
door afpersing schadeloos te stellen voor de sommen, welke zij uitgelegd
liadden oin die te verkrijgen. Hel belang der regering werd door hen
voorbijgezien, en de ontevredenheid algemeen.
Door een keizerlijk bevel zijn ook de inijnen, die gedurende eeuwen
gesloten waren, geopend, ten einde in de behoeflen van het volk te
voorzien, en wenschelijk wäre het dat eenige der weslersche verbete-
ringen in den bergbouw werden ingevoerd, opdat inen met die kostbare
inelalen winstkonde doen. Men iser echter te veel aan de oude wijze van
werken verslaafd , en heeft zulke groote zwarigheden ontmoet, dat velen
er van terugdeinzen. De uilersle zuinigheid heeft het echter onmogelijk
gemaakt, om aan de mandarijnen hun traktement geregeld te betalen.
Zij zijn daardoor genoodzaakt geweest, in hunne eigene behoeften te
voorzien, en dikwijls middelen te gebruiken die tot schade van de
regering slrekten. De Staat kan zulke misbruiken niet tegengaan, omdat
hijzelf de oorzaak daarvan is. Geene builengewone hulpmiddelen staan
hem ter dienst, en er kan geen leger in geval van opstand verzameld
worden, omdat hem daartoe de middelen onlbreken; wanneer roovers
en talrijke benden bet land doorkruisen, is het gouvernement buiten
Staat ben door Soldaten te bedwingen, zoodat de hulp van het volk
moet worden ingeroepen, om hen te verdelgen.
Op deze wijze heeft de natie bare eigene kracht leeren kennen, in
het algemeen heeft men leeren inzien, dat de regering in tijd van
gevaar afhankelijk is van de medewerking des volks, tot nog toe
kende het volk slechts zijne pligten, nu wil het ook zijne regten
weten. Een smeekschrift desaangaande aan den keizer in 48-49 uit het
zuiden toegCzonden, onlving van Zijne Majesteit len antwoord: «dat de
wil des volks de wil van den hemel is.» Deze körte uitspraak heeft
eenen ongemeenen invloed uitgeoefend, waardoor de denkbeeiden van
zelfstandige vrijheid zigtbaar opgewekt werden. Verscheidene sieden
hebben uit haar midden municipale autoriteiten gekozen, ten einde
hunne belangen te beharligen. Geene maalregelen van het gouverne-
ment worden er uitgevoerd alvorens deze mannen (die gewoonlijk de
oudsten en bekwaamsten hunner medeburgers zijn) daartoe hunne
toestemming hebben gegeven. Van tijd tot tijd kanten zij zieh openlijk
legen de wetten der mandarijnen, roepen het volk te zamen en dreigen
met wraak indien de ambtenaren op het uitvoeren blijven aandringen.
Dit heeft reeds aanleiding tot verschrikkelijke tooneelen gegeven , en de
partij van het volk heeft in ieder geval gezegepraald. Daardoor zijn de
vertegenwoordigers van het volk nog stoutmoediger geworden, waardoor
tusschen de partij van de natie en van de regering eene openlijke
vijandschap is ontstaan. Dit is evenwel niet overal het geval geweest,
in sommige streken zijn de beroepsbezigheden van het volk van dien
aard geweest, dat zij daaraan hun geheelen tijd en aandachl moeslen
besteden, en daardoor verhinderd werden zieh met de Staatkunde bezig
te houden. Dezelfde geest schijut te Pe king en in alle provincies de
heerschende te zijn, en de oorzaken tot opstand zijn derhalve zeer
menigvuldig.
Alhoewel het bovengezegde beschouwd moet worden als aanduidende
den dag der vrijheid die er over China zal opgaan, kan men tevens
niet onlkennen dat er veel kwaads met deze beginselen gepaard gaal,
lietwelk oproermakers gebruiken als voorwendsel om het gemeen aan
te hitsen, de goede burgers te verdrukken, en de eilende algemeen
te maken. De slechtsle menschen hebben zieh aan het hoofd dezer
beweging gesteld, het volk genoodzaakt groote sommen te betalen,
door bedreigingen en onderdrukkingen hebben zij de menschen sebroom-
vallig gemaakt, en dus in menigvuldige gevallen geheelenal het beheer
der zaken ten nadeele van hunne medeburgers op zieh genomen. In
plaats van eene redelijke vrijheid, van welke de Chinees geen begrip
heeft, en welke hij zelfs niet bij name kent, mag men wel eene alge-
meene wanorde duchten, indien deze geest niet ter regier tijd gewij-
zigd wordl. Wij moeten in dezen niets voorspellen, maar den Heer der
wereld smeeken, dat Hij in Zijne groote goederlierenheid dit groote
volk voor regeringloosheid beware, want eens aan zichzelven over-
gelaten zal het teugelloos naar zijn ondergang voorthollen.
In zijne uitwendige betrekkingen heeft China met al de nabij liggende
rijken steeds den vrede bewaard. Eene uitzondering maakt de vorst
vanKundoz, die in 1816, om versehillende redenen Kaschgar belegerde.
De strijd duurde niet lang en de keizer uit ondervinding geleerd hebbende
dat dergelijke oorlogen thans zoowel als vroeger uit verdrukking van
den handel waren ontstaan, heeft oogenblikkelijk bevel gegeven dat er
in het drijven van denzelven voortaan in de westersche gewesten geheele
vrijheid zoude verleend worden; te dien einde heeft Zijne Majesteit
alle tollen afgeschaft.
Tao kuang zit nu sedert 30 jaren op den troon , en is zoo oud en
afgeleefd dal men dagelijks zijnen dood verwacht. Zijn opvolger is
nog niet benoemd, en de Chinesche partij welke in hären keizer een