
 
        
         
		• 
 nezen  als  der  vreenide  kooplieden.  Niemand  had  zulk  een’  blijvenden  
 indruk  op  de  mandarijnen  gemaakt,  niemand  begreep  zóó  j ui st  de  
 wederzijdsche  houding der vreemdelingen en Chinezen  legenover elkander, 
   en niemand wist zieh zoo  spoedig  uit  den  strik  te  redden,  als  hij.  
 Als  men  zijne  beschrijving  leest, denkt men dat zij honderd jaren later  
 is  opgesteld  door  een  practisch  schrijver,  die  alles  naauwkeurig  bij  
 ondervinding  wist.  De  uitkomst  was  toenmaals  dezelfde,  die  men  na  
 zoo  veel  bittere  teleurstellingen  en  na  eene  lange  reeks  van  jaren  als  
 de  eenig  ware  erkende.  Indien  anderen  het  gedrag  van Anson gevolgd  
 hadden,  dan  zou  men  zieh  van  vele  moeiten  ontslagen  en  tevens  den  
 handel  meer  veiligheid  versehaft  hebben.  Maar  het  was  de  algemeene  
 grondstelling,  dat men zieh door inschikkelijkheid en vleijerij het groolste  
 voordeel  kon  verwerven,  en  daaruit  ontstond  een  aantal  grove  mis-  
 bruiken,  die  met  knevelarijen  en  belangrijke afpersingen van den kant  
 der  Chinezen  eindigden,  en  dikwerf  den  handel  met  geheele  vernieli-  
 ging  bedreigden. 
 Een  zeker Engelschman, Flint,  die als knaap  te Canton was gekomen,  
 was  ervaren in  de Chinesche taal en had een uilvoerig geschrift aan  den  
 Huppo  (opzigter  van  het lolkantoor) overhandigd, waarin hij  al de klagten  
 opsomde, enal de onaangenaamheden, die de vreemdelingen te Canton  
 ondervonden,  met  de  levendigste  kleuren schilderde. Het antwoord op  
 dit  alles  was,  dat  men  den  berigtgever  in  de gevangenis moest zetten.  
 Het  bleef  echter  bij  de  bedreiging,  en  dáar  men  wel  inzag  dat  er  te  
 Canton  niets  te  winnen  was,  besloten  de  kooplieden  eindelijk,  ge-  
 noemden  Flint  naar  Tien  tsin  te  zenden,  om  daar  aan  het  hof  de  
 afschaffing aller misbruiken  te bewerken ,  en tevens den haudel  te Tschu  
 san  en  in  andere havens te openen. Men onlving dezen ondernemenden  
 man  zeer  beleefd,  las  bedaard  zijn  verzoek,  zond  hem  vervolgens  
 onverrigter  zake  over  land  terug,  en  zette  hem  nog  vijf  jaar  in  de  
 nabijheid van Macao in eene gevangenis. Tot een zoen voor de vermetelheid  
 der  barbaren,  werd  een  onschuldige  Chinees onthoofd,  en  de  plegtigsle  
 beluigingen  der  kooplieden  baatten  niet,  om  dezen  man,  die volstrekt  
 niets misdaan had, van den dood le redden. De keizer verklaarde  de klagten  
 voor nietig en leugentaal,  nadat  hij  over  elk  punt  berigt van den be-  
 klaagden zelven had ingewonnen. Zoo bleven de  zaken  een geruimen tijd,  
 maar het aantal  schepen,  die naar Canton kwamen, werd steeds grooter.  
 Ook  de  Denen  en  Zweden  maaklen  zieh  meester  van  den  handel,  en  
 uit  Indie  kwamen  zeer  aanzienlijke  ladingen.  De  overheid  zag  dus 
 weldra  in ,  dat  de  handel  ie ls  waard  w a s ,  en  de  mandarijnen  gingen  
 met  hunne  knevelarijen  juist  slechls  zoo  v e r ,  als  de  vreemdelingen  
 zulks  wilden  verdragen  ;  naderhand  gaven  zij  weder  iels  toe.  
 Gelijktijdig  ontslond  er  -een  vrij  aanmerkeiijke  sluikhandel,  die  zoo  
 stelselmatig  gedreven  w e rd ,  als  men  misschien  zelden  in  eenig  land  
 gezien  he e fl,  en  die  eene  der  bfjzondere  eigenaardigheden  van  het  
 verkeer  i s ,   waarover  vreefhdeliugen  met  a fsch uw sp r ek en ,  waartegen  
 de  regering  .gestrenge  bevelen  uitvaardigt,  en  waarop  alle  aanwezige  
 kooplieden  en  mandarijnen  begeerig  Staren. 
 Bij  al  deze  twisten,  verliezen,  kunstgrepen  en  ondernemingen  nam  
 het  verkeer  van  jaar  tot  jaar  toe,  en  men  zag  reeds  in  het  jaar  
 1782  op  1783  de  grootste  koopvaardijschepen  in  de  haven,  waarvan  
 bijna  de  helft  uit  Indië  gekomen  was.  De  Engelschen,  die  het  meest  
 te  verliezen  hadden,  zöchten  dus  zoo  veel  mogelijk  elke  botsing  te  
 vermijden;  de  mandarijnen  trotseerden  hen  dikwijls,  en  hoewel  er  
 bedreigingen  van  alle  soort  werden  uitgestoolen,  kwam  het  echter  
 nooit  tòt  openbaren  twist.  Onder  alle verbindlenissen is er geen vaster  
 dan  het  handelsverbond,  en  waar  dit  ontbreekt,  wprdt  dikwijls  het  
 heiligst  verdrag  zeer  spoedig  vergelen.  Men  was  het  nog  niet  eens  
 geworden  omtrent  dp  handelswetten,  er  had  nog  geene  verstandhou-  
 ding  lusschen  de  buitenlandscbe  en  Chinesche  regeringen  plaats,  en  
 toch  vormdeu  zieh  dezelfde  betrekkingen  alsof men  jaren lang met het  
 sluiten  van  traktaten  tot  dal  einde  bezig  geweest  was. 
 Toen  Kien  long  zijn  tachtigste  jaar  bereikt  had,  wilde  hij  nog.eens  
 aan  den  avond  zijner  dagen  al  de  heerlijkheid  der  keizerswaardig-  
 heid  genieten,  en  de afgevaardigden der Engelsche natie,  die  nog nooit  
 zijn  hof  bezocht  hadden,  om  zieh  zien.  Dit  wekte  de  eerste  gedachte  
 bij  de  Britsche  regering  op,  om  een  slalig  gezanlschap,  onder  lord  
 Macartney,  naar  Pe  king  te  zenden.  Dil  kwam  ook  werkelijk  in  Julij  
 1793  bij  den  mond  van  de  Pe  ho  aan.  Daar  werden  de  buitenlanders  
 met  groote  defligheid  ontvangen,  noglans  kon  men  niet  nalaten  den  
 gezant  met  den  naam  van  schattingbrengende  te  bestempeleu.  Rijk  
 beladen  met  geschenken  kwam  de  lord,  benevens  zijn  gevolg,  in  de  
 nabijheid  van  Pe  king.  De  keizer  was  intusschen  reeds  lang  naar  zijn  
 zomerverblijf  Je  hol  vertokken;  dus  moest  de  stoel  zieh  derwaarts  
 begeven.  De slreek, waar längs  de Engelschen trokken,  was slechls met  
 armoedige  hutten  bebouwd.  Maar  Rien  long  wachlle  ben  le  Je  h ol,  
 en  onlving  Macartney  en  zijn  gezelschap  met  veel eerbewijzen. Op zijn 
 16 ti.