
verdediging zijner gebiedster, wilde niemand haar bijstaan. De magtige
dienaar werd doorsloken, zijne dochler uit den harem verbannen en
van alle waardigheden beroofd, en de twee kamerlingen verkregen,
ter belooning van den siuipmoord, de belangrijksteposten. Der keizerin-
moeder wilde men naderhand het leven niet vergunnen, en liet haar den
hongerdood sterven.
Om bet volk le bevredigen, werd het bestuur aau twee vorsten van
den bloede opgedragen. Zij genoten deze eer zoolang, als zij niets tegen
de keizerin Kia lieten bemerken; doch naauwelijks had zij gehoord, dat
men haar van den troon wilde s too ten, of beide werden in hun paleis door
hare werktuigen vermoord. Later bevond men dat zulks zonder uildruk-
kelijk bevel van den monarch geschied was, en daarom moesten ook
andere prinsen sterven, dewijl zij zieh in deze kabalen gemengd hadden.
Kia gaf echter bekwame ministers aan het land, en alzoo werd ook de
oorlog met verschillende Tartaarsche opperhoofden gelukkig ten einde
gebragt. Rasteloos in alle ondernemingen waar het om bloed te doen
was, ontving Kia met groote blijdschap de klagten tegen den erfgenaam
des troons. Om hem in het verderf te störten — want zijn karakter
vertoonde onverschilligheid en onverzadelijke geidzucht — noodigde zij
hem op het paleis. Nadat zij den prins dronken gemaakt had, liet zij
hem een blad papier vol van de oproerigste uitdrukkiugen, vooraf door
een kamerling opgesteld, naschrijven, en spoedde daarmede naar den
keizer. Deze liet aanstonds de mandarijnen vergaderen en deelde hun
het verraad zijns zoons mode. Men bleef lang besluiteloos, welke straf
de jongeling moest ondergaan; eindelijk werd hij van den vorstenrang
vervallen verklaard, en daar de keizerin volstrekt bloed moest hebben,
wreekte zij zieh op den schoonvader des vernederden en roeide de geheele
familie uit. De bevelhebbers van het leger en de kamerlingen wilden
echter een einde maken aan deze gruwelen; om de keizerin te doen
vallen, strooide men een gerucht uit, dat de diep gekrenkte erfgenaam
des troons zieh wreken zou, Daarop zond Kia hem den giftbeker.
Nu nam men aanleiding om haar in eene vergadering bij nacht wegens
al hare euveldaden te veroordeelen, en uit het paleis te jagen, terwijl de
generaals, die dit plan geopperd hadden, tevens besloten om den keizer
zelven te onttroonen. Men benoemde den zoon van den kroonprins tot
reglmatigen opvolger, en behandelde den monarch inlusschen als ge-
vangene in zijn paleis. De nijd der overige grooten was natuurlijk weldra
opgewekl; zij verbonden zieh om hunnen opperheer te bevrijden, en
thans brak er een vrecsselijke burgeroorlog uit, die met den dood des
rijksbestuurders eindigde. Nadat Hoei ti weder in vrijheid gesteld was,
matigde zieh een ander regent alle magt aan; twee vorsten, daarover
gebelgd, belegerden hem drie dagen in zijn eigen paleis, totdat zij hem
eindelijk ook uit den weg ruimden. Het gansche westelijke deel van
China geraakte intusschen in opstand; groote legers der opstandelingen
trokken rond, om buit te maken, en daar de keizerlijke troepen door
herhaalde nederlagen moedeloos geworden waren, overvielen zij de
hoofdstad, namen 10,000 menschen gevangen en noodzaakten den naam-
keizer in allerijl te ylugten. Tot zijn eigen ongeluk ontsloeg hij den
trouwsten minister, dien men in de gevangenis verbrandde, en stelde
zieh onder de magt van een misdadigen vorst van den bloede. De intri-
guauten vormden thans het plan, om dezen gebieder weder te doen vallen,
en daaruit ontstond een vreesselijke kamp. Hoei ti werd aan het opzigt
van een zeer braaf soldaat toeverlrouwd; maar vermils de vijanden hem
wilden bemagtigen en zagen dat zijn leger zeer zorgeloos was, overvielen
zij hem bij nacht en sloegen den lijftrawant het.hoofd af, zoodathet
bloed ’s keizers kleedcren bespatte. In dit ijsselijk oogenblik zag de
monarch zieh van alle aanhangers verlaten, en werd langen tijd, als een
wild dier, in de door den oorlog vermeide landen rondgevoerd. Daar
leed hij dikwijls honger en kon de gewone levensbehoeften niet vinden.
Hierop bragt men hem naar de hoofdstad terug, waar een rooverhoofdman
de vrouwen in het paleis onteerd, zieh van alle schatten des staats meester
gemaakt, en op de grmvelijkste wijze huis gehouden had. Hoeiti bleef
daar slechts kort, en stierf weldra (306), nadat hij juist vernoroen bad,
dat een ontzaggelijk Tartaarsch leger op de hoofdstad aanrukte. Men had
deze barbaren eerst in soldij en als bondgenooten opgenomen, doch
weldra beseften zij hunne krachten, en daar zij de zwakle van China
kenden, versehenen zij thans in overgroot aantal als vijanden des volks.
Rampzaliger vorst, dan Hoei ti was,* zou men zieh wel niet hebben kun-
nen voorstellen; daarom wilde men ook zijn kleinzoon niet op den troon
plaatsen. Hij had 23 broeders gehad; de ondeugendste yan allen was hij-
zelf, terwijl de meeste anderen, listig en eerznehtig, zijne regering steeds
onlrustten. Een hunner, Ssematschi genaamd, was echter een zeer verständig
man. Men droeg hem de keizerswaardigheid op, en de geschiedenis
kent hem onder den titel Hoaiti. Het was zijne eerste zorg om zelf te regeren,
en met kracht in alle takken des bestuurs te grijpen, Doch nieuwe
opstanden verhinderden de uitvoeringzijner oogmerken, en een woedende