
Vruchteloos poogden de Kozakken hen terug te drijven, zij waren reeds
le ver vooruit en lieten de achterhoede liever gevangen nemen, dan
dat zij tijd verloren door tegensland. Al de eilenden van een strengen
winter verdroegen zij inet de groolste onverschilligheid. Hun vee stierf
van honger en vermoeijenis, vele gezinnen moeslen in de woestijn
achtergelaten worden — wanl men had geeu lastdieren voor. hen —
en werden door de wolven verslonden. Nogtans hieven de horden on-
verzeltelijk bij hun plan, en bereiklen, na acht maanden onderweg
geweest te zijn en het grootste gedeelle van hun vee en hunne ver-
wanten verloren le hebben, de Chinesche grenzen, gelijk aan wandelende
geraamten. Kien long wilde hen eerst wegjagen , maar bedacht
zieh spoedig, liet hun weiden aanwijzen en voedsel uitreiken, en
gelastte dat de opperhoofden voor hem verschijnen moesten. Zij bega-
ven zieh dus naar Pe king, werden prächtig gekleed, en len gehoore in
het paleis toegelaten. Hoe zij alles vol verbazing aanslaarden, welke
verheven denkbeeldeu zij zieh vormden van de magl des grooten keizers,
laat zieh naauwelijks met woorden beschrijven. Kien long zag met
welbehagen op deze overloopers neder, die een’ der gevaarlijkste
logten haddeu ondernomen, waarvan de geschiedenis gewaagt; en
zulks nog te meer, dewijl zij uit Rusland gevlugl waren, werwaarts
zoo velen zijner gewaande onderdanen de wijk genomen hadden. —
Het was dus voor hem een groote triomf op Katharina, met wie hij
dikwijls in twist gewikkeld was.
Niettegenstaande den gestadigen oorlog met de woeste volksstammen
op den geheelen togt, bleven er nog 30,000 gezinnen over, die
den keizer als beschermheer erkenden. Daarbij voegden er zieh nog
30,000, zoodat het volk spoedig vermeerderde, e n , daar de oorlog
opgehouden had, ook nog kleinere stammen in de nabuurschap
aanlokte. De blijdschap over deze gebeurtenis was onbeschrijfelijk groot;
Kien long vervaardigde een opschrift, dat hij in vier verschillende talen
liet overzetten, het werd op een steenen tafel gegraveerd en bestaat
tot op dit oogenblik te I li. Hij bouwde daarenboven op een hoogen
berg een tempel, gewijd aan Boeddha , dien alle stammen van midden-
Azie vereeren. Hij vierde vervolgens den dag, die hem zoo vele
onderdanen wedergaf, met grooten luister, en meende de gelukkigsle
der stervelingen te zijn, wien een groot gedeelte van den aardbol
huldigde. De twee hoofdstammen der natie waren thans onder zijne
opperheerschappij, te welen, de Dschongaren, de oorspronkelijke
bewoners van het distrikt van I l i , een volk, dat gedeeltelijk ook den
landbouw' verstond. De keizer gaf hun daarom zaad en gereedschap, om
hen van hunne woeste en zwervende levenswijs af le trekken, en tot
een voorfnuur van het Rijk, zoodra zij vaste woonplaatsen, zouden
hebben, te gebruiken. De tweede stam was die der Torguten, die
zieh uit Rusland derwaarts begaven, en onder gestreng bestuur van
de Man tschurijsche officieren gesleld werden. De derde eindelijk bestand
uit Koscholen, die onder het opperbestuur van den Lama, in
Thibet, standen, maar later bij het groote Kalmukkenverbond ingelijfd
werden. Hetzelfde slelsel, dat Kang hi reeds had ingevoerd, werd ook
in deze slreken toegepast. Men zocht de nationaliteit der volken zoo
veel mogelijk te onderdrukken, en de belangen der opperhoofden zoo
naauw mogelijk met die van China te vereenigen. De opperhoofden
werden dus de dienaren der mandarijnen, en Pe king hun Elysium,
werwaarts zij bestendig reisden, om elkander te belasteren of gunsten
te bedelen. Slechts de tilels, die zij daar verkregen, waren voor
hen van waarde; wat hun erfelijk werd overgedragen of door de liefde
des volks toegekend, had niets bekoorlijks voor hen. De horden zelven
werden onder veel gestrenger toezigt van policie gesteld dan de Kalkas,
en de geringste misslap zeer streng gestraft. Dit was bevorderlijk aan
de maalschappelijke orde, en wat zij aan vrijheid verloren, wonnen
zij aan voedsel; want nu leerden zij de akkers bewerken en zieh vast
onderhoud verschaffen. In dit opzigt stand de Chinfesche regering hen
getrouwelijk bij.
De zuebt tot den oorlog was nu eenmaal ontwaakt, en de günstige
uitslag was borg voor volgende ondernemingen. Daarenboven wenschte
Kien lo n g z ijn e n g e n e r a a l s e n S o ld a te n b e z ig h e id le g e v e n , e n bij z u lk
eene bedoeling kon er immers geen gebrek aan aanleiding zijn. — In
het zuiden der provincie Jun nan wonen verscheidene stammen, die
wederkeerig zoowel önder Chinesche als Birmasehe heerschappij gestaan
hebben. Daar zij zeer arm zijn, zouden beide regeringen
zieh waarschijplijk niet veel over hen bekommerd hebben, indien zieh
in hunne woonplaatsen geen zilvermijnen hadden bevonden, die de
nijverheid der Chinezen in de hoogste mate prikkelden. Zij kwamen
dus in grooten getale bij de mijnen, WAar zij echter reeds Birmanen
onlinoetlen , die niet voor hen wilden wijken. Daarover ontslonden
geschillen, die eindelijk naar Pe king ter beslissing verwezen werden,
en vermits des keizers inkomsten door de massaas zilver, die van daar
n