
 
        
         
		boven  eene  Christelijke  opvoediug  genoten.  Nog  andere  inrigiingen  
 van  onderwijs  werden  daaraan  toegevoegd,  zeer  vele  voortreffelijke  
 geschriften  kwamen  van  de  pers,  en  ook  een  lijdschrift —  The Indo-  
 Chinese  Gleaner,  de  rijkste  goudmijn  voor  Chinesehe  welenschappen  
 en  denkwijze.  Eene  inenigte  andere  zendelingen  volgde  hen,  vestigde  
 zieh  te  Pinang  en  Singapore,  en  beperkte  hunne werkzaamheden  nog  
 tot  de  Chinesehe  kolonisten,  want  het  binnenkomen  in China was hun  
 zoowel door de heidensche  als door de Roomsch-Katholieke regering ge-  
 strengelijk  verboden.  Morrison  had  in  het  jaar-1816  het  gezantschap  
 naar  Pe  king vergezeld  en was  in  aanraking  gekomen  met  de grootsle  
 staatsmannen.  Eenvoud,  ijver  en  vroomheid kenmerkten deze zending,  
 de  deelnemers  waren  zonder  onderscheid  geleerde  mannen,  die  zeer  
 veel  voor  China  gedaan  zouden  hebben,  indien  zij  er  toegang  gevon-  
 den hadden. 
 Rnsland  spande  gedurende  dezen  tijd  alle  pogingen  in ,  om  het  met  
 de  Chinezen  omtrent een handelsverdrag  eens  te  worden,  en  zond  tot  
 dit  oogmerk  niet  minder  dan  drie  gezanten  naar  Pe  king.  De  eersle,  
 een  graaf,  bereikte  de  grenzen  in  het  jaar  1805,  en  nadat  men  hem  
 daar  lang  had  opgehouden,  werd  weder  de  onvermijdelijke  vraag  
 omtrent  helstooten  met het  hoofd geopperd.  Toen  bleek  het,  dat  deze  
 graaf zieh daar niet in schikken  wilde,  en  bij  werd  na  vele moeijelijk-  
 heden,  want  het  was  een  strenge  winter,  onverrigter  zake  terugge-  
 zonden,  zonder  den  Chinesehen  bodem  betreden  te  hebben.  Na  hem  
 volgden twee andere  (1809 en  1819),  die hunne  beslemming  bereikten,  
 en  nieuwe  kweekelingen  tot  het  aanleeren  der  Chinesehe  taal  mede-  
 bragten.  Alles bleef  te  Pe king  op  den  ouden  voet,  en  de  handel werd  
 niet  afgebroken. 
 Onder de wijze regering van Alexander nam  men eindelijk het besluit,  
 om den handel naar Canton te verleggen en tot dit einde begaf Krusenstern,.  
 de beroemde reiziger rondom de wereld, zieh naar die oorden. Het gelukte  
 hem zijne goederen  te verkoopen (1806);  maar  de  mandarijnen konden  
 niet nalaten zwarigheden in den weg te leggen,  die hem  tot groot nadeel  
 gestrekt  zouden  hebben,  indien  de  voorzitter  der  Oost-indische  maat-  
 schappij  en  Krusenstern  zelf  niet door hunne  standvastigheid  en  beleid  
 dit  plan  verijdeld  hadden.  De  schepen  waren  nu  eindelijk vrij,  orn de  
 rivier  te  verlaten;  maar  kort  na  hun  vertrek  kwam  er  een  schrikver-  
 wekkend  edikt,  dat den tolbeambte berispte  en  tevens  den  handel  voor  
 altijd  verbood,  omdat  de  Russen  immers  te  Kiachta  handel  konden 
 drijven.  Toenmaals  liad rtien het in Europa te druk,  om zieh  over China  
 te kwellen, en dus bleef de onderneming  steken.  Eindelijk  waagde  een  
 Ierlander  het  deze  zaak  weder  ter  bane  te  brengen,  deed  eene  reis  
 door  geheel  Sibe'rie om  Alexander  te  zien, maar  bereikte  zijn oogmerk  
 niet  om  den  handel  te  verleggen. 
 Macao  \yas  tweemaal  op  het  punt  om  eene  Engelsche  bezitting  te  
 worden;  maar  de  Chinezen  lieten hun  regt  als  grondeigenaars  gelden,  
 en  de  kolonisten  verhinderden  zooveel  in  hun  vermögen was  den  ge-  
 heelen  aanslag.  Het  is  bpitengewoon,  met  welk  eene  drift  de mwoners  
 aldaar  elken  voorslag  tot  verbetering  van  hunnen  toestand  verwierpen.  
 Vooreerst was dit  een  gevolg van de  denkbeeiden,  die  zij  zieh  aangaande  
 ketters  vormden  ,  en  van de v r e e s,  oin  onder  hunne  regering  te  staan,  
 vervolgens dachten  de  kooplieden  dat zij  allen handel  verliezen zouden,  
 zoodra  vreemdelingen  in  hunne  stad het  bewind  voerden.  Daarom Verbünden  
 zij  zieh  len  naauwste met  de  Chinezen,  en  kregen voor hunne  
 toegenegenheid  en  opoffering  slechts  ondank.  Dezelfde  maatregelen  van  
 plagerijen  en  afpersingen  hieven  voortduren,  en  het  gevolg  w a s,  dat  
 zij door hunne  onderwerping  nog  ootmoediger vassalen werden.  Bij  gele-  
 genheid  der  uitrusting  hunner  schepen  toonden  zij  dezelfde  kleingees-  
 tigheid; want in plaats  van moedig  als  eene  natie  op  te  treden  en  eens  
 en  vooral  te  verklären  dat  zij  in  Staat  waren  om  de  gezamenlijke  zee-  
 roovers  te  trotseren,  slopen  zij  nederig naar  de  ondergeschikte  manda-  
 r ijn e tfen   verklaarden,  dat  zij  geene  vloot  konden  uitrusten,  tenzij  
 men  hun  een  voorschot  van  geld  deed.  Zij  ontvingen  dit  ook  wer-  
 kelijk,  maar  daarmede  tevens  den  roem  van  huurlingen,  die  men  tot  
 alle  mogelijke  oogmerken  gebruiken  kon.  En  toch  waren  de  aanzien-  
 lijksten  onder  h e n ,  menschen,  die  eene  groote  rol  wilden  speien  en  
 zieh  zOo  trotsch  betoonen  als  de  oude  Romeinen.  Daarom  spraken  
 zij  ook  altijd  van  hun’  senaat  en  diens  b e slu ilen ,  van  de  vergaderin-  
 gen  der  burgers  en  de  onveranderlijke  w e t;  maar  bij  deze  hoogdra-  
 vende  woorden  bleef  het  ook. — De  geestelijkheid  behield  hare  m a g t,  
 de  kerken waren  altijd met  zeer  aandachtige  toelioorders  uit  de  volks-  
 menigte  gevuld,  de  bisschop  of  zijn  vikaris  handhaafden  hunne  waar-  
 digheid  en  hunnen  invloed  bij  alle  beraadslagingen  ,  en  werden  zelfs  
 bewindhebbers. —  ln  het  instituut  van  Sint-Jozef,  dat  vroeger  aan  de  
 Jezuielen  behoorde,  werd  eene  menigte  Chinesche  kinderen  opgevoed  
 en  de bekwaamsten  onder  hen  zond  men  als priesters  naar China.  Maar  
 de  vroegere  invloed,  dien  Portugal  op  de  zendingen  lia d ,  ging  geheel