
ambrozijn. l)e prieslcrs, die in ingewijden, dat bctcckcnt ongehuwden,
en in omlerhoorigeu verdeeld worden, sprekcn veel over de vuurgoden,
en op zekere tijden loopen hunne vereerders blootsvoets op gloeijende
kolen, om hunne tooverkracht over alle elementen aan den dag te
leggen. Bij zulke gelegenheden ziet men dikwijls menschen schier ver-
brand ter aarde liggen, die nog onder de hevigsle pijnen de groothcid
van den vuurgod erkennen.
Hoe gelukkig is het AVesleu, dat dààr noch de natuurgodsdiensl van
Kong fu tse, noch het mysticismus van Lao tse erkend wordt. Mon
kan zieh dàn eerst een denkbeeld vormen van de weldaden des Christendoms
en zijner heilige waarheden, wanneer men de bcklagenswaar-
dige naaktheid van het heidendom gezien heeft. Ruwheid, verwildering,
gewetenloosheid en allerlei gruwelen vindt men ook daar niettegen-
staande zijue grootste volmaaktheid, terwijl de adem des Reuwigen zijne
ware aanbidders vervult en de liefde van Christus tot alle goede werken
dringt.
Even als- in het menschelijk leven zijn er ook in de geschiedenis
van alle Volkeren der aarde tijdperken, waarin de ontwikkeling van '
het geheel voor de toekomst met rassche schreden voorwaarts snelt,
eh de gebeurtenissen van eeuwen binnen weinige jaren worden zamen-
gedrongen. Ook in een staatkundig opzigt had Kong fu tse zijns gelijken
in het verwijderde westen, ' te weten in Lycurgus en Solon, de eersle
vöör, de laatste gelijktijdig met den wetgever der Chinczen levend.
Alles ging bij bet volk, door de genoemde mannen tot behoorlijke
siaten gevormd, met spoed voorwaarts, alieen mist men bij de hooge
vlugt van den menschelijken geest dien grondslag van volharding,
welke ouder de landgenooten van den Chineschen wijze gemakkelijk
kon gelegd worden. Oorlog en schoone kunslen waren innig Verbünden
met het leven en denken der Grieken, die zieh thans schielijk onl-
wikkelden ; lerwijl de Chinezen alieen het nuttige en ononlbeerlijke
hoogachtlen en zieh als aan de aarde vastgeworteld dachten. ^ In
andere landen grepen schier gelijktijdig groote gebeurtenissen plaals.
AVie denkt niet aan Babylons val, aan de vernietiging der koningrijken
van Juda en Israël, de gedeeltelijke herslelling van het eerste onder
den krachligen Cyrus, de toenemende magt van het Perzische rijk en
den val van het Lydische? Wie herinnert zieh niet de afschaffing der
koninklijke waardigbeid te Rome? En wanneer men den blik terug-
werpt op die tijden, en daarbij de groote gevolgen gadeslaat, die zieh
spoedig daarna vcrtoonderi, dan moet men juist deze als een der
groolsle epoquen van de oude geschiedenis beschouwen.
Ilet burgerlijk leven in China werd geenszins verbeterd, toen King
wang (884) den troon beklom. Zijn eigen broeder trok legen hem
te velde, doch werd leruggeslagen, en alzoo de vrede in het regerende
huis bewaard. De koning wenschte schatten te vergaderen; daarom
lict bij eene nieuwe munt slaan, die zeer veel tegenkanling vond, omdat
zij slechter was dan de oude. De vorsten des Iands streefden, als naar
gewoonle, slechts om hunne naburen te berooven; doch de hertog
van Wu, die het bewaken der geroofde schatten aan zijne lijfwacht
toevertrouwde, betaalde deze vernedering van de getrouwen, die slechts
zijn eigen persoon wilden beschermen, met zijn leven. Men hield
verscheidene rijksdagen, waarop de magtige leenmannen zieh den
koningslitel wilden toeeigenen, en daarover in grooten twist geraakten,
die alieen door bloedvergieten kon bestecht worden. Ongelukkiger-
wijze stierf ook de troonopvolger, en King wang, die zijn oudsten
zoon de voorkeur gaf, was voornemens om hem, die den tweeden
aan de kroon wilde helpen, te dooden. Doch onder het beramen van
dit plan kwam de koning te overlijden, en nu ontstond er een vrees-
selijke oorlog over de troonsopvolging, die na vele veldslagen met
den sluipmoord van den regtmatigen prins eindigde. King (deze naam,
hoewel gelijkluidend met den voorgaanden, wordt in het Chineesch
anders geschreven) zag zieh eindelijk in bezit van de hoofdstad, wer-
waarts de weg met bloed besproeid was, spoedig had hij op nieuw
tegen een opstandeling te strijden, en moest de vlugt nemen. Te
midden van deze oproerige tijden reisde Kong fu tse met zijne aan-
hangers rond. Eens tot het uiterste gedreven, toen zijne bewonderaars
bijkäns van honger stierven, was hij vrolijk van gemoed en vermaakte ‘
allen met de muzijk, waarin hij een meester was. De groote eerbe-
wijzen, die hij van eenen kant ontving, wekten den nijd op, en zoo
groot was de vijandschap, dat twee magtigen onder de grooten hem
eens met Soldaten tusschen de rotsen ingesloten hielden. Zijne stand-
vastigheid wekte bewondering, en zijne vrienden werden met liefde
en achting voor hunnen leeraar vervuld. Zoo kon hij ook weder met
roem een ambt bekleeden, dat hem gelegenheid bood zieh voornamelijk
aan zijne lievelingstaak, het gestreng in acht nemen der ceremonien, toe
te wijden. Toen de grijpvogel, niettegenstaande de ongunstige tijden,
eens verscheen, weende de wijze 5 want tot zulk een roem beschouwde