
troepen tot ontzet van de residentie op te eischen. Deze kwamen ten
laalste, toen men nog met onderhandelen over de vredesvoorwaarden
bezig was. Nu kwam het tot onderscheiden gevechten, waarin de Mongolen
te kort schoten, die eindelijk genoodzaäkt werden zieh met vrees
en schrik naar de woestijnen te verwijderen. Hier vond de Khan den
keizer in zijne tent, zeer onbezorgd. over hetgeen er geschied was;
om hem een bewijs van hoogachting, zelfs in zijn ongeluk, te geven,
liet hij een paard slagten en verdeelen. Toen smulde Jing tsong op
Tartaarsche wijze, maar vergat tevens niet eene vcouw, de gemalin
van een opperhoofd, tot zijne belangen over te halen. Ongelukkig
was er in het kamp van Je sien een kamerling, die alle mogelijke
listen bezigde, om den val zijns gevangen meesters te bespoedigen.
Maar de vorst ontdekte de kabalen, en toen de hoveling dringend
verlangde naar de residentie terug te keeren, gaf de prins hem een’
brief mede, waarin hij den bevelhebber eener vesting verzocht den
verrader geboeid naar de hoofdstad te zenden. Hierop was de ■ kamerling
niet verdacht. Hij ging dus, vervuld van zijne hooge bestem-
ming, naar de aangewezen stad en werd er vriendelijk ontvangen;
maar weldra werd hij geketend, en als staatsmisdadiger te Peking ter
dood gehragt. Je sien was hierover zoo gebelgd, dat hij terstond den
oorlog verklaarde. Daar evenwel beide partijen uitgeput waren, en
niemand bloed vergieten wilde, zond men elkander wederkeerig ge-
zantschappen en liet het bij onderhandelingen over Jing tsong’s terug-
komst blijven.
King tai had tot dusver den hoogen raad laten besturen; maar
eindelijk meende hij zieh geregtigd, om zijne klagten over de weifelende
staalkunde van het ministerie openlijk te uiten. Daardoor
werden de staatslieden zeer beleedigd; om hem bitter te krenken,
verordenden zij, dat, zoodra Jing tsong uit Tartarije teruggekeerd
was, hij even als le voren regeren moest.
Ten gevolge dezer uitspraak vervoegden zieh twee schrandere Oflicieren
in het kamp der Tartaren. Daar vonden zij den keizer in eene vilten
tent en in zulk een trenrigen toestand, dat zij bittere tränen storlten,
en in hun voornemen, om hem uit de verlegenheid te redden, nog
meer versterbt werden. De moed van den gevangene was ook reeds
gezonken; vruchteloos had hij gehoopt; beloflen en wenschen hieven
alle onvervuld. Maar Je sien toonde zieh thans veel geneigder
om zijn gevangene vrij te laten, en onderhandelde op wat wijze hij
ontvangen en afgehaald moest worden. Daarover waren de gevoelens
zeer verschillend. Eindelijk werd een der Chinesche ministers zelf
naar de woestijn gezonden, om deze gewigtige zaak le behandelen. Deze
man was wèl ter taal, sprak geheel naar het hart van den Khan
— want hij kende zijne zwakheden — en bewerkte de oogenblikkelijke
bevrijding van Jing tsong. Nadat men prächtige maaltijden bij zijn
afscheid had aangerigt, verzelden SOO Mongoolsche ruiters den keizer
tot aan de grenzen, en de vriend van den Khan, die hem altijd ge-
trouw was gebleven, nam een aandoenlijk afscheid. Maar bij de intrede
in zijn eigen land was Jing tsong' verbaasd, dat hij overal bij de man-
darijneu groote koelheid bespeurde. Hoezeer het volk bij de aankomst
van den lang ontbeerden monarch juichte, was de regering hoogst
onverschillig, en gedroeg zieh alsof de keizer nog duizende mijlen
verwijderd was. Eer het département de plegligheden bepaald had tot
zijne onlvangst, was de monarch reeds voor de poorten der hoofdstad.
Dââr verzocht hij van aile eerbewijzen verschoond te blijven en
verzekerde aan al de hovelingen, dat hij onwaardig was den troon,
dien hij onteerd had, weder te beklimmen. Bij deze nederiglieid
bleef hij volharden , en toen hij zijn breeder zag en de eerste oogenblikken
van de verrukking des wederziens voorbij waren, deed hij
dezelfde verklaring. Zoo leefde hij nu bedaard en tevreden in een abgelegen
paleis en bekommerde zieh verder niet om slaatszaken.
King tai was er thans ernstig op bedacht om.zijn zoon tot kroonprins
te verklären; hij betreurde zeer, dat noch het hof noch het
volk hunne toestemming daartoe wilden geven. De keizer behandelde
eenigen der Grooten met norsche bitsheid, hetgeen van hunne zijde
een verbond bewerkte om hem van den troon te stooten. Na zieh de
goedkeuring der keizerin-moeder tot herstelling van Jing tsong ver-
worven te hebben, gingen zij te middernacht naar zijn kasteel en
kondigden hem het bevel tot zijne verheifing aan. Jing tsong was zeer
aangedaan, en verzekerde, dat hij zulk een opontbod moest volgen.
Met een aantal lijfwachten snelde men nu naar het paleis, waar King
tai in diepen slaap gezonken lag, want hij was reeds geruimen tijd
ziek geweest. Toen hij bemerkte, dat de overmagt aan de zijde
zijns breeders was, bleef hij bij zijn besluit om vrijwillig afstand te
doen, en deze omwenteling werd geheel zonder bloedvergieten tot
stand gebragt.