergezeld der-  
 waarts.  Op den  weg kwamen hem  zijne broeders  met  talrijke trawanten  
 te gemoet;  een  hunner school eene pijl op hem af,  die hij echter onlweek.  
 Maar  dit was het  sein,  om de  beleedigers aan te Vallen;  weldra  werden  
 zij van hunne paarden geschoten,  en toen  de soldatemin aantal bijeenlie-  
 pen,  loonde  een der aanwezigende hoofdenvande tweeprinsenengelastte  
 de  Soldaten zieh te  verwijderen.  Een der  aanvöerders bragt,  geheel ge-  
 harnast, met  eene  spies  in  de  hand,  den  keizer  berigt  van  het  voorge-  
 vallene.  De  prins  wierp  zieh  aan de voeten van den  monarch en vader,  
 en  deze schonk  hem  niet alleen vergiffenis,  maar  verontschuldigde  hem  
 zelfs, dat hij  geen deel gehad  had aan  den broedermoord. Daar het bewe-  
 zen  was,  dat de verslagenen  ongeoorloofden  omgang gehad  hadden met  
 de vrouwen  in  het  harem,  veroordeelde  Kao  tsu  met  meédoogenlooze  
 wreedheid. hunne  geheele  familie  terdood,  en  indien  niet een officief