
 
        
         
		u  te  omsingeleu  en  gevangen  te  nemen.»  Zulk  een  brief  gaf  aanlei-  
 ding  lot  groote  botsingen,  en  ofschoon  men  dacht  de  Engelschen  
 door  honger  en  het  ontnemen hunner bedienden  zeer wel te dwingen,  
 werd  de  beweging  onder  het  volk  steeds  grooter.  En  daartoe  droeg  
 het  bezoek  van  den  admiraal  te  Wharapoa  zeer  veel  bij.  Deze drong  
 aan  op  een  mondgesprek  met  den  stadhouder.  Toen  hij  nu  zag  dat  
 de  weg  naar  de  stad  door  oorlogsvaartuigen  gestremd  was,  plaatste  
 hij  zichzelf  in  eene  boot,  en  gelastte  eene  groote  menigte  andere  
 vaartuigen  hem  te  volgen.  In  het  gezigt  der  Chinesche  jonken  hield  
 hij  stil,  en  de  mandarijnen  begonnen  aanstonds  op  den  Engelschen  
 admiraal  te  vuren.  Deze  gaf  het  sein  tot  den  aanval,  dat intusschen  
 niet  begrepen  werd,  en  keerde  later  zelf  lerug  zonder  het  geringste  
 uitgevoerd  te  hebben.  De  moed  der  Chinezen  nam  door  deze  om-  
 standiglieid  ongemeen  toe,  en  nu  besloten zij het geheele barbaarsche  
 ras  te  verdelgen.  Daartoe  werd  een  algemeen  oponlbod  van  het  geheele  
 volk  uitgevaardigd,  dat  de  landmilitie  zieh  in  gesloten  linien  
 moest  verzamelen  en  zoo  de  Engelschen  allen gevangen nemen. Alles  
 was  in  zeer  groote  beweging  en  gespannen verwachting hoe  de zaken  
 zouden  afloopen.  Toen  kwam  er een  zeer  nederige brief  van  den  ad-  
 miraal,  waarin  hij  beloofde  Macao  te  ontruimen  zoodra  de  handel  
 weder  geopend  was,  en  tevens  met  zijne  troepen wegsneide.  Het  ge-  
 vaar  was  thans  voorbij;  een  prächtig  edikt  volgde  op  zijn’  aftogt ;  
 de  kooplieden  waren  genoodzaakt  den  keizer  om  vergiffenis  te  
 vragen,  dat  hij  goedgunstig  den  handel  weder  openen  mögt,  er  
 werd  eene  pagode  gebouwd  om  de  overwinning  der  Chinezen  op  
 de  barbaren  le  vereeuwigen,  en  de  laatstgenoemden  waren  de  hel-  
 den  van  Abukir  en  Trafalgar.  Nimmer  was  het  hof  of  de  overheden  
 te Canton,  zoowel  als het geheele volk, zoo verblijd over den gelukkigen  
 uitslag  van  eenige  zaak.  Van  dat  oogenblik  af waande  de  keizerlijke  
 regering  zieh onoverwinnelijk,  en behandelde  de vreemdelingen  met de  
 grootste  koelheid  en  in  het  oogloopende  trotschheid.  Slechts  op  hun  
 dringend  verzoek  werd  een  handel  veroorloofd,  die  voor  dit  land  
 van  veel  grooter  gewigt  was  dan  voor  Engeland.  China,  van  zijne  
 overweldigende magtbewust, beging naderhand  de fouten van den hoog-  
 moed,  die een’ oorlog ten gevolge  hadden,  eene onderneming, die voor  
 beide partijen niet verderfelijker  had  kunnen zijn.  Men  belasterde daar-  
 enboven  het  karakter  der  Engelschen,  om  hen  nog  meer  gehaat  te  
 maken,  en  strooide  door  knevelarijen in  den handel het  zaad van  tweedragt, 
  waardoor  de  inisnoegde  stemming  der  beide  volken  steeds  loe-  
 nam.  De  stadhouder werd intusschen  teruggeroepen en  streng bestraft,  
 en  een  andere  gouverneur  gezonden,  die  door  gestrengheid  en  goed-  
 willigheid,  welke  hij  naar  omstandigheden  aanwendde,  de  vermetele  
 barbaren  in  toom  moest  houden. 
 Song  verscheen  nu  als  een  vredestichter  en  de  zaken  werden  door  
 zulk  een  man  weldra hijgelegd.  De  groote  belaslingen,  die  de  maat-  
 schappij-kooplieden  moesten opbrengen,  beroofden  hen  echter  van  het  
 kapitaal,  tot den handel vereischt,  en toen er eenigen bankroet maakten ,  
 regende  het klagten;  dikwijls  was  de  verlegenheid om  het noodige geld  
 bijeen  te  brengen,  zoo  groot,  dat  de  handel  daardoor  belangrijke  
 stoornis  ondervond.  Nog  waren  de  Portugezen niet  tevreden  met  door  
 kwade  geruchten  de  goede  verstandhouding  te  verbreken, maar  deden  
 ook door  een  gezantschap voorslaan,  om den sluijer op le ligten,  die  de  
 Engelschen  zoo  groolen  invloed  op  alle  handelsaangelegenheden  gaf.  
 De  hoofdpersoon  bij  al  deze  dingen,  Arreaga,  een  zeer  sluw  man,  
 bedacht  niet,  dat  door  de  onderdrukking  eener vreemde  natie aan  het  
 hof  van  den  autokraat,  alle  vreemdelingen  en  ook  zijne  landslieden  
 zouden  lijden,  en  dat,  terwijl  hij  bezig  was  een  kuil  voor  de Engelschen  
 te  graven,  hij  er  zelf  in  zou  vallen.  De  Engelschen  zöchten  
 zieh  daarentegen  de  vriendschap  van  den  beroemden  Song  te verwer-  
 ven,  en  zonden  hem  verschillende  gesclienken  door  een  Chineschen  
 lolk.  Deze  leverde  de  zaken  getrouwelijk  over,  en  ontving  ook  eene  
 erkentenis  van  dezen grooten man. Maar weldra verviel hij  in ongenade  
 en  moest  naar  Tartarije  reizen,  terwijl  de  arme  tolk  in  ballingschap  
 gezonden  werd.  Aldus  eindigde  wederom  eene  poging  om  in  nadere  
 belrekking  te  komen  met  de  hooge  regering. 
 Intusschen  waren  de  bezwaren  zoo  vermeerderd,  dat  de  zaken  niet  
 langer geregeld konden gaan,  en  men  besloot  eindelijk  tot  eene onder-  
 handelirig-, waarin  alle  geschillen  bijgelegd  zouden  worden.  Verschillende  
 beginselen  werden vastgesteld waarnaar  men  zieh  in de toekomst  
 wilde  g e d r a g e n ;   m a a r   de uitkomst  beantwoordde  niet  aan de'verwachting  
 en  dus  bleven  de  beide  partijen  steeds  in  vijandige  houding.  De  
 handel was  nogtans  zoo  groot,  dat men  het  verkeer  niet  kon afbreken.  
 Engelschen  en  Chinezen  hadden  elkander  noodig;  daarom  zocht  men  
 middelen en wegen  om de  zaken  behoorlijk te  regelen,  en  deze wensch  
 had  het  gezantschap  van  Lord  Amherst  ten  gevolge. 
 Even  als  het  vroegere  werd  ook  dit  gezantschap  kostbaar uilgerust,