
ven. Deze verzekering werd zoo dikwijls herhaald, dat de magligste
Mongoolsche vorst, Sa tschar,- eindelijk op de gedachte kwam, om de
niagt zijner voorvaderen op de puinhoopen van het rijk der Man
tscliuren te hersteilen. Dit gevoelen deelde hij aan de andere lioof-
den inede, en allen die aan het Chinesche hof geweest waren,
hielden zieh verzekerd dat dit iets zeer gemakkelijks was. Men maakle
dus een groot verbond en wachtte den tijd af dat men de Tarlaren
onvoorziens zou kunnen overvallen. De onderneming was grootsch, de
te behalen buit onmetelijk, en de uitgehongerde Mongolen hadden niets
anders in hunne woeslijnen te doen dan uit te zien naar roof. Sa tschar
werd dus als een vriend des vaderlands besehouwd, wien zij bereid
waren op leven en dood in alle gevaren te volgen.
Hoe geheim men ook was te werk gegaan vnqt, Kang hi was echter van
den geheelen aanslag naauwkeurig ©nderrigt. Nog ontbraken er eenige
maanden, eer het tot eene uitbarsting komen moest, want de liorden
inoesten uit de afgelegenste plaatsen der woeslijn bijeengeroepen worden
, toen de keizer reeds lieimelijk een zeer aanzienlijk leger mel de
meeste stilte uit Liao tong de woeslijn liet binnenrukken. Sa tschar
was niet verdacht op zulk eenfc kloekmoedjgheid, maar waagde niettemin
een slag tegen de Man tschurene Dezen hadden hun leger met een ge-
deelte der bezetting van Pe king vermeerderd en behaalden eene vol-
ledige overwinning op de onruststokers, Sa tschar zelf werd met zijne
geheele familie gevangen genomen en bekende zijne vermetele plannen.
Kang hi schreef vervolgens aan de opperhoofden van al de horden,
die zieh met de oproerlingen verbonden hadden, toonde dat hij hun
voornemen zeer wel kende, en kondigde hun tevens eene geheele
amnestie aan met de waarschuwing dat, wanneer zoo iets weder ge-
beurde, hij de vreesselijksle wraak zoude nemen. Daarmede was deze
opstand geeindigd en de Mongolen sidderden in de afgelegenste woes-
tijnen voor de hand van een zoo krachtvollen keizer.
Met Wu san kuei hadden zieh de onderkoningen van Canton en Fo
kien en de zoon van Ko ksing verbonden; de laatste was kort geleden
gestorven, Tsching tsching wai had zieh terstond voor den laatsten
afstammeling uit het huis der Ming verklaard. Indien deze drie hunne
strijdkrachten met ernst vereenigd hadden, dan zouden de Tartaren
weldra uit China verdreven geworden zijn. Maar zij waren alle drie
kleingeestig en hielden zieh met bijzaken op, terwijl de gewigtigste
aangelegenheden van den Staat en hunne eigene vrijheid verloren gingen.
De koning van Formosa en de sladhouder van Fo kien gcraakten
weldra in een zeer ernstigen strijd over hunneu voorrang. Daar dit
zieh niet door brieven liet uitmaken, onlmoetten elkander beider vloten,
die bestemd waren om een aanva! te doen op de Tartaren, en het
leger van Fo kien onderging in drie beslissende slagen eene volstrekle
nederlaag. Daardoor werd beider zeemagt vernietigd , want het verlies
der overwinnaars was ook zeer aanmerkelijk, en niemand ondernam iets
tegen den gemeenschappelijken vijand. Eindelijk hoorde de onderkoning
van het alanrukken der Tartaren, die hij zeer gemakkelijk in de naauwe
bergpassen zou hebben kunnen ophouden, maar er was geen enkel
soldaat onder de wapenen. Daar de Man tseburen nu sleeds nader en
nader kwamen, beval hij al zijne onderhoorigen hun slaart weder te
laten groeijen,ten hijzelf onderwierp zieh aan de kruinschering. Toen
nu de vijand te Fu tscheu gekomen was, onderwierp hij zieh en werd
door den generaal in zijne vorige eereposten hersleld. Men liet echter
te gelijk eene aanzienlijke bezetting in de hoofdslad; de aanvoerder
dier bezetting deelde het oppergezag met den stadhouder, wien het
bevel over de troepen geheel ontnomen werd. Te laat had de eer-
zuchtige man berouw dat hij zieh door ijdelen waan weder in de
handen der Tartaren had laten lokken, ja, het wras reeds te laat.
Toen dit voorviel had de stadhouder van Canton gelijklijdig een
zeer belangrijk leger aan Wu san kuei ter hulp gezonden. Daar het
leger de overwinning behaalde, twislle hij met den nieuwen alleenheerscher
over den eerepost dien hij aan zijn hofbekleeden moest. De
onvoorziglige Wu san kuei bood hem dezelfde posten aan die hij onder
de Tartaren bekleed had, waarover de sladhouder zeer gebelgd was.
Na langdurige onderhandelingen, gedurende welke hij niet den minslen
stap deed ter handhaving zijner waardigheid, hesloot de weifelende
man weder tot de Tarlaren over te gaan. Zonder te wachten tot zij
hem een bezoek gaven, schreef hij naar Pe king dal hij diep berouw
had over zijn afval en het hof om vergiffenis vroeg. Deze werd hem
ook aanstonds toegestaan, hij ontving den Tartaarschen generaal met
een langen staart, tot een teeken zijner onderwerping; verkreeg de
belofle dat de misstappen, die hij begaan had, vergeten zouden worden
, maar werd voortaan door eene Sterke bezetting van Man tschuren
uiterst beperkt in zijne magt. — Drie beiden waren dus reeds van het
tooneel afgetreden, en alleen Wu san kuei bleef nog over.
Zijn leger was zoo aanzienlijk, dal Kang hi het noodzakelijk keurde,