
 
        
         
		om  de kinderen,  die door de onbarmhartige ouders waren weggeworpen,  
 te  doopen;  want  volgens  liet beslnit van de kerkvergadering te Trente,  
 kende  men  dezen  kleinen,  als  zij  spoedig  na  den  doop  stierven,  het  
 hemelrijk  toe.  Maar  deze  ijver,  die  voor  de  Chinezen  onbegrijpelijk  
 was,  gaf  dikwijls  aanleiding  tot  zeer  bedroevende  tooneelen,  want  de  
 lieden  dachten  dat  zij  tooverij  bedrijven  wilden  en  daardoor  kwamen  
 hunne  katecheten,  die  daarmede  belast  waren,  in  groot  gevaar.  Wei  
 gaf  dit  weder  aanleiding  lot  hernieuwing  van  het  verbod  tegen  het  
 aannemen  der  godsdienst  (1735),  maar  nogtans  nam  het  getal  der  
 priesters  en  monniken  toe,  die  hunne  gemeenlen  zochlen  te  redden  
 om  niet  tot  het  heidendom  te  vervallen. 
 De  koning  van  Portugal;  die  van  de  veelvuldige  vervolgingen  der  
 Christenen  gehoord  had,  en  nu  nog  vernam,  dat  de  Chinesche  rege-  
 ring  den  handel  van  Macao  tot  25  schepen  beperken  wilde,  meende  
 dat  het  hoog  tijd  was  door  een  prächtig  gezantschap  alle hindernissen  
 zoowel  van  de  godsdienst  als  van  het  verkeer  uit  den weg  te  ruimen.  
 Tot  dit  oogmerk  koos men  een aanzienlijk heer,  Don Alexander Melello,  
 Souza  y  Menezes,  een  deftig,  ernstig  man,  die  nä  zijne  komst  te  
 Macao  tot  voorwaarde  maakte,  om  niet  als  schatpligtige,  gelijk  ge-  
 woonlijk  de  gezanten  van  andere  hoven,  te  versehijnen. Een Portuge-  
 sche  zendeling,  Magelhaens,  dien  Kang  hi  kort  te  voren  naar  Europa  
 gezonden  had,  kwam  eerst  in  de  hoofdstad,  om  den  keizer  op  het  
 gezantschap  voor  te  bereiden.  Doch  daar  men  vermoedde,  dat Metello  
 zieh  over  de  behandeling  der  Christenen  beklagen zou, wenschte Jong  
 tsching  eerst  de  oorzaak  uit  te  vorschen,  die  dezen  Grooten  naar  Pe  
 king  gebragt  had.  Eindelijk  kwam  de  Don  zelf,  en deed zijnen statigen  
 en prächtigen  intogt  te  Pe  king,  gelijk  men  het  däär  nog nooit gezien  
 had.  Om  een  denkbeeld  te  geven  van  de  grootheid  zijns  meeslers,  
 strooide  hij  met  voile  handen  het  geld  längs  den  weg.  Nu  onlhaalde  
 men  hem  rijkelijk,  de  Grooten  des  lands  kwamen  om  hem  hunne op-  
 wachling  te  maken;  toen  hij  echter  eenige  ceremonien,  die  bij  de  
 audienlie  vereisclit  werden,  niet  wilde  verriglen,  schold  de  keizer de  
 zendelingen  duchtig  uit,  omdat  zij  hem  als  vreemdeling  verkeerde  
 begrippen  hadden ingeboezemd. Dit geschil werd nogtans spoedig weder  
 bijgelegd,  en  nu  kwam  Metello  eindelijk  voor  den  vorst,  die  hem  
 met  de  grootste  minzaamheid  ontving,  zieh  veel  met hem  bezig hield,  
 maar  allijd  een  gesprek  over  zaken  van  gewigl  ontweek.  Wat de Chinezen  
 slechts  konden  uitdenken  om  genoegen  te  verschaffen,  werd 
 den  vreemdeling  aangedaan;  maar  het  oogmerk  van  zijn  bezoek  ler  
 sprake  te  brengen  was  hem  onmogelijk.  Nadat  hij  nu  den  keizer  in  
 zijne  lusthoven  bezocht,  dikwijls  op  de  kanalen  in bet rond gevaren,  
 muziek  gehoord ,  de  genadigste  woorden  der keizerlijke welwillendheid  
 ontvangen had, kreeg Metello eindelijk zijn afscheidsgehoor.  Jo«g tsching  
 reikte  hem  bij  deze  gelegenheid  zelf  een  gouden  beker  met  wijn  toe,  
 gaf  hem  een  kostbaren  maallijd  en  daarenboven  een  aantal  koffers  
 opgevuld  met  geschenken.  Maar  dil  was  alles;  men  maakte  met  geen  
 enkel  woord  gewag  van  den  handel  en  het  Kalholicismus,  en liet den  
 gezant  onverrigter  zake  in  ’t  gezelschap  van  hooge  mandarijnen  zijns  
 weegs  trekken.  De  wenseh  van den monarch was op die wijze vervuld;  
 hij  wilde  den  gezant  geen reden tot klagten geven en toch het geringste  
 verzoek  niet  toestaan.  Onder  alle  aanzieulijken  die  ooit  het  hof  be-  
 zochten,  had  niemand  zulk  eene  eer  genoten  als Metello,  en zoo  bleef  
 hem  dan  de  troost  over,  dat  hij  de  waardigheid  der  kroon  van  Portugal  
 in  dat  verwijderd  land  krachtdadig  had  opgehouden. 
 Op  het  einde  van  Kang hi’s regering was  de stand van het Chinesche  
 rijk  tegenover  het  Russische  zeer  onvoordeelig;  indien de potentaten  
 van  deze  beide  landen geen  onnoemelijke  bezwaren  hadden gevonden,  
 zou  hun  twist  door  het  zwaard  beslecht  geworden  zijn.  Maar  groole  
 woeslijnen en hindernissen zonder eind, maakten beide parlijen geneigd  
 den  weg  der  onderhandeling  te  verkiezen. Wel had elk zeer regtmalige  
 klagten.  De  Russen  hadden verscheiden Mongoolsche stammen aan zieh  
 gelrokken,  en  loen  de  keizer  de  uitlevering  dezer  nomaden  eischte,  
 sloeg  men  geen  acht  op  zijn  bevel.  Daarbij  hadden  zieh  de  Russische  
 karavanen  zeer  meesterachtig  gedragen,  en met de Chinezen zoowel op  
 reis  als  te  Pe  king  twist  gezöcht.  De  Chinesche  regering  had  van  
 hären  kant  haar best gedaan,  om  den handel te benadeelen en den Russischen  
 agent  op  alle  mogelijke  wijze  te  krenken.  Het  was  dus  te  
 vreezen,  dat  het  verkeer  binnen  kort  geheel  zou ophouden, waardoor  
 beide  naties  groot  verlies  zouden  geleden  hebben.  Daarom  kwam  de  
 graaf  Vladislawitsch  naar Pe  king (1728), en toonde zeer groote schran-  
 derheid  in  de  onderhandelingen.  In  plaats  van gelijk de Portugees zieh  
 in te laten met het in  acht  nemen  der  gebruiken,  beperkte  hij  al  zijne  
 pogingen  tot  de  verlevendiging  van  den  handel  en  de betere versland-  
 houding  met  de  regering.  —i Daar er omstreeks 500 man uit de vesting  
 Albazin  als  gevangenen  naar  Pe  king  gebragt  waren,  vergunden  de  
 Chinezen  eertijds,  dat  er  een  priesler  oit  Siberie  naar  de  hoofdstad