
Zij zou zieh zonder twijfel vreesselijk op de Hunnen gewroken hebben;
want een zeer beleedigende brief was door Me te aan haar geschreven;
doch hare gunstelingen ontrieden het haar.
De oude ministers van den vader regeerden het land, en daarom bleef
alles rüstig, terwijl Hiao hoei ti geen deel nam aan de staatszaken. Hij
stierf in den bloei zijner jaren (188).
Liu heu de moeder, eene Athalia, die een kind van de gemalin hares
zoons had ondergeschoven, regeerde nu in plaats van den minderjarige,
en dewijl twee harer bloedverwanten opperbevelhebbers van het leger
waren, bood zij den ministers het hoofd. Haar eenig doel was, het
nieuwe keizershuis uit te roeijen en hare eigene broeders tot eereposten
te verhelfen. Hierloe veroorloofde zij zieh de meest willekeurige hande-
lingen, zoodat geen aanzienlijke van zijn leven verzekerd was. Zelfs
de schijnkeizer werd vermoord, want hij had zijne bijzondere veront-
waardiging over den plotselingen dood zijner moeder, die men ook uit
den weg geruimd had, betoond. Twee andere kinderen, die men insge-
lijks voor prinsen had uitgegeven, moesten nu het keizerrijk staande
houden. Doch de regentes, door schrik bevangen, en door de schimmen
harer slagtoffers vervolgd, stierf reeds ten jare 180, en een onechte zoon
van Kao tsu volgde haar in de regering. Er hadden toenmaals aardbe-
vingen en andere onheilen plaats; maar het volk, vermoeid van den
oorlog, leefde in rust, en bekommerde zieh slechts om zijne eigene
zaken, terwijl de prinsen zieh onder de leiding van zeer wijze ministers
bevonden, zoodat de vrede gemakkelijk bewaard werd.
Hiao wen ti was een zeer voortreffelijk keizer, vredelievend en malig,
die geheel in den geest der geleerden regeerde, en dikwijls de schoonste
bevelen uitvaardigde, waarin hij Jao en Schun navolgde. Waar hij onge-
lukkigen vond, ondersteunde hij hen. Hij was in den volsten zin de
vader des lands, de Chinesche Titus. Zijne regering werd alleen door
de invallen der Tarlaren ontrust; maar behalve dezen volhardde ieder in
gehoorzaamheid, en de vaderlandsliefde was nooit vuriger, de trouw der
onderdanen nooit bestendiger. Zoo vloeiden de dagen voorbij zonder
groote gebeurtenissen en Wen ti stierf in het jaar 137. Zijne regering is
merkwaardig uithoofde van de inlijving eener groote streek lands iftlfak
zuiden van^Jang tse, alwaar de vorst, een Chinees, na de eerste aanma-
ning, den magtigen keizer zijne hulde bragt. De priesters der rede ver-
toonden zieh ook voor de eerstemaal als gunstelingen van den rege-
renden vorst, die dikwerf gehoor leende aan hunne droomerijen. De
volgelingen van Kong fu tse genoten evenwel het hoogste aanzien, en
hun gouden eeuw scheen thans aan te breken.
Hiao kingti (136) liet zieh te veel met de hofkabalen in, en daardoor
werd een burgeroorlog verwekt, die slechts met de overwinning van een
leenpligtigen vorst eindigde. Naderhand streed men lang over de troons-
opvolging totdat de beminde broeder des keizers, dien men tegen den
zin der grooten tot kroonprins bestemd had, gestorven was, en onder-
scheidene gunstelingen, om den strijd te doen ophouden, zichzelyen van
het leven beroofd hadden. Er was ook hongersnood in het land, waaraan
demonarch zieh echter zeer weinig stoorde. Zijn leven, dat geenszins door
daden gekenmerkt was, eindigde in het jaar 141. De landen ten zuiden
van Jang tse hadden den Chineschen keizer gehuldigd, ofschoon zij
hunne eigene vorslen tevens behielden, en het schijnt dat de wederzijdsche
verbindtenis sinds dezen tijd nooit verbroken geworden i s ._
Wij moeten hier opmerken, dat reeds Wen ti bevoien had, aan zijne
regeringsjaren eenen naam te geven, en dat men sedert dit gebruik
behouden heeft. Wij zullen in het vervolg, als er geen verwarring door
onlstaan kan, de keizers dien overeenkomstig opgeven; doch waar
twee en zelfs drie benamingen voor denzelfden regent slaan, is dit
onmogelijk.
Toen Wu ti den troon beklom, was het geheele land vervuld van
blijdschap. De jonge vorst betoonde zijne moeder de hoogste eereblijken,
en vermits het rijk door zeer vele rampen getroffen was, poogde hij
door eene breedvoerige openlijke verklaring het volk met zijne plannen
bekend te maken. Een der ministers maakte bet zieh ten pligt, zoowel
hem als zijn ouderen broeder, die wegens het verlies van den troon zeer
ontevreden was, tot de deugd op te leiden. Zoodra zijne wenschen vervuld
waren verwijderde hij zieh, en een kundig grijsaard verving zijne
plaats. Kong fu tse’s leerlingen verblijdden zieh in des keizers gunst, en
alzoo waagde een der censors de keizerin-moeder te berispen wegens
hare gehechtheid aan den verkondiger van de eeredienst der rede. Deze
vermetelheid betaalde hij benevens zijn aanhangmetden dood. Zelfmoord
werd hun als straf opgelegd. De,keizer had bij het aanvaarden zijner
nwgafring alle misdadigers, die zieh in de gevangenis bevonden, ontsla-
gen, en ook de adellijken met hoogere rangen en eeretitels begiftigd.
Doch thans werden de leenpligtige vorsten beleedigd door de opzieners
over de zeden, die zieh met al hunne zaken bemoeiden; van daar ver-
zocht een der prinsen bij een groot feest, dat hun dit gestrengelijk mogt