
noorden op de jagt was gegaan, had e r, ten gevolge van de aanhou-
dende stortregens, eene overslrooming der rivieren plaals; het geheele
gevolg van den keizer verdronk; Kien long alleeu had genoeg tegenwoor-
digheid van geest om zieh op een heuvel-te redden en aldus het gevaar
te ontsnappen. Een andermaal kwam er een bedrieger uit Turkestan,
die voorgaf regtmatige aanspraak op de keizerskroon te hebbeu, en
zieh tot monarch in de Man tschurij dacht op te werpen. Kieu long
was van alles ouderrigt, liet den sclnirk bedaard zijn’ gang gaan, en
loen hij zieh onversehrokken in zijne magt begeven had, liet hij hem
vatten en oogenblikkelijk ter dood brengen.
Even als zijne voorouders was Kien long een echte Nimrod, en
wijdde geheele maanden aan de jagt. Gedurige ligchaamsoefeniiig was
hem tot gewoonte geworden, hij leefde matig en bereikte daardoor
een hoogen ouderdom, in het volle bezit zijner krachten, en bij het
genot van het tijdelijke. Verscheiden malen bezocht hij de prövincies
van het noorden, tot groote blijdschap zijner onderdanen, en gedroeg
zieh zeer minzaam , om daardoor het aandenken aan zijne wreedheden
uit te wisschen. Hij trok nooit zelf ten oorlog, maar toonde zieh zeer
schrander in de keuze van generaals, en verbeterde spoedig de vroe-
gere misgrepen door gepaste benoemingen. Jegens de ongelukkige
generaals kende hij geene genade en veroordöelde henzelven zoowel
als hunne familien ter dood, om aldus voor de geledene nederlagen
te boeteu. Daarom versehenen de maudarijnen altijd sidderend en
bevend voor hem; want de geringste misslag kon hun ligtelijk het hoofd
kosten. Zelfs een genadige glimlach van den monarch was dikwijls de
bezegeling van het doodvonnis.
Driemaal benoemde Kien long een prins tot opvolger, zonder het
noglans hemzelven of iemaud anders te zeggen. Doch allen werden
door den dood weggenomen en stierven lang voor hun’ vader. Ein-
delijk viel zijne keuze op Kia king, die, zoo als hij raeende, door den
hemel geroepen was om den schepter des Rijks te voeren. Toen bij
nu zijn 85ste jaar bereikt en 60 jaren op den troon van China gezeten
had, deed hij afstaud van de regering, en stierf drie jaren daarna,
oud en verzadigd van het leven (1799). Weinige vorslen hebben zoo
lang en gelukkig i geregeerd als hij, en zijn naam zal lang in de ge-
schiedenis leven, daar hij zonder twijfel meer gevolg van zijne pogingen
aanschouwde dan eenige'zijner voorgangers. Zijn einde was evenwel
zeer treurig; hij liet een ledige schatkist en een ontevreden volk na>
VIJFDE HOOFDSTUK.
K IA K IN O , IN B E WALIIALLA GENAAMD J IN TSONO JU I.
(1796-1821).
De laatste jaren van Kien long’s regering waren zeer donker geweest.
Door het geheele land vertoonden zieh onlusleu, hier en daar brak
een opstand uit, verschillende prövincies hadden te kampen met
hongersnood, en de oorlog met de Miao tse was nog verre van ge-
eindigd, terwijl de Staatskassen uilgeput waren. Nog was de opstand
van 1791 in blijvend aandenken, toen vele duizenden misnoegden,
onder aanvoering van een’ priesler der Rede, zieh nabij Pe king ver-
zamelden, om daar het geslacht der Tartareu uit te roeijen en den
regtmaligen Chineschen vorst weder op den troon te helpen. Dit was
eene groote onderneming, de geldelijke onderstand van den gemeenen
man vloeide rijkelijk, de moed van het Cbinesche volk scheen na
eene sluimering van eene eeuw weder ontwaakt, zelfs de Roomschen
in het noorden zagen met geuoegen den voortgang der aanstaande
verandering en droegeu gaarne het hunne tot bevordering dezer om-
wenteliug bij. Iedereen was verzekerd van het wel gelukken, en het
volk verheugde zieh reeds vooruit op#de vervulling van al de beloften
die men ’I gedaan had. Maar nog werd alles geheim gehouden, de
wapenen waren intusschen reeds in gereedheid, de priester meende
zieh zeker van de overwinning en berekeude de gevolgen, wanneer
hij der groote natie de vrijheid zou aaukondigen. Terwijl alles op die
wijze in gisting was, bleef een enkel man bedaard, het was de oude
Kien long. Van alles onderrigt, sloeg hij zonder vrees alle stappen
van de vijanden zijner magl gade, sprak nooit een enkel woord over
de maatregelen die hij dacht te nemen, verachlle de waarsehuwin-
gen en scheen in slaap verzonken. Maar de tachtigjarige grijsaard
zag met arendsoogen ; op den bepaalden dag, toen het paleis in
vlammen moest opgaan, waren de belhamels reeds in den vroegen
morgen gevangen genomen en aan den burgerlijktjn regier overgele-
verd, alle belangrijke verzamelingen van wapeuen in de magt des
keizers , en de groote hoop staarde verbaasd in het rond, want
niemand kon begrijpen, hoe zulk eene verandering tot stand gebragt