
 
        
         
		belegcren.  Van  alle  zijden  benaauwd  nam  de wreedaard  hei bcsluil om  
 alle  Groolen  ter dood  te  brengen;  want  dezen  beschuldigde hij,  dal  zij  
 hem  in  het  verderf  hadden  gestört.  Dit  plan  werd  echter  verraden,  
 en  met  groote  beradenheid  traden  de  voornaamsten  ’s  keizers  vertrek  
 binnen en doorstaken hem met een  lans,  sloegen  hem  het  hoofd  af,  en  
 bragten  het  Siao  jen  ten geschenke.  Deze  rukte  thans de  stad binnen ,  
 dooddeal  de werktuigen  van den gestorvene,  en  bevrijdde tweeduizend  
 vrouwen uit den harem, die de ellendeling daar had  onderhouden. 
 Na zulk  eene  schitterende  uitkomst  wilde Siao jen  niet langer aan een  
 opperheer  gehoorzamen,  en  de schijnkeizer Ho  ti was  le  bevreesd,  om  
 daartegen  iets  in  het  werk  te  stellen.  Hij  onderteekende derhalve met  
 bevende  vingers  zijnen  afstand  en  begaf  zieh  tot  het  ambteloos  leven.  
 Siao jen zond hem  eene  som  gelds  loe.  Ho  ti  ontving  het geld  met  ver-  
 achting,  en zeide met een honenden glimlach:  wat kan dit mij  baten?  lk  
 wil  mij  een  stevigen  roes  drinken.  Hij  nam  daarop den  beker,  ledigde  
 dien  meermalen,  lotdat  hij  geheel  beschonken  neerluimelde.  In  dit  
 oogenblik wierp  Siao jen’s dienaar hem eene strop om den hals en worgde  
 hem. Met Siao jen,  die thans den  troon beklom  en Wu ti  genoemd werd,  
 begint  de dynastie  der Leang (502). 
 De Tsi hadden  te  kort geregeerd,  om  iets buitengewoons te verrigten.  
 Er bestond helaas le  dier  tijd  onder de grooten te weinig achting voor de  
 losbandigen,  die slechls regeerden,  om in zingenot te zweigen.  Daardoor  
 werd alle  burgerlijke orde opgeheven  en  de zondigste begeerte des menschen, 
   de heerschzucht,  ontving blijvend voedsel, tot grootonhei! van het  
 arme volk. 
 ZEVENDE  AFDEELING. 
 DE  D Y N AS T I E   VAN  LEANG. 
 (502—556  na  Christus.) 
 Wuti  was, gelijk  reeds zijn naam aanduidt, een krijgsman, enhadaan-  
 vankelijk zijn  roem  door eene volkomene overwinning op de  troepen van  
 Wei  gegrondvest.  Bij  het  aanvaarden zijner regering vond  hij  natuurlijk  
 zeer grooten  tegenstand , en reeds  waren  verscheidene  Grooten  te velde,  
 om  de  familie  des  vorigen  keizers  te  wreken en  zichzelven rijkdom en  
 eereposlen  le  verwerven.  Met  dezen  moest  hij worstelen ,  en bovendien  
 een  kleinen  strijd voeren met de barbaren van het Noorden.  Doch Wu ti 
 zag zeer wel  in,  dat  volken  niet gelukkig gemaakt kunnen worden  door  
 het  zwaard;  daarom  werd  hij  een  van  de  moedigste  en  krachtdadigste  
 verbreiders der wijsbegeerte van Kongfu tse; want juistinditstelsel dacht  
 hij  dat het heil van  den Staat besloten  lag.  Er werden dus weder scholen  
 en  hoogescholen gesticht, om  de geschriften der klassieken van buiten te  
 leeren en te verklären, den geest des  volks te beteugelen en  naar de oude  
 regels te vormen. Aan Kong  fu tse zelven bewees de keizer de grootste eer;  
 hij  stichtte  prächtige  zalen,  waar  hem afgodische  hulde beloond  werd.  
 De  monarch  zelf was bij  het onderzoek der leerlingen tegenwoordig,  be-  
 loonde de vlijtigen en gaf het voorbeeld der hoogste achting voor al helgeen  
 de  ouden  geschreven  hadden.  Hij  off erde  ook  aan den hemel,  gelijk de  
 vorige  keizers,  en  herstelde de geheele offerplegtigheid, zoo als die reeds  
 eeuwen lang had  plaats gevonden. 
 Gelukkig  in  zijn’  oorlog met de barbaren, wilde hij hen echter niet tot  
 het  uiterste  drijven.  In  plaats  van  zieh  de  met  inspanning verworven  
 yoordeelen  len nutte te maken en  de vero verde landen bij  de zij ne te voe-  
 gen, was hij tevredenmelden grooten roem zijner daden en rustte op zijne  
 lauweren.  Daarbij verbeterde hij evenwel de sternkundige berekeningen,  
 maakte  een  zeer  goeden  almanak  en  schonk  bovendien aan het volk het  
 altijd zoo hartverheffend schouwspel om den keizer te zien ploegen, waar-  
 over de geheele natie buitengewoon verblijd was. 
 In  het  Noorden stierf ten laalste de vorst van  Wei,  wiens bestuur veel  
 goedkeuring  verwierf.  Toen  zijn  tweede zoon als jongeling op den  troon  
 kwam, waren er aan  het hof zeer vele misnoegden, en daarom worgde de  
 jonge  regent  den  magtigsten  tegenstander,  en vernederde  de keizerin-  
 weduwe  tot  eene  dienstmaagd.  Daarentegen  verhief  hij  eene  andere  
 vorstin  tot die waardigheid, welke daarin zooveel  genoegen  vond,  dat  zij  
 het  geheele  bestuur  op  zieh  nam.  Zij  waagde het zelfs om een offer  te  
 brengen aan den  hemel  (iets  wat  nog nooit eene vrouw vöör haar gedaan  
 had),  en  de  werkzaamheden  der ministers met onvermoeide  vlijt waar le  
 nemen. Want zij was eene  zeer geleerde vrouw,  ten volle bekend met de  
 geschiedenis,  en  had  de  klassieke schrijvers zeer  goed bestudeerd.  Nu  
 ontbrak  het  haar  nog  alleen  aan  oorlog,  daarom  kondigde zij  dien  den  
 dapperen Wu ti aan. Reeds in den vorigen veldtogt had zieh eene gemalin  
 van  den  kommandant  eener  stad,  dewijl haar echtgfenoot juist afwezig  
 was,  aan  het  hoofd  der  bezetting  geplaatst en op  de wallen zeer dapper  
 tegen de belegeraars gestreden.  Toen nu de Tartaren eene vesting wilden  
 veroveren,  en  de bevelhebber ziek  lag,  nam  zijne  edele vrouw  het bevel