
LONG K ING, IN DE WALHALLA MO TSONG GEHEETEN.
(1567—1572.)
Deze jonge prins, een zoon van den vorigen monarch, stelde ter-
stond bij zijne troonsbeklimming*alle gevangenen in vrijheid, die zijn
vader wegens bet berispen zijner regering in den kerker had gewor-
pen. Nu werd er menige stem gehoord, die den goedhartigen regent
met de grootste achting en dankbaarheid prees; het scheen dat de natie
eene blijde toekomst te gexnoel ging. De censor, die zijn voorganger
door zijne vrijraoedige taal over kamerlingen en bijwijven zoo diep
beleedigd,* en lang in de gevangenis gezucht had, werd niet alleen
vrijgelaten, maar ook als een regtschapen man tot zeer hooge eere-
posten verheven; want hij kende geen aanzien des persoons, en werkte
met groote bedrevenheid de schreeuwendste misbruiken tegen.
De Tartaren deden nieuwe invallen. In plaats van lien nog meer te
tergen, stond Long king, een zeer verständig jongeling, de paarden-
markt toe, onlving de hulde van den gevreesden Jen ta en bewerkte
door schranderheld, wat de langdurigste veldtoglen en het vreesselijkst
bloedvergieten niet tot stand konden brengen.
Long king was bij al wat hij verrigtte weldadig, altijd bereid om
leed te verzachten en geluk rondom zieh te verbreiden, een regte
vader des volks en een uitmuntend regent. Doch de Allerhoogste wilde
hem niet langer in het bezit der alleenheerschappij laten; hij stierf
zeer vroeg (1572), eneen zoon van tien jaren werd zijn opvolger. Het
verlies voor China was onherstelbaar en nog lang daarna herinnerde
men zieh aan den grootmoedigen, voortreffelijken keizer, die zoo kort
voor het heil des vaderlands geleefd had.
Wanneer wij een blik terug werpen op de geschiedenis van Europa,
gedurende de regering dezer negen keizers, dan slaan wij verbaasd over de
omwenteling, die däar tot stand werd gebragt, waarvan de nieuwe geschiedenis
nog nooit de wederga gezien heeft, en hoe het grootste lijdpunt der
wereldgeschiedenis door schijnbaar geringe gebeurtenissen veroorzaakt
werd. Wie zou bij de eerste-aanwending van het kompas het overwigl der
westerlingen over alle werelddeelen hebben kunnen voorspellen? Wie de
oneindige gevolgen van de uilvinding der boekdrukkunst ook slechts
eenigzins vermoeden? Wie eindelijk aan het vernielend buskruid eene
kracht toekennen die de geheele aarde door omwenteling van gedaante
doet veränderen ? Welk eene vlugt verkreeg de lang in keteuep gebonden
menschelijke geest door de hervorming? Uit den langen slaap van
vormen en bijgeloof opgewekt tot een bovenaardsch streven, zijnen
God en Heiland wederom zoekende, gevoelde de mensch zijn’ gödde-
lijken oorsprong en leerde naar bei hemelsch vadcrland de reis te
volbrengen. Grooter werd thans zij«e kracht in wereldsche zaken;
inwendige kracht tot handelen zoo wel als aardsche magt werden
den rein geloovigen door den God der eeuwige wijsheid toebetrouwd.
Maar terwijl het licht door de duistere wolken van een’ nog duisteren
nacht in het westen lieenbrak, verbreidde zieh weder, naar het on-
herroepelijk bevel des Almagtigen, de ruwste barbaarschheid over den
bodem van het Bizantijnsche keizerrijk. In het westen daarentegen
was alles kracht en leven, en de laatste sporen van het Mohammedanismus
werden weldra in Spanje uilgeroeid. Van daar en uit het kleine
Portugal verbreidde zieh de onuildoofbare zucht om alle onbekende
landen der aarde aan den schepter der beide kroonen te onderwerpen,
en groot waren de gevolgen van zulk 6ene avonluurlijke onderneming,
waarbij Alexanders togt naar den Indus in vergelijking nog onbedui-
dend schijnt. — Dit was de tijd der ontwikkeling van Europa’s man-
nelijke kracht, die zieh steeds verder uilbreidde , totdat ook de
Germaansche volksstammen het rijkste aandeel daarvan verkregen, en
weldra de magtigste menschensoort der aarde werden. Wonderbaar
is de beschikking Gods, magtig het ingrijpen der Voorzienigheid; alles
wordt op een punt heengeleid, de verheerlijking des Heilands ,‘waarin
het eindoogmerk van het heelal zijne oplossing vindt.
DERDE HOOFDSTUK.
WAN L I , IN D E WALHALLA GENAAMD SCHIN TSONG.
(1573—1619).
tMen had nog geene schikkingen gemaakt tot de krooning , toen
Jen ta , verblijd over de vroeger gesloten verdragen, een aantal uit-
gezochte paarden aan Long king zond. Doch deze had reeds de reis
naar de eeuwigheid gedaan en de wereldsche goederen niet meer noodig.
Weldra had men weder twist met de Tartaren. Jen ta wierp zich op