
 
        
         
		tut zijn  versterkt  kamp  te gemoet, en  viel hen, tuen zij er niel op verdacht  
 waren,  met  zulk  eene  woede aan,  dat zij  in allerijl vlugtten,  en het ge-  
 heele  leger  zieh  verstrooide.  De  andere  vorsten  vestigden  thans  weder  
 vertrouwen  op  den  overwinnaar  en  betoonden  hem  groote  diensten.  
 Hiang ju,  die ondertusschen zijne legerbenden  in beweging gebragt had,  
 had  spoedig  daarop  Lieu  pang  ingesloten,  en  deze  zou  zonder  eenig  
 mtzigt bezweken  zijn,  indien  niet  een  getrouw offleier,  wiens gelaats-  
 trekken  bijzonder  op de  zijne  geleken,  zieh  voor  hem  opgeofferd  had.  
 Soortgelijke  ongeiukkige  voorvallen  maakten  hem  behoedzamer en de  
 beide  veldheeren  wedijverden  met  elkander  in  list.  Hiang  ju,  die  in-  
 middels  den  koningstilel  had  aangenomen,  werd  eindelijk  ongeduldig  
 en  verklaarde,  dat  hij  den  strijd door een tweegevecht  wilde  eindigen.  
 Daarmede was Lieu pang niet tevreden, want hij wilde zieh niet meten met  
 een  booswicht,  en  maakte  daardoor  de verwijdering slechts  te  grooter.  
 Hiang  ju  bespotte  Han  sin  wegens  zijne afkomst,  en  deze wreekte zieh  
 over  de  verachting  door  taktiek.  Nadat  hij  het  vijandelijk leger in eene  
 door hemzelven droog gemaakte bedding eener  rivier  gelokt had,  liet hij  
 eensklaps het water weder binnenstroomen en  verdronk  op die wijze den  
 vervolgenden  vijand.  Weldra was Hiang ju van alle  levensmiddelen  be-  
 roofd,  leverde  in  zijne  wanhoop  een  slag,  dien  hij  geheel  verloor,  en  
 verwijderde  zieh  met  een  tweetal  zijner  getrouwen  naar  het gebergte.  
 Uilgeput  door  bloedverlies  en  alles  verloren  rekenend,  pleegde hij  een  
 zelfmoord,  en  aldus  viel  een  der grootste en wreedaardigste  veldheeren  
 van  zijn  tijd,  een  Chinesche Tilly. 
 De tijd was nu  gekomen (202),  dat de lang gewenschte troon den overwinnaar  
 in  zoo  vele veldslagen moest ten  deel  vallen, en  de natie erkende  
 hem,  zonder  dat  hij  er  aanzoek  toe deed,  als hären opperheer.  Groot-  
 moedig  als  hij  was,  betoonde  hij  zijnen  vijand  de  grootste eer  in den  
 dood.  Toen  hij  voor  de  eerste  maal  gehoor  verleende,  verdrongen  
 zijne  strijdgenooten  elkander  rondom  hem, en aan elk hunner kende hij  
 zijn  lof  toe, aan  zijne bijzondere Verdienste  de  eigene  troonsbeklimming  
 toeschrijvend.  Ook Han sin  bevond  zieh  onder dit getal.  Hoezeer  thans  
 veldmäarschalk,  herinnerde  hij  zieh nog zijn bedelaarsstaat,  en  beloonde  
 eene arme  vrouw, die hem  van den hongerdood gered  had,  met duizend  
 oncen  zilver.  De  eenige  vijand,  die zieh  nog staande hield, was de prins  
 van Tsi.  Hij  moest  zieh  evenwel  naar  een  eiland  in  de  nabijheid  van  
 Schan  tong  verwijderen;  toen  hij  aan het  opontbod  des keizers  voldeed  
 en  zieh  vrijwillig  wilde  overgeven,  werd  hij  zoo  zeer  door  gewetenswroegingen  
 wegens een  broedermoord gefollerd,  dat hij zieh, eer hij  nog  
 de hoofdslad bereikte, om  het leven bragt. 
 Lieu  pang  schonk  al  zijne  vijanden  vergiffenis;  eenen  man,  die  
 hem  op  zijne  vlugt  het  leven  liet,  behandelde  hij  integendeel  zeer  
 wreed.  Hij  veroordeelde  hem  ter  dood,  omdat  hij  zijnen  heer  niet  
 getrouw  was  geweest  en  hem  zelfs  had  laten  ontsnappen.  Dusdanige  
 handelwijze  is  bij  zulk  een  groot  vorst  geheel  onverklaarbaar.  Nog  
 zwarter  is  zijne  ondankbaarheid  jegens  Han  sin,  eenen  veldheer,  aan  
 wien  hij  de verovering van  het rijk te  danken  had.  Hij  verhief hem  eerst  
 na  zijne  troonsbeklimming  tot  koning,  doch  hield  hem  spoedig daarna  
 verdacht  van  eene  geheime  zamenzwering.  Hij  belegde  een  rijksdag,  
 waarop  de generaal met ketenen beladen naar de nieuwe hoofdslad Lo jang  
 gezonden  werd.  Deze  gevoelde  het  onregt hem  aangedaan  met de ziele-  
 grootheid  van een’ Columbus,  en  loen hij  naderhand een  persoonlijk  on-  
 derhoud  met  den  monarch had,  bet hij  zieh zeer vrijmoedig uit over de  
 hardheid,  waarmede  hij  behandeld  was,  en  keerde  vervolgens  tot  het  
 ambteloos leven terug. 
 Toen velen zieh beklaagden, dathunne diensten nietbehoorlijkbeloond  
 waren,  en er bijkans weder een oproer uitbrak,  benoemde de keizer eene  
 commissie,  om  den  rang  der  onderscheiden  grooten  te  bepalen.  maar  
 vergat  daarbij  zijn  vader.  Deze  was  vroeger  door  Hiang  ju  gevangen  
 genomen,  en  eerst  toen  weder  in  vrijheid  gesteld,  toen  gene  haar  de  
 vriendschap  van  den  overwinnenden  tegenstander  dong,  en  hem  den  
 voorslag  deed  om  het  rijk te deelen.  De oude man droeg den smaad  der  
 onverschilligheid  zijns  zoons  geduldig,  totdat  deze,  getroffen  door den  
 nederigen  Staat waarin zijn vader zieh bevond,  hem den  litel van grootste  
 keizer gaf,  en voortaan met bijzonderen eerbied  behandelde. 
 De  eerste  zorg  des  keizers  was  het  ceremonieel  ten  hove,  om door  
 pracht  en  glans  zijne  grootheid  aan  de  geheele  wereld  te toonen.  Tot  
 dit einde  vergaderden de ministers,  om  de  regelen  der etiquette naauw-  
 keurig vast te stellen.  Lieu  pang  was  gelukkig,  toen  hij  op zekeren dag  
 volgens oud gebruik de hulde van al de edelen  des lands ontving.  Gedu-  
 rende  deze  kluchlen  werd hij  verschrikt door een inval van de Hunnen.  
 De  vroegere  aanvöerder  van  dit  volk was  een  bedaard  en bedachtzaam  
 man,  doch werd  door  zijnen  zoon  Me te  vermoord.  Deze  trouwelooze  
 vorst  versterkte  door  zijne  inschikkelijkheid de  aanmatigingen  van den  
 naburigen  stam  der Tartaren,  wiens  Khan  eens  zijn  schoonste  paard,  
 en  te  voren  de  bevalligste  prinses  zonder  legenspraak  van  hem  ont